Het ontbrekende stukje
(ii)
door Madeleine Gabeler
"Is dit Nederland al", vraagt ze zich af. Het moet haast wel: zo grijs, zo plat, zo netjes
ingedeeld; groene en bruine vlakken met zwarte strepen erdoor; een groot grijs
water... het IJsselmeer?
Vannacht had ze op Changi, de luchthaven van Singapore, in de NRC gelezen dat
het in Nederland tien graden Celcius was, maar ze wist niet meer hoe dat
aanvoelde.
De Boeing 747 Big Top van Singapore Airlines draait naar links en naar rechts; ze
herkent Schiphol.
Een rustige landing, vlug door de douane en op naar de auto van een kennis die hen
heeft afgehaald.
Koud, verschrikkelijk koud. Natuurlijk veel te dun gekleed - een overhemd en een
katoenen trui - en klappertandend de auto in, waar een skijack (zes maten groter)
voor een beetje warmte moet zorgen.
Op weg naar huis praten de mannen
over zaken, over het laatste nieuws,
maar het gaat langs haar heen.
Nederland is netjes, rustig. Geen getoe
ter op de snelweg, geen overbeladen
vrachtwagens, geen stoffige wegen met
grote keien midden op de weg, of gaten;
netjes, geordend, rustig, grijze lucht,
grijze velden, zeven graden Celcius.
De groeistad is nog saaier dan voorheen,
nog netter, nog geordender, nog stiller
dan ze een normale zondag in de groei
stad vindt.
Wat een mooi huis heeft ze, zo opge
ruimd, mooie dikke vloerbedekking, wat
een mooie wc en badkamer.
Eerst de thermostaat op minstens 23
graden zetten en dan thee.
Gelukkig is er thee in huis, maar verder
ook niks.
Voordat ze hun katten in Den Haag gaan
ophalen eerst bij het tankstation de
eerste levensbehoeften halen: shag,
bier, cola.
Het eerste wat ze doen als ze Den Haag
binnenrijden is even langs de snackbar
gaan voor een broodje tartaar met ui,
patat met pindasaus en een glas melk.
Heerlijk!
De katten reageren niet enthousiast,
ééntje begint zelfs te blazen. Met gillen
de katten rijden ze terug naar de groei
stad waar het al donker is en nog
kouder.
In de woonkamer geen tjitjaks, buiten
geen krekels.
's Nachts het geluid van een eenzame
kikker en een luidruchtige eend, Donald
Duck. Saai.
Een paar dagen na thuiskomst vertellen
ze aan vrienden, collega's en familie dat
het óók mooi was maar vooral vond zij
het verschrikkelijk.
Verschrikkelijk, het lawaai en de uitlaat
gassen van het drukke verkeer in de
grote steden; de stank van zweet, rot
tende schillen van vruchten, vis, garnalen;
mismaakte bedelaars die haar aanraak
ten; de rommel op straat die niet opge
ruimd werd; mensen die hun achterna
liepen en overvriendelijk waren, of ze
nou iets wilden verkopen of dat ze een
praatje met hen wilden maken in heel
gebrekkig Engels; vaak de algehele ho
peloosheid en hulpeloosheid van de
mensen; de armoede; de droogte; de
ontbossing; de achterstand en de ver
loedering en last but not least: de uit
puttende hitte.
Het is moeilijk dingen uit te leggen als
die dingen in een totaal andere wereld
gebeuren. Het enige dat een beetje
helpt zijn de video-opnamen, met geluid;
de beelden van het drukke verkeer, de
mooie natuur, de drukke pasar, de rus
tige familieleden zo ver weg; het getoe
ter, de schreeuwende mensen, het ge
luid van kikkers, krekels, een hond in de
verte die blaft, gelach van kinderen - ook
oudere meisjes en jongens - zoveel
beelden, zoveel geluiden; te veel eigen
lijk voor één keer.
De videorecorder loopt.
Jakarta: na drie dagen Singapore alwéér
een grote stad.
"Many children here!" roept de bijrijder
in de taxi. "Hu uh" bevestigt ze.
Ze zijn op weg naar familie in een
buitenwijk van Jakarta.
Beelden die ze van de televisie herkent,
van documentaires, net als het aanvlie
gen bij Java: bruin, groen, beetje rom
melig, bruine kali's; ook deze beelden
hebben ze nu op video.
De taxi - waarschijnlijk een illegale - is
hopeloos.
Het is een Mercedes uit de jaren vijftig
met roestplekken en gaten overal. De
verf is dof, verschoten donkerblauw,
een afgeleefde leren achterbank zonder
vering; de hele auto eigenlijk.
Ze verlaten de snelweg omdat óf de
auto op het punt staat het te begeven
(de dakbekleding komt regelmatig naar
beneden als ze met redelijk grote snel
heid met open ramen rijden) óf omdat
de chauffeur misschien zijn rijbewijs
niet eens heeft.
De bijrijder moet hem allerlei aanwij
zingen geven. Als ze moeten stoppen
wordt er geremd en wordt er heftig aan
het stuur gedraaid - alsof het wat uit
maakt, het stuur heeft een halve slag
speling.
Ze rijden over slingerdeslang weggetjes,
langs een kali, langs kampongs, tussen
kippen en fietsers en geiten en krakke
mikkige bussen en auto's, zelfs tussen
een brommer en een autobus, die van
de andere kant komen, door.
Haar nicht heeft gezegd dat ze vlak bij
het vliegveld wonen, maarde rit duurtal
bijna een uur.
Misschien stoppen ze straks ergens in
de bush-bush en worden ze beroofd en
vermoord; niemand weet wie ze zijn.
De omgeving ontgaat haar een beetje.
Ze is te alert op een eventuele verdachte
beweging van de bijrijder, of de chauf
feur, of omstanders als ze ergens in het
verkeer moeten stoppen.
Als ze al denkt dat ze haar nicht nooit
meer zal zien en ergens in één of andere
kampong terecht zal komen, ziet ze in
de verte wat hoge gebouwen, flatge
bouwen.
Gelukkigdit avontuur ook al weer over
leefd, net als dat ze de Chinezenwijk in
Singapore ook nog heelhuids hadden
verlaten.
Ze waren verdwaald geweest.
Op zoek naar alle leuke straatjes die in
de folders staan beschreven, kwa
men ze in het echte Chinatown.
Schamele, verloederde kleine huisjes,
krotten naast een modern bankge
bouw van dertig verdiepingen. Enge
kille gebouwen.
Voor zo'n gebouw dikke dure Merce-
dessen of een dure grote Japanner.
In smalle straatjes ratten zo groot als
katten en die katten, broodmager met
een afgehakte staart of een staart met
aan het eind een grote bobbel.
Overal waar ze lopen de geur van
brandende wierook.
Mysterieus een beetje.
Het wordt later en later.
Uiteindelijk vinden ze een bijna verlaten
eetpleintje. De verkopers zijn al aan
het opruimen: een teiltje met bruin
water is goed om de borden af te
wassen, om een doekje te bevochtigen
en tafels schoon te maken, om daarna
weer een pannetje in af te wassen.
Gelukkig is er iemand nog bereid om
wat eten voor hen klaar te maken.
14