Van Banneling tot Bankdirecteur
en Hereboer
(Slot)
door C. de Jong
President-directeur
THEODOR CHRISTOPH SANDROCK
Hij was geboren in de Oranje-Vrijstaat in 1 882 en kreeg dus de Britse nationaliteit,
evenals zijn gezin, omdat die republiek in 1902 door Groot-Brittannië was
ingelijfd. Een voorwaarde voor zijn aanstelling als president-directeur was dan ook,
dat hij de Nederlandse nationaliteit moest aannemen.
Bij zijn terugkomst in Oost-lndië was ook dit land in een diepe na-oorlogse depressie
gedompeld. Hij heeft de NIEM door de moeilijke depressiejaren 1920-1924
geloodst. Van 1 924 tot 1 930 waren de prijzen van cultuuruitvoerprodukten hoger
en verbeterde de conjunctuur, maar van 1 930 tot 1936 hield de Grote Depressie
Oost-lndië in haar greep. De NIEM heeft ook in deze moeilijke jaren het hoofd
boven water gehouden dankzij Sandrocks leiding, ook nadat hij in 1 933, 51 jaar
oud, na 30 jaren bij deze bank met pensioen is afgetreden.
In zijn vruchtbare Indische jaren was hij
ook buiten het bankwezen zeer aktief op
economisch- en cultureel gebied. Hij heeft
zich onder meer beijverd voor het openen
van een luchtdienst door de KLM tussen
Nederland en Oost-lndië en voor handel
en scheepvaart tussen Oost-lndië en Zuid-
Afrika, waaraan hij zeer gehecht bleef,
omdat tussen deze twee landen heel
weinig verkeer bestond. Toen de Konin
klijke Paketvaart-Maatschappij (KPM) in
de depressie schepen moest opleggen,
heeft hij haar directie overgehaald om een
lijndienst op Zuid-Afrika te openen.
Dat was in 1 932 het begin van de Royal
Interocean Line tussen Oost-lndië en
Zuid-Afrika, later verlengd naar West-
Afrika en Zuid-Amerika. Op deze lijn voe
ren mooie schepen, zoals de 'Ruys',
'Boisssevain' en 'Tegelberg'. Ze brachten
tropische produkten, o.m. rijst, naar Zuid-
Afrika en namen Zuidafrikaanse vruchten
en stoetvee mee. Sandrock heeft bij een
bezoek aan zijn geboorteland in 1 926
vastgesteld, dat dit land en Oost-lndië
elkaar produkten konden aanbieden. Op
zijn voorstel is stoetvee ingevoerd en
vermoedelijk o.m. bestemd voor Afrikaner-
boeren bij Lembang, Onverzoenlijken, die
daar in 1 904 met veel succes een groot
melkvee- en stoetveebedrijf hadden ge
sticht. Er bestaat een foto van hem samen
met drie van deze Afrikanerboeren.
Hij was ook een man van cultuur, vrij
metselaar met hoge rang, vertegenwoor
digervan de Nederlandsch-Zuid-Afrikaan-
sche Vereeniging te Amsterdam (opge
richt in 1881en voorzitter van de afdeling
Oost-lndië van het Algemeen Neder-
landsch Verbond (opgericht te Brussel in
1895) ter versterking van de banden
tussen Dietstaligen over de hele wereld.
Toen in Batavia stukken van de grafsteen
van Jan van Riebeeck en Maria Scipio zijn
teruggevonden, heeft hij zich samen met
Dr. E. C. Godée Molsbergen, landsarchi-
varis in Batavia, en John G. Gubbins,
boer in West-Transvaal, beijverd voor de
schenking van deze brokstukken aan het
cultuurhistorisch museum in Kaapstad.
Voor zijn werk in Oost-lndië werd hij
1 929 benoemd tot ridder in de Orde van
Oranje-Nassau en in 1 932 tot ridder in de
Orde van de Nederlandse Leeuw.
Terug in Zuid-Afrika
Hij is in 1933 met pensioen gegaan en
met zijn tweede echtgenote, Robert en
Alida Clara naar Zuid-Afrika geëmigreerd.
De KPM heeft hen en hun boedel koste
loos vervoerd uit dank voor Sandrocks
verdiensten voor deze rederij. Omstreeks
dezelfde tijd zijn Herman en Theodor
Heinrich uit Nederland gekomen. Zij zijn
in 1913 onder de hoede van Mnr. M.E.
