SCHOOLTIJD IN CHERIBON
1936 - 1942
.gOüoem^o^
VOOR INDISCHE
GOUDEN SIERADEN
MERKLE B.V.
Tegen 7 uur in de morgen waren de,
straten van Cheribon, van Tankil tot
Kejaksan, vol met kinderen die te voet,
met de dogkar of per fiets naar school
gingen. Veel ge wuif onderling en af en
toe een beleefd "goedemorgen" als er
een onderwijzer op de fiets langs
kwam. Ik zat toen in de vijfde klas van
de Christelijke Europese Lagere school
en had het leuk tussen mijn Hollandse
vrienden en natuurlijk vriendinnen.
Mijn moeder had mij op deze school
geplaatst opdat ik later geen moeite
zou hebben om in Nederland te stude
ren. Ik was toen de trots van mijn
familie.
Ik voelde geen verschil in behandeling
door mijn Hollandse leraren. Het hoofd
der school was meneer Heynekamp,
die meneervan derTempel verving. Na
een jaar of twee werd ook hij vervan
gen door meneer Grijpma die deze
functie bekleedde tot de oorlog uitbrak.
Cheribon was omringd door suiker
fabrieken, zoals Tersana Baru, Sin-
danglaut, Gempol en Arjawinangun.
Mijn prettigste herinnering is dat ik
vaak suikerrietjes ging eten bij zo'n
verkoper, die wachtte op de jongetjes
die wilden konsumeren. Vrienden die
met autobussen naar school kwamen
heb ik nooit meer gezien: Erik Kelder,
Jan van Oudekerk, Arnold Kruift.
Met deze jongens heb ik veel geravot.
Erik haalde mij zondags helemaal van
Sindanglaut af om samen in het
gemeentelijke zwembad Gunung Sari
te zwemmen. Met mijn Indische vrien
den ging ik in Sukalila of Kalibaru
"lundu's" vissen. Dat waren Max en
Guus Dumas. Soms gingen wij na
schooltijd van mangga gedong of
mangga dodol, die op hun erf groeiden,
smullen.
Met de meisjes sommetjes maken.
De prettigste maand van het jaar was
altijd december, omdat we dan minder
lesuren hadden. Meneer Keuren of
meneer Mouth of meneer Schener-
point Domis gingen ons Sinterklaas-
en Kerstliedjes leren. Sinterklaas vier
den wij in Sociëteit Phoenix aan de
kust, zodat Sinterklaas met zo'n tack-
boot in de haven kon landen. Van de
haven naar de Sociëteit jubelden de
kinderen om de Goedheiligman te
begroeten. Kerstfeestvierden we in de
Stedelijke Protestantse Kerk.
't Prettigst van de dagelijkse bezig
heden was samen met de meisjes de
rekensommen te maken: met Ruusje
de Groot, Tineke Straub, Jopie van
Asdick en alle anderen.
Een andere bezigheid was het boter
hammen ruilen. Mijn beleg bestond
meestal uit chocolade muisjes, kaas
en een enkele keer rookvlees. Op een
keer ruilde ik mijn boterham met een
vriend. Het smaakte voor mij niet
alledaags en vond het erg lekker,
's Avonds vertelde ik mijn vader van
dat lekkers. Vader vroeg natuurlijk hoe
het lekkers eruit zag. Toen ik dat
verteld had, werd ik door vader zwaar
berispt en mocht van dat lekkers niets
meer eten, want dat was verboden
door ons geloof (kennelijk Islam -
red. M.).
De Puasa-maand was de zwaarste
maand van het jaar. Ik moest ook mijn
Puasa doen. Dit betekende dan geen
eten of drinken, één maand lang elke
dag vanaf zonsopgang tot en met zons
ondergang. Mijn lieve moeder stak dan
altijd een "clandestien" brood in mijn
zak om mij van honger te bewaren.
Wonder boven wonder bleef ik na de
Puasa steeds dik zodat mijn vrienden
mij soms als "Dik Trom" gingen uitjou
wen.
Donderdag was de drukste dag. Na
school van 3 tot 4 uur zwemlessen en
daarna van 4 tot 6 uur Welpen Oefe
ningen, zodat ik om 7 uur zowat
halfdood thuis kwam en soms sterre
tjes zag. De Welpenoefeningen wer
den gehouden op het erf van de Resi
dentiewoning, waar we een hal had
den. Nu is 't erf volgebouwd en ik kan
me nauwelijks herinneren waar deze
oefeningen toen hebben plaatsgehad.
In die tijd kon ik tot Gids van het Rode
Nest opklimmen.
Een van de spelletjes op school die
soms niet leuk eindigden was het
zogenaamde "boefjes-spel". Lawaai
brak los, als een groep grote jongens,
die de boeven speelde, de gevangenis
ging bestormen om andere boeven te
bevrijden. Het einde van zo'n spel was
meestal een vechtpartij, in de klas
komen met gescheurde kleren en be
bloede neus of knieën. Na de inmen
ging van meisjes, die ook boeven
Het Boefjesspel.
wilden spelen, was het geen gezicht
meer om te zien, zodat daarna dit spel
bijna verboden werd.
Cheribon was bekend om zijn mangga-
bomen, zoals de mangga gedong,
mangga dodol en Dermayu of cengkir.
Deze bomen groeiden ook op ons
schoolerf en op het erf ernaast van
dokter Lepel. In de mangga tijd ver
gaten we nooit om in onze school
tassen een katapult mee te nemen. De
wedstrijd bestond behalve uit het
neerhalen van zo'n vrucht ook uit het
gelijktijdig opvangen ervan.
De leukste dag van de week was de
zaterdag. Begonnen werd met Bijbelse
Geschiedenis, gevolgd door de Vader
landse geschiedenis, daarna lezen
uit het leesboek "Het Ruisende
Woud" of "In en om de Desa" en
tenslotte twee lesuren gezamenlijke
zanglessen met de vierde-, vijfde en
zesde klas. Ik bewonderde altijd de
zangleraar die kon uitvissen welke
jongens vals zongen.
Het vechten kon je niet zomaar over
slaan in de jongensjaren. De klas was
(lees verder volgende pagina onderaan)
naar
GEOPEND VAN: 9.30 - 1 7.00 uur
ZATERDAGS geopend tot 16.30 uur
WOENSDAGS de gehele dag
GESLOTEN
SPUI 167a - DEN HAAG
TELEFOON 070 - 60 48 85
12