OUD MIJN OMA variaties op een thema) - Hoe is het Opa? - Uche uche uche. Goed jongen. Uche uche. - Blijf maar lekker binnen Opa. Veel te koud buiten. - Ik ben al oud weet je. - Ach schei toch uit. Nee werkelijk, ik ben al..... - Hahaha. - Dag tante, hoe is het met u? - Goed hoor neef. En met jou. En hoe gaat het thuis met de kinderen, alles goed? En vind je het nog prettig op je werk? Zo jammer dat hij er niet meer is. Zo jammer. - Hoe oud is hij geworden? 77. - Mooie leeftijd. - Over zes maanden gaat Pa met pensioen. - Ik weet het. - Kassian hij. - Hoezo, jullie kunnen toch nog van alles doen - Hij ziet er zo tegen op. - Ach, het zal wel even wennen zijn, maar dan - Vroeger, in mijn tijd toen - Ja ik weet het, toen was alles beter. - Ik heb de laatste tijd last van mijn rug. Hier, van die steken. - Moet je naar de dokter gaan. - Ach wat kan hij doen. - Maar je bent al over de zeventig, wat wil je dan. - Wou je zeggen dat ik oud ben. - (Zucht) Doe maar eigenwijs, moetje zelf weten. - Altijd moet je mij afsnauwen. - Als ik dood ben, is dit voor jou. - Zal nog wel even duren. - Je weet nooit. - Jij wordt honderd. WH jij Ma niet in huis nemen Waaat? Nou ja, ze kan toch niet meer zelf wonen. Weet je nog wat leuks? Ik ben gelukkig geweest met jou, oudje van mij. Ik ook met jou meis, ik ook met jou. RALPH 3 De grote vakantie is voor ons altijd een groot feest. Wij mogen dan bij Oma logeren in een echte desa. Daar heb je maar één warong van Mah Smid en een pasar die elke dag draait, 't Huis is maar klein, maar in onze kinderogen is 't een paleis. Mijn moeder, twee zusters, een broertje en ik en tante Dien uit Tjepoe met 2 meisjes zijn de vaste klanten. Af en toe komen er nog 2 nichtjes bij. Daar zijn maar twee kamers. In een groot bed van bamboe slapen wij met Oma in 't midden. Er tegenover slaapt m'n moeder, met tante Dien. In de ene kamer slaapt oom Adriaan, die nooit van z'n leven gewerkt heeft. Dan begint oma met haar Javaanse legendes en kruipen wij allemaal tegen haar aan, zo spannend kan ze 't allemaal vertellen. Zij vraagt nooit, wat wij willen eten, soms zet ze een tampah op tafel, alleen met warme kerak (dit is de aangebrande bodem van de rijst in de pan) met er overheen geraspte kokos. En smullen maar! Er is maar één straat, daar is geen straatverlichting, de huizen zijn zo diep gelegen dat geen straaltje licht naar buiten komt. 's Avonds om een uur of 8 wandelen wij wel eens met ons allen naar een naburig dorp, Wahkoekoen 1 km verder. Elkaar vasthoudend, zie je geen hand voor ogen, alleen hoor je onze stemmen. Geen auto's, geen fietsen, soms zelfs geen mensen. De laatste dag van ons verblijf komen de broers en zusters van mijn moeder om voor 't laatst weer bij elkaar te zijn. Oma heeft in de voorgalerij van 't huis, 't is helemaal open hoor, een complete gamelan. Dan speelt de hele familie muziek. Wij mogen er dan op een tikar gezeten naar luisteren. Lieve kleine oude oma, in haar kleine wereldje, geen gordijnen voor de ramen, geen houten vloer of tegels, alleen een hart vol liefde, telkens weer. Wij zullen u nooit vergeten. Dit waren de mooiste tijden van ons leven. RIKA SOMERS (EMMAH) - Zelden dat iemand mij komt opzoeken. - Ze wonen ook allemaal ver. - Ja, en ze hebben het allemaal druk. Hij begint knap lastig te worden. Jij bent lastig. Hij is verdomme bijna tachtig. En wie wordt er altijd gebeld als er wat is? Daar gaat het niet om. Kom, we gaan naar Opa en Oma. Hè nee, alweer. Schiet op en je bent lief!

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 3