J.W.I. EMBONG
Herinneringen aan de Jongens Weezen Inrichting Soerabaia
Januari 1948, v.l.n.r.: Buman, Weintré, Ten Berge, Lockhardt.
"Inrichting voor jongens-weezen te Soerabaja: Deze inrichting, in 1858
gesticht door Jhr. J. C. Reynst en 11 andere heeren heeft ten doel de
verpleging en opvoeding van jongens tusschen 8 en 16-jarigen leeftijd, die
ouderloos, verlaten of hulpbehoevend zijn en tot de Europeesche of daarmee
gelijkgestelde bevolking behooren. De weezen verlaten het gesticht op hun
20e jaar of zooveel vroeger als zij eerder geschikt zijn om een eigen bestaan te
vinden
Aldus kunnen we lezen in de Encyclo
pedie voor Nederlandsch-lndië (1918).
We hebben dit opgezocht, omdat de
heer F. M. Stein te Den Haag ons enige
foto's stuurde van de J.W.I. en daarbij
enige persoonlijke herinneringen neer
schreef over zijn verblijf in de J.W.I. in
de jaren '47 en '48. Hieronder kunt u
die lezen, maar eerst willen we nog
een gedeelte citeren uit het in 1931
verschenen boek "Oud Soerabaia" van
G. H. von Faber:
"Aan het hoofd der inrichting stonden
van af het begin 2 huisvaders, die
later een directeur boven zich kregen.
Volgens de toelichting tot het ge
stichtsreglement moesten tot huis
vaders worden benoemd "brave gods
dienstige mannen, die voldoende
waarborgen opleveren, dat zij zoowel
door hun voorbeeld als door hun
lessen en vermaningen geschikt zijn
om de belangrijke en gewichtige
plichten, die zij hebben aanvaard,
naar behooren te vervullen".
Het gehalte van de candidaten, die
zich voor deze functie aanmeldden,
was echter lang niet altijd in over
eenstemming met deze schoone
woorden. Het gevolg is dan ook
geweest een komen en gaan van
meestal zeer ongeschikte lieden; de
enkele goeden er onder stierven dik
wijls een ontijdigen dood. Fraudes
waren aan de orde van den dag. In het
begin van de 20ste eeuw kwam hierin
eindelijk verbetering, maar nog in
1913 moesten twee nieuwe functio
narissen tegelijk worden benoemd.
Onder de sollicitanten bevond zich
toen de onderwijzer van de school,
waarop de kinderen onderwijs ge
noten en deze sollicitatie bracht de
commissie op het denkbeeld voor het
vervolg een beschaafd man aan het
hoofd van de inrichting te plaatsen,
aan wien in October 1914 de titel van
Directeur werd verleend. Thans is dit
de heer R. Bijkerk, die zijn post 1
Februari 1918 aanvaardde.
Onder het slechte toezicht van de
huisvaders liet het gedrag van de
pupillen natuurlijk nog al eens te
wenschen over en er ging dan ook
geen jaar voorbij, waarin niet een of
meer van de pupillen wegens wan
gedrag moesten worden verwijderd.
In 1906 werd de aandacht gevestigd
op het veelvuldig voorkomen van
malaria bij de jongens en nadat in
Februari 1908 Dr. Wijdenes Spaans
de vraag had gesteld, of het niet
gewenscht zou zijn de inrichting naar
een gezonder stadsdeel over te bren
gen, werd een commissie benoemd
om dit te onderzoeken.
Het oude hotel Wijnveld in Embong
Malang werd na vele langdurige over
wegingen daartoe het meest geschikt
geacht en daar de koopsom met
inbegrip van het woonhuis van de
eigenares, slechts f 150.000 bedroeg,
werd tot de aankoop hiervan besloten
Eind November 1912, bij hun terug
keer uit een vacantieoord in de ber
gen, betrokken de pupillen het nieuwe
gebouw; 1 Maart 1913 vond de offi-
cieele opening plaats.
Het oude gebouw in de benedenstad
werd in 1913 voor f 150.000 verkocht.
Het krachtige en goede beheer van
tegenwoordig geeft vertrouwen, dat
de moeilijkheden uit de eerste jaren
voor goed zijn overwonnen en dat de
inrichting in de toekomst aan de
maatschappij een groot aantal jonge
mannen zal afleveren, die, niettegen
staande de vaak ongunstige condities
van de omgeving waaruit zij zijn voort
gekomen, hun plaats daarin naar be
hooren zullen weten te vinden."
Persoonlijke herinneringen
Laat ik voorop stellen dat mijn herin
neringen aan de JWI niet haarscherp
meer zijn. Het is na 40 jaar een
terugblik door een lichte ochtendnevel
zoals wij die in Indië kenden. Het zijn
meer fragmenten die mij soms duidelijk
en vaak pijnlijk voor de geest staan.
Het was voor mij een soms schokkende,
maar ook een fijne tijd. Ik denk er nog
vaak aan, ik heb er veel geleerd en
ik kijk niet om in wrok. Ik ben er
eigenlijk een beetje trots op een JWI-
er te zijn geweest.
Het was na de oorlog. Ik had mijn
vader verloren en mijn moeder moest
hele dagen hard werken om de kostte
verdienen. Ik spijbelde veel van school
en zo heeft mijn moeder, min of meer
door wanhoop gedreven, mij in de JWI
geplaatst. Ik was als enig kind niet
gewend met vele andere kinderen
samen op te trekken, erg verlegen en
Ferry Stein
16