3 Denk aan uw landgenoten in Indonesië voor wie het leven een grote zorg is. GIRO 308 Oud-G.G. Jhr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer. als altijd vol belangstelling voor Indische zaken, in gesprek met de voorzitter van de V.I.N.. de heer A. de Rozario (midden) en burgemeester A. Bogaardt van Rijswijk (rechts). De foto werd genomen op de herdenkingsbijeenkomst ter gelegenheid van het feit, dat het I.E.V. 50 jaar geleden werd opgericht, 1 november 1969. bevolking meer dan ooit was geboden, toonde ook het IEV in woord en daad haar verbondenheid met de regering. De Japanse bezetting van Ned.-lndië deed een groot deel van de resultaten van het werk van het IEV teniet. Ondanks de verwarde en moeilijke poli tieke toestand in de jaren na de oorlog toog het hoofdbestuur weer aan de arbeid voor de wederopbouw van het Verbond. Het inzicht, dat door de naoorlogse ontwikkelingen er een geheel nieuwe verhouding tussen Nederland en de overzeese gebiedsdelen zou ontstaan, leidde er toe dat het hoofdbestuur van het Verbond in aug. 1 946 bij overgrote meerderheid besloot tot een heroriën tatie. In een principeverklaring werd de bereidheid uitgesproken, de Indo aan te bevelen "een open oog te hebben voor de onvermijdelijk komende hervormin gen en veranderingen in het staats bestel en binnen de gemeenschap zelf". In verschillende deelstaatparlementen van de in opbouw zijnde federale staat namen vertegenwoordigers van het IEV zitting. Op verschillende conferenties, die voor af gingen aan de souvereiniteitsover- dracht, zoals die van Pangkal Pinang (waar Ir. Wermuth aan Dr. van Mook het voorstel deed Nieuw-Guinea tot stam land voor de Indo-Europeanen te maken) en ook op de Ronde Tafel Conferentie in Den Haag, was de Indo-Europese groep vertegenwoordigd, zonder echter veel invloed te kunnen uitoefenen op de ontwikkelingen. In de benarde situatie, waarin de Indo-Europese bevolkings groep dreigde te komen, bepleitten en kele voormannen van het IEV de aanvaar ding van het Indonesisch staatsburger schap, in de veronderstelling dat deze koers een acceptabele positie van de Indische bevolkingsgroep in het onaf hankelijk geworden Indonesië zou waarborgen. Anderen, die hier geen heil in zagen, verzetten zich tegen deze gedachte. Ir. Wermuth, die wegens ziekte in 1949 naar Nederland was vertrokken werd opgevolgd door de heer R. E. Weiss die de laatste voorzitter van het Verbond zou zijn. Na de overdracht van de sou- vereiniteit in 1949 zette het I.E.V. zich om in het Indo Eenheids Verbond (in het Indonesisch: GIKI, Gabungan Indo untuk Kesatuan Indonesia), een vereni ging van Indonesische staatsburgers van Europese afkomst (warga negara's). Dit historisch besluit werd genomen in een tijdens de Paasdagen van 1951 gehouden vergadering in hettoenmalig clubgebouw op Simpang in Soerabaia. De afdeling Nederland van het IEV, die zich niet had kunnen verenigen met deze gang van zaken, zette zich om in de nog steeds bestaande Vereniging van Indische Nederlanders (V.I.N.). Daarmee was een belangrijke episode van de historie van de Indische Neder landers, die van het Indo-Europees Verbond, afgesloten. Concluderend kan men vaststellen, dat het optreden van het I.E.V. van invloed geweest is en een stimulerende wer king had op de ontwikkeling van het gehele maatschappelijk leven in het toenmalige Ned.-lndië. Zo kwam mede door de steun van het I.E.V. in 1 920 de Technische Hogeschool in Bandoeng tot stand, in Batavia in 1 924 de Rechts hogeschool, en in 1 925 de Medische Hogeschool eveneens in Batavia. In betrekkelijke korte tijd, nog geen kwart eeuw, had door de inspanningen van het Verbond de emancipatie van de Indo-Europeaan voor een groot deel zijn beslag gekregen. In de tegenwoordige tijd ziet men helaas maar al te vaak waardevolle Indische initiatieven stagneren ten gevolge onder meer van gebrek aan inzicht, onderling wantrouwen en onwil tot samenwerking met anderen, waardoor nodeloos kost bare tijd en energie verloren gaat. Zou het geen goede gedachte geweest zijn, als de verschillende Indische organisa ties de 70-jarige herdenking hadden aangegrepen, om een nieuwe eensge zindheid te manifesteren? Het vele, dat door het doorzettingsvermogen en energie van de leiders van het Verbond werd bereikt, moge de hedendaagse Indische bevolkingsgroep voor ogen blijven staan. Literatuur: Bij de dood van een leider, Ir. Wermuth - door Tjalie Robinson, Tong-Tong 3e jaarg. no. 18,1 3 juli 1 91 9: de Indische reus, het I.E.V. - doorT.R., Tong-Tong 8e jaarg. no. 1 5. Dick de Hoog - door Ir. F. Dessauvagie, Tong-Tong 8e jaarg. no. 1 7 Brief van F. H. de Hoog, uit verzameling van bijdragen aangeboden aan Dr. Meijer Ranneft bij zijn vertrek uit Batavia - Tong-Tong 8e jaarg. no. 1 8 Vrouwen en het I.E.V. - door Lilian Ducelle, Tong-Tong 8e jaarg. no. 1 8. I.E.V.V.O.-Huishoudschool door Lin Scholte, Tong-Tong 8e jaarg. no. 1 8 Herdenkingsuitgave van het 45-jarig bestaan van het voormalige I.E.V., 1919-1964, samengesteld door het Indisch Tijdschrift Tong-Tong met medewerking van de Vereniging van Indische Nederlanders Het Indo-Europees Verbond - een studie doorCh. M. F.Verkuylen, Moesson 30e jaarg. no. 12, 13, 14, 15, 16 Het Indo-Europees Verbond en de Ned.- Indische samenleving van voor 1 942 - door E. Ilcken, Moesson 31e jaarg. no. 1. STICHTING HULP AAN LANDGENOTEN INDONESIË Stichting Nassau Zuilenstraat 9 HALIIM 2596 CA DEN HAAG Tel. 070 - 24 54 67 24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 24