iiij*. MINTA TOELOENG JIi~\s' ^jg uisMC* Af£F P>' :.T r*; «1 Het oude Atjeh Hotel ("Losmen Aceh" is de nieuwe naam, Losmen is de verbastering van logement). Hoewel het hotel nog als zodanig in bedrijf was, zagen we geen gasten, hetgeen waarschijnlijk het gevolg was van de slechte staat van onderhoud. Het fraaie, goed onderhouden Gouverneurshuis, dat ook tegen woordig nog als zodanig in gebruik is. aandacht aan hun produkten schonk en er de namen van wist. Want behalve beras, kelappa moeda, lemper, keti- moen e.d. lagen er ook kruiden zoals pala, tjinkéh, kemiri, sereh (als nog échte grasstengels) en djahéwortels. Op de stoep zat een oud heertje het geheel gade te slaan met een glimlach om de lippen, hetgeen mij de vraag ontlokte, of hij het zich kon herin neren toen de Belanda's nog in Atjéh waren, hetgeen bij hem heel wat emoties opwekte, want hij had nog bij Toean die en die gewerkt, de spoorlijn helpen bouwen, KPM-ers in het haventje van Oleë Leuë gelost en geladen en nog een heel verhaal. Er kwamen wat mensen om ons heen staan en toen het oude baasje gereed was met z'n betoog, zei ik: "Pak, kita orang yang suda tua, tau banyak dari tempo dulu. Tetapi ini orang yang muda tida tau tempo dulu dan krèta api, dan kapal besar yang mas- suk bandar Olee Oleuë." Het oude baasje knikte instemmend en de jonge lui om ons heen klapten lachend in de handen. Ouderdom wordt daar blijkbaar nog geëerd. Als wij met een gemotoriseerde betjak door de oude lanen van weleer reden, dan werden wij altijd uitbundig door de mensen gegroet, blijkbaar vond men het leuk om toeristen te zien, of men apprecieerde het dat belanda's in hun betjaks wilden rondrijden. Ook brachten wij een bezoek aan Peu- tjut het ereveld van de gesneuvelden van de Atjéh oorlog en toen wij dat zochten en in moeizaam Maleis uit legden wat wij zochten, zei men: "Oh, tjari kerkhof?" Waarna men ons de weg wees. En tja, wat moet men ervan zeggen? De ingang, de toegangspoort met de mar meren platen met daarop de ontelbare namen van Hollanders, Javanen en Ambonezen, dat alles is er nog en ziet er naar de omstandigheden keurig uit. Maar het kerkhof maakte op ons een verwaarloosde en slordige indruk. Alle grafstenen, behalve een héél enkele, waren met dikke "kapur" (kalk) inge smeerd zodat er van de namen en data niets meer te lezen viel. Het terrein zelf, waar veel boompjes stonden, had men hier en daar wel wat vrij van onkruid en zo gehouden, maar overal lagen hoopjes verbrande rommel met as-en houtskool resten. We zagen er die twee keer dat we het kerkhof bezochten, en dat waren week dagen waarbij hun vrijdag en onze zondag niet werden meegerekend, nooit iemand aan het onderhoud werken, zodat zéér voorzichtig gesteld, ik mijn twijfels had omtrent de controle die uitgeoefend dient te worden op werk zaamheden zoals boven omschreven. Zoals reeds eerder gemeld, is Kota Radja een leuk stadje en al vroeg in de middag komt de frisse zeebries opzetten. Het geen niet wegneemt dat het ertegen de middag knap warm kon zijn en Pohon- Linde na een morgen wandelen, heerlijk een uurtje in het bad gevuld met koud water ging liggen. Oom Ambon, die dat gade sloeg tijdens een babbeltje en waarbij hij op verzoek mij een koud blikje bier aanreikte, zei: "Jij bent toch een échte bèbèk, als je maar op- of in het water ligt, dan ben je pas senang. Dat hij zoiets enige dagen later nog eens meemaakte, komt later! Maar eerst volgt het relaas van Sabang naar een vuurtoren. Twee evenementen die voor mij in wezen het hoogtepunt waren van mijn reis. Maarookdaarover: "Later, als terug van weggeweest ja?" (wordt vervolgd) In verband met Deel II van "Oude K.P.M.- Schepen van Tempo Doeloe", dat Pohon- Lindedeze reis van Turkije, Port Soedan, Aqaba naar Zuid Australië reeds schreef en samenstelde, zoekt de Maritieme Stichtng Koopvaardij Historie van de Oost-lndiën, dringend naar oude zwart wit foto's van: Komodo-eiland, een dwergkoe of anoa, een babiroesa, een kantjil, leden van een Koeboe-stam (Z. Sumatra), leden van de Toala stam op Celebes, leden van de Huta Ulu stam op Ceram, Belawan, Boeginezen op een "finisi" (schoener), Sabang baai met haven, Samarinda, de Karimoen eilanden, Madoera (zout) haven. Zeestraat Sapé, een reuzen hagedis (Varaan) op het eiland Komodo, een zendingspost op Soemba, een mis sie post op Flores, de haven van Ambon en/of de Binnen Baai,SoengeiGeroeng, Muntok en/of de Muntok-pier, de vul kaan Tambora, Bandjermasin, Negara (Z.O. Borneo-binnenland), scheepswerf te Tandjong Perak, Tijgersgracht te Ba tavia, Siak, scheepswerfje te Emma- haven, Batoeradja aan de Ogan-rivier, Bandar aan de Asahan rivier, foto of tekening van de aanleg van Daendels Grote Postweg, de wapenfabriek te Soerabaja, de geschutgieterij te Sema- rang, het oude fort te Soerabaja, het oude kasteel te Batavia of de ruïne, haven/rede van Bawean, haven/rede van Poeloe Savoe, de Japanse scheeps- sloperij te Tj. Perak/Soerabaja, Boei eiland Tenga en Kaimar v.d. Kei-eilan den, Huize Simpang te Soerabaja, de Ombilin kolenmijnen, Mandalike vuur toren (Oost van Semarang), Pontianak aan de Kapoeas, Sinabang rede op Poe loe Simaloer (N.W.-Sumatra). Het ge bouw van de "Volksraad", Djambi, Brandan (steiger of landingsplaats) aan de Sembilan geul bij de Aroe baai, goed voorbeeld van sawah's die afwaterend de er onder gelegen sawah's van water voorzien. Foto's die niet afgestaan wor den maar geleend, op ere-woord retour. Vast bij voorbaat hartelijk dank, dari kapitein Lucas Lindeboom, alias "Po- hon-Linde". Reacties s.v.p. te richten aan: Kapt. L. Lindeboom, Overboschlaan 48, 3722 BM Bilthoven. 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 15