Retraite
Voor de oorlog hadden katholieke militairen een vereniging: de Nirkoo Bond St.
Ignatius (Nederlands Indisch Rooms Katholieke Onderofficieren Bond), leder jaar
werd er een retraite gehouden, eerst in Muntilan in het Xaverius College daarna in
Giri Sonta bij Ungaran. Geregeld werden er pelgrimstochten georganiseerd naar
Sendangsono, de Grot van Maria. Het hoofdbestuur van deze vereniging was in
Tjimahi gevestigd, afdelingen waren over grote en kleine plaatsen verspreid.
Deze foto uit 1 9?? is gemaakt tijdens een retraite voor Leger en Vloot. De zeemacht
had de vereniging RKWMPSt. Christophorus (Rooms Katholieke Vereniging voor
Marine Personeel?). Op de tweede rij zitten o.m. Pater Ruygrok, vlootaalmoezenier
Pastoor Litjens, legeraalmoezenier Pastoor Verhoeven en Pastoor Fischer.
E. SUNDAH
Als ze zitten te eten horen ze opeens
een hoop lawaai. Een opzwepend ge
trommel; een vrachtwagen met open
laadbak rijdt met grote snelheid voorbij
met erop een stuk of tien jongens, een
reep stof om hun hoofd gebonden;
sommigen heftig trommelend, anderen
met een wapperende vlag in de hand.
Wat is er aan de hand? Een opstand?
Een rel? Je weet het nooit in zo'n ver
oord.
Na het eten gaan ze op zoek naar een
grotere straat waar de bus rijdt om
naar hun hotel terug te keren.
Ze slaan een straat in die redelijk goed
verlicht is; er zijn veel mensen, witte
Chinezen als van Chinese restaurants.
De vrachtwagen rijdt weer voorbij.
De Chinezen kijken hun aan; ze zeggen
of doen niets.
Ze lopen langzaam door de straat, hoe
langer hoe meer Chinezen. Ze zijn de
enige niet-Chinezen in de straat. Op
eens een oranje licht, vuur.
Een oorverdovend getrommel met een
opzwepend ritme.
Mannen met brandende fakkels ste
ken een pop die op een draagstoel zit
in de fik. De pop is zeker een boze
geest. De stoel wordt opgepakt, rond
gedraaid, heen en weer bewogen tot
groot vermaak van iedereen.
Ze vindt het eng.
Het is het feest van de volle maan.
Vanavond is de maan het helderst en
het mooist, volgens de folders, en er
staat ook in waér dit feest aanschouwd
kan worden en dat er speciale moon-
cakes gebakken worden, maar dit ge
beuren wordt niet genoemd.
De straat leidt naar een groot plein,
drie keer zo groot als het Plein in Den
Haag, met allemaal gekleurde lampjes,
kraampjes en de geur van eten. Rijen
en rijen lange tafels met etende Chi
nezen. Feest.
Niets erover gelezen in de folders.
Ze lopen langs al die etende Chinezen
en horen een schelle vrouwenstem uit
een luidspreker, hoe langer hoe harder
naarmate ze de andere kant van het
plein naderen.
Ze zien een groot podium en als ze bij
het podium gearriveerd zijn heeft ze
spijt dat ze hun fototoestel of video
camera niet bij zich hebben.
Wat stelt het voor, wat gebeurt er?
Chinees toneel?
Alhoewel ze er niets van verstaat
maakt het een grote indruk op haar.
Prachtig beschilderde gezichten, wit
met roze, rood met zwart; kleding en
hoofdtooi in knalgeel, gifgroen, cy-
claamroze.
Ook hier zijn ze de enige twee niet-
Chinezen.
Buitenstaanders.
Ze verlaten het plein en komen al
spoedig in het Singapore van vandaag
de dag terug: flatgebouwen, bussen,
Mercedessen, mooie prostituees die
voor boutiques van Chanel of Yves
Saint Laurent proberen een witte man
te interesseren.
Ongeschonden uit Chinatown geko
men....
"Als je de universiteit ziet, zit je in de
goede buurt", had haar tante in Neder
land gezegd.
"Is dit een universiteit"? vraagt ze zich
af.
De taxi draait naar links, naar rechts; het
verkeer is druk. Verkeersopstoppinkje.
Universitas, leest ze op het gebouw.
Dan is het goed.
De taxi blijft naar links en naar rechts
draaien; de chauffeur en de bijrijder
weten de weg hier niet zo goed; uit
eindelijk draaien ze een rustig straatje in
met mooie huizen. Aan het eind van de
straat zitten arme mensen onder een
afdakje te zitten. Zitten te zitten.
Na de chauffeur veel te veel betaald te
hebben en haar aangetrouwde neef uit
zijn middagslaap gehaald te hebben,
zitten ze even later eindelijk rustig iets
te drinken, kunnen ze uitrusten en bij
komen van de vreemde en vermoei
ende autorit.
Ze kijkt rond in de woonkamer. Geen
ramen, wel stenen met openingen waar
mensen in Nederland tuinmuurtjes van
bouwen. Of in plaats van een raam een
soort luxaflex van plexiglas.
Nooit koud, altijd warm, regen is niet
erg, lekker fris. Haar nicht praat tegen
een bediende.
Een bediende.
Voor het eerst maakt ze kennis met het
begrip bediende.
Meerdere bediendes, meerdere bedien
den. De één met thee, de ander met een
kind, weer een ander in de keuken.
"Morgen zullen we jullie alles laten
zien!" zegt haar nicht, "maar eerst moet
ik naar de pasar".
"We kunnen toch mee naar de pasar"
roept ze.
Haar nicht lacht, wat valt er nou aan een
markt te zien.
Ze spreken de volgende dag om half
acht af.
(wordt vervolgd)
15