Hessing te Haarlem gesteld, hebben daar
de Hogere burgerschool onder Van Mourik
Broekman op de Raaks gevolgd en zijn
daarna naar de universiteit gegaan, Her
man voor studie in de rechten, Heinrich
voor veeartsenijkunde, welke studie hij in
Pretoria heeft voltooid. Beiden hebben
een loopbaan in Zuid-Afrika gekozen bo
ven Oost-lndië, evenals Theodors andere
kinderen. Zij moesten vijf jaar op naturali
satie in Zuid-Afrika wachten, ookTheodor.
Hij was een vermogend man en heeft een
boerderij bij Springfontein in de Oranje-
Vrijstaat in de streek, waar hij opgegroeid
is, gekocht en Gondangdia naar de deftige
woonwijk in Batavia, waar hij had gewoond,
genoemd. Hij was in zijn hart boergebeven,
evenals zijn vader, de zendeling, die in
1930 te Bloemfontein overleden is. Hij
stichtte een modelplaats met stamboek-
Jerseykoeien, Percheronpaarden en me-
rinoschapen. Zijn dieren werden op ten
toonstellingen onderscheiden.
Maar de overgang van het tropische,
welig groene, drukke Batavia naar het
dunbevolkte Vrijstaatse platteland met
zijn koude winters, spaarzame planten
groei, stoffigheid en eenzaamheid, waar
Theodor Sandrock boerde, was groot,
vooral voor zijn tweede echtgenote, opge
groeid in het dichtbevolkte Nederland en
in Batavia bekend met vele vooraanstaande
personen. Zij verheugde zich dan ook
steeds op haar maandelijkse bezoek aan
Bloemfontein, hoewel dat een provincie
stad was.
Theodor was goed bekend met vooraan
staande Afrikanerleiders in de politiek en
het zakenleven, onder anderen met eerste
minister J.B.M. Hertzog en de minister
van financiën N.C. Havenga, klasgenoot
op het Grey College. Zij hebben hem
overreed om lid van de raad van commis
sarissen van de Afrikaanse Pers te wor
den. Deze gaf het dagblad "Die Vader
land" in Johannesburg uit. Hij droeg bij
aan het tot stand komen van het weekblad
"Die Brandwag" van dezelfde uitgever.
Hij was samen met enige directeuren en
commissarissen van de Nederlandsche
Bank voor Zuid-Afrika aandeelhouder en
commissaris van de kleine maatschappij
voor onroerend goed General Properties,
die van 1 933 tot 1 947 heeft bestaan. Hij
hield in 1 938 in Pretoria voorde landelijke
vereniging van academische economisten
een lezing met uitvoerige vergelijking van
het bankwezen in Oost-lndië en Zuid-
Afrika. Hij heeft zich altijd afzijdig gehou
den van de dikwijls felle strijd der politieke
partijen in Zuid-Afrika.
Een journalist van "Die VaderlandN.J.
van der Walt, heeft in zijn necrologie van
Theodor Sandrock in de "Nederlandse
Post" van april 1 954 geschreven: "Sand
rock was een heer en het was een voor
recht om met hem om te gaan. De groot
heid van zijn karakter kwam tot uiting in
zijn nederigheid en menselijkheid. Men
moest hem goed kennen om te weten, dat
hij zes talen machtig was en dat hij
buitengewoon belezen was. Hij had een
oprechte inborst en beminnelijke persoon
lijkheid, maar hij kon strijden als een
leeuw voor wat hij als recht en billijk
beschouwde. Hij heeft nooit doekjes om
aangelegenheden gewonden of omwegen
gevolgd. Hij was uiterst nauwgezet in
alles, zo vastbesloten en beginselvast als
een rots en diep godsdienstig. Hij veraf
schuwde kleingeestigheid en was daarom
nooit lid van een politieke partij.
Zijn zoon Robert heeft de boerderij Gon
dangdia bestuurd, maar moest ze wegens
tegenslag in zaken verkopen. De op
brengst is onder Theodors kinderen ver
deeld. De Sandrocks zijn een talrijke familie
in Zuid-Afrika. Theodor was een man met
grote verdiensten voor Oost-lndië en Zuid-
Afrika.
Literatuur:
- FamilieSandrock in Linda Zöllnerand J.
A. Heese, "The Berlin missionaries in
South Africa and their descendants,
published by Himan Sciences Research
Council, Pretoria 1 984, p. 402-405 -
op p. 403 staat per abuis dat Theodor
in dienst van de "Bank van Java" was;
dit moet zijnde Nederlandsch-lndische
Escompto-Mij.
(lees verder volgende pagina)
8