Planten uit de Tropen CROSSANDRA Rosientje Familie: Acanthaceae - Acanthusachtigen Dit lage onopvallende heestertje, afkomstig uit India, komt in alle tropische gebieden voor. Er zijn 50 verschillende soorten gekweekt. Het altijd groene kruidachtige plantje stelt weinig eisen en is in Indonesië een populaire tuin- en parkplant. Ze wordt ongeveer een halve meter hoog. De zes centimeter lange glimmende bladeren die in een punt eindigen zijn leerachtig en donkergroen. De bladeren staan kruisgewijs tegenover elkaar. Aan de top van de stengels komen de lange groene bloemaren te voorschijn. De vijflobbige bloemkronen zitten dicht opeen en komen uit de schubachtige schutbladen. De bloemen zijn scheef en trompet- vormig, hebben een lange buis en bezit ten vier meeldraden. De vijf centimeter lange bloemen variëren in kleur van zalmrose tot oranje geel en rood. Ze bloeien maandenlang en steken mooi af tegen het donkere blad. Het vruchtbeginsel groeit uit tot een doosvrucht waarin de kleine donkere zaden zitten. De zaden zijn vaak be haard en kunnen bij vochtig weer kleve rig worden. De Crossandra heeft geen medicinale eigenschappen maar familie van de Crossandra (Acanthussoorten, in Indo nesië Tjeplikanachtigen genoemd) heeft dat wel bijv. de Sambiloto (Andrographis Paniculata) een wilde plant uit de tropen. In China wordt deze plant speciaal ge kweekt om zijn genezende krachten. De gehele plant wordt gekookt en inwendig gebruikt tegen koorts, buikpijn, dysen- trie en tyfus. Uitwendig wordt een af treksel van de bladeren bij zweren, brandwonden en giftige slangenbeten gebruikt. De Crossandra is al een eeuw geleden naar Europa gebracht maar is pas de laatste tijd echt bekend. Als kamerplant niet gemakkelijk en na de bloei vaak weggegooid omdat ze lelijk is geworden. Toch moet het lukken bij de juiste verzorging jaren plezier te hebben van de plant. Het is vanzelfsprekend dat deze tropische plant van vochtige warmte houdt. Geef haar een vaste plaats voor een licht venster waar ze in de zomer tegen felle zon moet worden beschermd, anders krijgt ze gele blade ren. In de zomer mag de temperatuur niet onder de 18 graden C dalen. De lucht rondom de plant moet vochtig zijn. Dit kan men bereiken door de pot in een brede lage bak te plaatsen, gevuld met water. Het water mag niet in de pot komen. Iedere dag lauw, liefst regen water geven. De wortels verdragen geen koud water en gaan rotten of er Crossandra als kamerplant. 10 treedt schimmel op. Om de twee weken mest geven. Sproeien mag ook, maar wees voorzichtig; de bloemen en knop pen verdragen het niet en gaan smeu len. Men kan het beter achterwege laten. De Crossandra bloeit van april tot okto ber. Na de bloei mag ze koeler staan maar niet beneden de 1 2 graden C. Nu alleen water geven als de grond licht van kleur is en niet meer bemesten. De plant heeft gedurende de wintermaan den rust nodig. Wel blijven zorgen voor een vochtige omgeving; droge lucht en tocht kan ze absoluut niet verdragen. In het vroege voorjaar, eind februari, verpotten wij de plant in verse bloemen- aarde; vergeet niet potscherven op de bodem van de pot te leggen voor een goede drainage. Vóórdat de bloem knoppen verschijnen kunnen wij de plant snoeien. De afgeknipte takjes zijn geschikt om gestekt te worden. Stekjes van 7 tot 10 cm zijn het meest geschikt. Behandel de stekjes eerst met groeistof en plant ze in een pot gevuld met turfmolm gemengd met scherp zand. De pot grond matig vochtig houden. Zet de potjes op een warme ondergrond bijv. op de centrale verwarming of boven de warme schoorsteenmantel bij een tem peratuur van 25 graden C. Dek de stekjes af met plastic folie of een glas- plaat.Na een dag of tien hebben de stekjes worteltjes gekregen en worden ze afgehard, d.w.z. het plastic gaat eraf en de temperatuur mag nu 1 8 tot 20 graden C. zijn. Na drie maanden kunnen de jonge planten al gaan bloeien. De Crossandra Wallhed die in Zweden gekweekt is wordt het meest aange boden; deze soort is makkelijker te verzorgen. Het is een forsere plant met steenrode bloemen. NETTY SELDER Crossandra bloemtros.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 10