SAMPIT, wie woont er nu op Sampit De ondergang van de "Leid Bruynzeel" Dat zei mijn lieve hospita hoofdschuddend en vol bezorgdheid voegde ze er aan toe: Straks di makan Dajak non, waarom toch ga je naar Sampit?" Dat was begin 1950 en ik had de keuze tussen Nederland of Sampit om het gekautjau en gejammer over de Onafhankelijkheid van Indonesië en de repatriëring naar Nederland te ontlopen. Nu was ik ervan overtuigd dat de Dajaks allang niet meer zo tuk waren op Nederlandse koppen en bovendien, ik zat immers veilig bij Bruynzeel Dajak Houtbedrijven waar ik kon beginnen als hulp in de personeels-winkel? Op naar Sampit dus, een nieuw leven zonder drukpersen en drukinkt. Wat daarvoor in de plaats zou komen, geen idee. Wat Sampit voor mij in petto had, vertel ik volgende keer wel, eerst de reacties die we op de foto van E. Robijn van de "Leid" (Moesson 15 mei) binnengekregen. Veel namen en adressen, de moeite waard om eens een koempoelan van oud-Sampitenaren te organiseren! Eerst aandacht voor de armzalige ondergang van de "Leid Bruynzeel" een scheepvaart-rapport ons toegezonden door de heer N.V. Koster wiens schoonvader A. Werlich destijds eerste stuurman was bij het schip en het vergaan heeft meegemaakt en overleefd. De heer Fraiquin zond ons zijn wat vrolijker herinneringen toe. LD Sampit, dorp aan de rivier. Laden en lossen, dag in dag uit. Op de voorgrond de "Leid" of de "Nel". Het grote schip kan de "Koen Hoa zijn met barang uit Surabaya. Tijdens vertrek zou het schip stabiel geweest zijn, een nogal ruim begrip, zij had een geringe slagzijde over bak boord en na vertrek, liep het schip naar bakboord uit haar roer. Nadat het schip gestut was en weer op koers lag stuurde de Kapitein een verkeerde koers en liep het schip aan de grond. Uit niets blijkt, dat zij in- of door de modderige bodem lek geraakte, want Ruim- en Lensputpeilingen gaven blijk van het feit dat het schip niet lek was. Door middel van achteruitslaan met de schroef kwam het schip niet vlot, zodat men besloot te wachten op Hoog Water en ondertussen liet de Kapitein Tank III leeg pompen om het schip vast wat te lichten. Toen het schip later op de dag weer vlot kwam en aanvankelijk recht dreef kreeg het schip even later een geringe slagzijde over bakboord die daarna snel toenam tot 50 graden. Er stonden lage patrijspoorten open, het water stroomde naar binnen, men heeft nog getracht die patrijspoorten te sluiten hetgeen niet gelukte, de slag zijde nam toe tot 80 graden, de deklast van Ruim II schoof overboord maar (lees verder volgende pagina onderaan) schroets scheepje van 686 tonnen Bruto, zij voer 27 bemanningsleden (incl. de Kapitein) en lag te Sampit gezaagd hout te laden voor Tj. Priok. Totaal laadde het schip 727 ton hout, 1 38 lege oliedrums en 2 ton stukgoed. De deklast, die 3,70 m hoog gestuwd was, had men uitgevloerd in de gang boorden en over de beide luiken. Bij de aanvang van de reis had men als ballast ingenomen: Tank I Stb.: 36,5 ton. Tank IV BB.: 24,5 ton en Tank III: 73 ton. Een en ander afgezien van drinkwater tanks en wingtanks die wij bij deze beschou wing niet in behandeling behoeven te nemen. Op 27 april 1950 is het motorschip "Leid Bruynzeel" op de reis van Sampit naar Tj. Priok op de rivier nabij Palangsian aan de grond gelopen en is na vlot- komen, over bakboord scheef gevallen en gekapseisd. Alle opvarenden zijn gered. Uiteraard kwam deze scheepsramp voor de "Raad voor de Scheepvaart". Voor Moessonlezers heb ik de uitspraak van deze "Raad" zo kort mogelijk samen gevat. Droge stof voor walslurpen maar interessant leesvoer voor nautici en met name oud -K.P.M. lieden dus geprobeerd de gulden middenweg te bewandelen! De "Leid Bruynzeel" was een dubbel 26

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 26