DE VOORGALERIJ
(Slot)
door C A. Heshusius
In een voorgaand artikel passeerden een paarecht Indische voorgalerijen de revue.
En bij dit tweede stuk raken wij als auteur er ook even zelf bij betrokken omdat we
als kind nog - op de foto staan.
Dat is hier het geval met een beeld genomen in de bovenlanden van Palembang op
zuidelijk Sumatra. Het oord heet Pageralam op zo n tweehonderd kilometer
zuidwestelijk van de gewestelijke hoofdplaats Palembang en gelegen op duizend
meter hoogte midden in de bergketen Boekit Barisan. Het plaatsje ligt nog verder
binnenwaarts dan Lahat aan de rivier Lematang, midden in de oetan. Dat wil
zeggen de echte jungle met tijgers en olifanten volop aanwezig. En vlak tegen de
reusachige vulkaan Dempo die, bijna 3.200 meter hoog, in al zijn majesteit het
gehele landschap beheerst.
In Pageralam stond toen de foto werd
genomen - dat was 1919 - deze nog
gloednieuwe dienstwoning, welke naar
het gevelopschrift ons laat zien, pas een
jaar tevoren, in 1918 was opgeleverd.
Vader was veearts van het gouverne
ment; hij moest in deze conterijen alles
bevorderen wat de bevolking bezat aan
dieren: Sapi's (runderen), karbouwen
(waterbuffels), paarden, geiten en pluim
vee. De andere Europeanen ter plaatse
waren op de vingers van één hand te
tellen: links van ons (huis op de foto niet
zichtbaar) de jonge vrijgezel controleur
van het BB (binnenlands bestuur) en
rechts van ons iemand van de krediet
bank. Die was er om de bevolking met
voorschotten te steunen bij hun activi
teiten en "promotion" op allerlei gebied,
zonder dat woekeraars de kans kregen
hun praktijken uit te oefenen.
Vanwege de hoge ligging van Pageralam
en de daarbij voorkomende prettige
Europees aandoende temperaturen, was
bij de bouwde voorgalerij geheel afsluit
baar. En zodoende kunnen we op de
foto niet zien hoe gezellig moeder dat
ruime en overigens erg luchtige vertrek
had ingericht.
Naar Sumatraanse bouwstijl stond ook
deze woning op palen met daaronder
de kruipruimte of kolong. En alweer die
toegangstrap, welke zo uitermate ge
schikt was om met de bewoners gefoto
grafeerd te worden. Men ziet vader en
moeder met de oudste, een dochter van
zeven jaar en verder de auteur die als
jochie van nog geen drie jaar net een
paar maanden geleden voor het eerst
van zijn leven in Indië was gearriveerd.
De twee bedienden waren uit Palembang
meegekomen; een echtpaar dat ook op
de foto moest; hij voor de voorgalerij en
zij voor het raam van de zijkamer. Links
Hoog in het gebergte en in de oetan van
Zuid-Sumatra - 1919: familie Heshusius
te Pageralam bij hun voorgalerij.
(Foto: collectie van de auteur)
opzij is nog de stal te zien, achter op het
erf. Pa had een buggy met paard, maar
snel is er een auto gekomen, want de
afstanden in het rayon waren erg groot.
En vaak moest hij ook nog stukken te
paard afleggen als er geen weg was.
In huis hadden we geen haardvuur;
maar we waren in de avond, als de
nevels van de berg naar beneden kwa
men, wel dik gekleed.
Dan ging op de voorgalerij de petro
leumlamp aan. En aten we daar brood
dat moeder zelf samen met baboe had
gebakken, want een bakker was er
uiteraard niet. Het mandiwater kwam
uit de put, want waterleiding waserook
niet. Het drinkwater werd eerst gekookt
en dan in een stenen filter nog eens
gereinigd.
Meestal waren in de avond alle ramen
en de deur op de voorgalerij echt wel
toe. Dat geschiedde zeker als in de
diepe duisternis de regen in stromen
naar beneden kwam; dat maakte zo'n
lawaai dat we de gewone nachtgeluiden
uit de wildernis niet meer konden horen.
Vaak was dat afsluiten van die voorgale
rij ook harde noodzaak wanneer na
hevige buien bij duisternis zwermen
larongs (vliegende witte mieren) uit de
oetan kwamen en trachtten tot die ene
brandende lamp op de voorgalerij door
te dringen. Wanneer het èl te erg werd
en er insecten tóch naar binnen kwa
men, ging op de voorgalerij ook die ene
lamp nog uit. Ja, dat waren nog eens
tijden!
De vloer van de voorgalerij was van hout
met daar op, als bekleding, een alles
bedekkende mat van zeer fijn gespleten
bamboe.
Het hele huis stond stevig op de cemen
ten palen. We hadden hier herhaaldelijk
aardbevingen, maar de drie huizen op
dit rijtje "waren er op gebouwd"; er was
nooit schade. Kwam er dan weer een
aardbeving, dan klepperden op de voor
galerij de ramen en deuren; en riepen
de bediendes "lindoe". Waarop zij, of
onze ouders ons bij de lurven pakten en
ijlings het trapje van de voorgalerij naar
buiten afdaalden (stel je voor dat 't huis
eens inzakte...)
En nu van Sumatra over naar Java.
Karakteristiek was daar ook de volgende
voorgalerij, die zo goed is uitgebeeld op
de zeer scherpe foto's uit de periode
1 922 tot 1 925 en wel in Soekaboemi,
in West-Java, midden in het heuvelland.
Het is de dienstwoning van een com
missaris van politie die we op beide
foto's zien: de heer en mevrouw Keizer.
De beelden zijn uitermate representatief
voor het begrip voorgalerij, van oude
Europese woningen uit het vroegere
(lees verder volgende pagina)
6