a" mm ar-ar .va De Volbrachte Taak Van De Stichting Nederlandse Ereschulden (i) Hi! SS- Wanneer wij ons op 31 december a.s. om 24.00 uur met een glas het nieuwe jaar binnendrinken, zal er in Indisch Nederland een leegte zijn ontstaan. Op dat moment namelijk zal de Stichting Nederlandse Ereschulden (S.N.E.) officieel zijn opgeheven. We moeten blij zijn dat de S.N.E. niet meer nodig is, maar een afscheid blijft een afscheid en ook in dit geval is het minste dat wij kunnen doen het even terugblikken op 12 jaren S.N.E. en het hormat brengen aan mannen als Vrijburg, Corver en Lingerer. Wie het over de Stichting Nederlandse Ereschulden heeft, heeft het ook over ir. G. S. Vrijburg. Gerhard Sietze (Ad) Vrijburg werd op 26 januari 1905 in Buitenzorg geboren. In Bandoeng doorliep hij na de lagere school de H.B.S. en daarna studeerde hij aan de Technische Hogeschool, waar hij als civiel ingenieur afstudeerde. In Soesterberg voltooide hij vervolgens zijn opleiding tot reserve officier-waarnemer, waarna hij in Indië bij de Militaire Luchtvaart van het K.N.I.L. zijn militaire dienstverband voortzette. Samen met ir. A. C. Ingeneren richtte ir. Vrijburg in 1937 te Bandoeng het Ingenieursbureau I ngenere n-Vrij burg op. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd ir. Vrijburg com mandant en bommenrichter van een groep op het geheime vliegveld Sama- rinda II (Centraal-Borneo) gestationeer de Glenn Martin bommenwerpers. Met succes heeft deze patrouille aanvallen op Japanse vliegtuigcarriers en troepen transportschepen uitgevoerd. Maar ook ir. Vrijburg bracht de rest van de oorlog in krijgsgevangenschap door, een tijd waarin hij zich blijkens ver schillende getuigenissen krachtig heeft beijverd voor het welzijn van de kampgenoten. De oorlog en het dekolonisatieproces hebben velen zware materiële verliezen gegeven. Zo zag ir. Vrijburg de door zijn vader opgebouwde melkerij in Bandoeng verloren gaan, evenals zijn eigen ingenieursbureau. In 1957 ver trok ir. Vrijburg naar Nederland en hier werd hij ambtenaar op Volkshuisves ting. Het was op 29 september 1 969 dat ir. Vrijburg in zijn woning aan de Haagse Vivienstraat vertegenwoordigers uit nodigde van de grote Indische organi saties om te praten over "het organi seren van een grote officiële herden king van al onze doden op 1 5 augustus 1970, de 25e verjaardag van de capi tulatie van Japan, van het einde van de Tweede Wereldoorlog, en om dit dan éénmaal, voor de eerste maal en voor de laatste maal te doen". 1). Dit initia tief kwam onder meer tot stand omdat totdan bij de jaarlijkse 4 mei-herden kingen te Amsterdam geen melding werd gemaakt van de oorlogsslacht offers in het Verre Oosten. Gesproken werd slechts van "en de landgenoten waar ook ter wereld". Niet alle vertegenwoordigers gaven aan de uitnodiging gehoor, maar toch genoeg om het plan te realiseren. En wie herinnert zich niet - al was het maar omdat men ervan gehoord had - de indrukwekkende plechtigheid op 15 augustus 1970 in en rond het Haagse Congresgebouw en de daarop volgende Pasar Baroe in de Frederik Hendriklaan. De bedoeling was een eenmalige her denking, maar we weten het, de 15e augustus is uitgegroeid tot een jaarlijks terugkerende manifestatie. Nederland weet nu van de oorlog in Azië en aan wie dat vooral te danken is, is ir. G. S. Vrijburg. Was met de 15 augustus-herdenking in 1970 een eerste Nederlandse ere schuld ingelost, andere schulden schreeuwden nog - en allang - om vereffening. Oorlogsschade, dekolo- nisatieschade, verzetspensioenen en niet betaalde salarissen over de jaren '42-'45 aan burgers en militairen die door de Japanners geïnterneerd zijn geweest, waren van die schulden. Wat de niet-betaalde salarissen be treft: elke regering in heel de wereld had al snel na de oorlog voor zijn onderdanen een regeling getroffen. Alleen de Nederlandse regering bleef ten aanzien van de Indische ex-geïn terneerden in gebreke. "Ik u niet be grijp" was het antwoord van de op eenvolgende regeringen wanneer ver schillende organisaties, zoals de Stichting Rechtsherstel K.N.I.L. en de Federatie Oud-Strijders Organisaties (lees verder volgende pagina) In gezelschap van Ir. G. S. Vrijburg (rechts) en van de oud-G.G. Jhr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer (links) betreedt Koningin Juliana het terrein bij het Congresgebouw bij het begin van de grootse herdenking (voor de eerste maal in Nederland) van het einde van de oorlog in Ned.-Indië op 15 augustus 1970. Achter hen loco-burgemeester Dankelman van Den Haag. 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 4