POIKRIÉ'S
PERIKELEN
SI BÈBÈK
Als Si Bèbek in de achterhoede stond
opgesteld, kon je niet om hem heen.
Insiders weten, dat dit zo hoorde in het
strakke vooroorlogse systeem-voetbal.
Een back was een back en daar kon je
hoogstens doorheen of overheen, maar
omheen nooit. Daarom werd Si Bèbek
altijd op die eennalaatste sluitpost neer
gepoot. Het hoofd iets voorover ge
bogen, de magere armen als blekök-
vlerken uitgespreid, kon deze geboren
back op zijn enorme platvoeten zo doel
treffend alle kanten uit shuffelen, dat
elke aanvaller de bal al kwijt was voordat
hij het zelf in de gaten had. Kon van
wege de net achter de rug zijnde eco
nomische depressie niet over de nor
male voetbalsport-artikelen worden be
schikt en joegen beide elftallen op blote
voeten achter een tennisbal aan, dan
was het dubbel uitkijken. Vooral voor je
schenen, want door de uitbundig ver
zijwaarts gedraaide voeten van Si Bèbek
kon je bij het patak(ken) onder zo'n rare
hoek getroffen worden, dat je bij een
enkele veeg van knie tot enkel onder de
blauwe plekken zat.
(Vervolg: "Mijn jeugd, en hoe het verder
ging")
Mijn schoonmoeder hield ook van ex
perimenteren in de keuken. Op een dag
zei ze: 'Ik ga proberen kroepoek zelf te
maken". Ze mengde tapiocameel met
zout, knoflook en water. Een deel van
dat mengsel vermengde ze met 2 andere
hoeveelheden met kleurstof, rood en
groen. De witte partij spreidde ze uit en
de rode en groene werden er opgelegd.
Daarvan werd een grote worst gedraaid
en in kokend water gegaard. Het was
een fiasco. Ze zei: "Ik doe het toch weer,
maar dan stoom ik het om te garen", en
ja, hoor, het lukte en na afgekoeld te zijn
kon de homp meel gesneden worden
en vormden zich kleine kroepoekjes,
mooi en kleurig.
In de natte moesson kon het ook daar
Si Bèbèk kon ook liegen dat het
gedrukt stond. Hij had nooit wat
gedaan. Zelfs als de hele vijandelijke
voorhoede krimpend van pijn in het stof
lag te bijten, wist hij van de Prins geen
kwaad en beantwoordde hij elke be
schuldiging met een verbaasd "Hoezo?"
Later, in Militaire Dienst, kwamen hem
deze vaardigheden goed van pas. On
veranderlijk werd hij naar de Fourier
gestuurd om mee te helpen tellen of
sorteren als wij op het exercitie-terrein
de belachelijkste wendingen, keringen
en andere capriolen tot in het oneindige
moesten herhalen. Hoe hij op die voeten
door de keuring had kunnen sluipen,
was voor iedereen trouwens toch een
raadsel, al werd er weieens gemees
muild, dat van zijn lichting elke ge
gadigde werd aangenomen, vermits hij
zijn eigen naam kon schrijven en niet
hinderlijk spatte bij het hoesten. Ma'af
voor het laatste, het hoort nou eenmaal
bij het verhaal.
Het is overigens slechts één keer voor
gekomen, dat Si Bèbek ondanks zijn
verbaasde "Hoezo?" een schrobbering
kreeg waarvan zijn sawah-tenen om
krulden. Dat was tijdens een meer
daagse oefening in een bos bij Hunt-
losen. Misschien een onsmakelijk re
laas, maar wel puur natuur en van A
tot Z waar.
Si Bèbek zat, gescheiden door een leger
groen stuk zeildoek, samen met nog
een nooddruftige op de zogenaamde
"donderbalk", een welluidende bena
ming voor de dwars over een latrine
gelegde balk of boomstam. Door het
gehurkt balanceren opdatding kreeg Si
Bèbeks buurman het zo te kwaad met
zijn afgeklemde ingewanden, dat hij
een serie onfatsoenlijke geluiden moest
uitstoten. Si Bèbek, die ondanks zijn
vele gebreken toch wel wist hoe het
hoorde, nam geen genoegen met dat
concert en smeet enkele gepeperde
soms dagen lang regenen. Ik had moeite
de babykleding droog te krijgen, maar
zij wist er wel een oplossing voor. Er
werd opdracht gegeven om een grote
koeroengan te maken. D.i. een kap van
wijdgevlochten bamboe, waar normaal
kleine kippetjes onder komen, om ze
tegen vossen (loewaks) en kieken
dieven (roofvogels) te beschermen.
Maar deze koeroengan was veel hoger
en groter. De bedoeling was om de
natte luiers er bovenop te leggen en
omheen. In het midden kwam een arang
(houtskoolvuur). Hout was er volop en
dat groeide er wel snel aan. Buiten
brandde ook altijd een vuur tegen de
plagende muggen en voor de honden
die altijd buiten sliepen.
L. A. ROUWHOF-KRANCHER
(wordt vervolgd)
militaire scheldwoorden over het stuk
zeildoek.
De in het nauw zittende buurman raakte
van die tirade echter zodanig van de
kook, dat hij bijna van de donderbalk
afgleed en het gescheld woedend af
sneed door Si Bèbek luidkeels zijn rang
mede te delen. Daar had Si Bèbek niet
van terug. Bliksemsnel trok hij zijn broek
op en stoof van de latrine af voordat zijn
buurman over het scherm kon kijken
en hem herkennen. Toen hij enkele
minuten later door een briesende Kapi
tein aan zijn voeten uit zijn puptentje
getrokken werd, kon hij nog wel een
verbaasd 'Hoezo Kapitein?" uitbrengen,
maar veel baatte hem dat niet,want die
Kapitein had in de gauwigheid nog even
onder het scherm door kunnen loeren
en had Si Bèbek onmiddellijk aan zijn
enorme zijwaarts uitstekende platvoeten
herkend.
Schelden verlicht het gemoed, maar je
moet het nooit tegen een meerdere
doen, zeker niet als hij vlak naast je zit.
Donderbalk of geen donderbalk.
(ffl)
Hebt u Indische boeken, films,
foto's, documenten enz. waar u
een goede bestemming voor
zoekt? Neem dan contact op met
het Indisch Wetenschappelijk
Instituut, tel. 070 - 54 55 01
Het I.W.I. verzamelt en ordent
deze cultuurgoederen om ze
toegankelijk te maken voor ieder
een die interesse heeft in onze
geschiedenis.
10