Passanten in de tijd ORIENT TRAVEL BV Ruim dertig jaar na de bevrijding was er voor het eerst een tentoonstelling van allerlei artikelen die door Nederlanders in de Japanse kampen gemaakt waren: tekeningen, gebruiksvoorwerpen, handwerken, praktisch zonder materiaal en zonder gereedschap gemaakt. Op een rustig uur in de middag ging ik er heen. Het was er zó stil, dat ik dacht, dat het museum gesloten was. Ik ging er heel alleen rond. Er was niemand anders behalve de suppoost. Op m'n gemak liep ik langs alle uitge stalde voorwerpen. Het trof me, dat de ideeën van zulke wijdverspreide kampen klaarblijkelijk met elkaar overeen kwa men. Zo waren er bijvoorbeeld in ver scheidene kampen op Java, Sumatra en Borneo precies dezelfde kleedjes ont staan met geborduurde handtekeningen. Alleen de namen verschilden. Hetzelfde was het geval met de kunstig bewerkte etensblikken of klapperdop pen. Het pannetje van Oliemans, waar de heer van Heekeren een boek aan wijdde, moet er zeker ook bij geweest zijn. Verder waren er de tot uiterst fijne beeldhouwwerkjes geschapen kenarie- pitten, afkomstig uit heel verschillende mannenkampen. Allen anders, maar wel elk met hetzelfde oneindige geduld gemaakt, enkel met een zakmes, of spijker en steen als gereedschap. Ik had er zelf zulke prachtige gezien, indertijd op Pakan Baroe, waar wij, na de bevrijding, een paar dagen in een transitkamp op een vliegtuig moesten brengen. Een van de ex-krijgsgevan genen van de Pakan Baroe-spoorweg had ons daar zijn bijzondere voorraad kenariepitten laten zien. Zoals ook deze op de tentoonstelling, hoewel ik tever geefs naar zijn naam in de collectie zocht. Ik nam uitvoerig de tijd om alles te bekijken. Telkens kreeg ik schokjes van herkenning: precies zo'n boomschors schilderijtje had ik immers zelf nog van een kampgenote in mijn bezit, en net zo'n geborduurd medaillonnetje aan een veterband als ketting, en zo'n gehaakte bladwijzer met kampattributen onderaan bungelend. De uitwerking was wel an ders, maar de ideeën waren precies hetzelfde. Ik wist ook weer precies hoe de koffie-santen smaakte nu ik die kamp- mokken daar zag, melkblikjes en klap perdoppen. En daar had je warempel één van de voorboden van de latere tentenschorten, waar kampeerders zo'n gemak van kunnen hebben. Vindingrijke vrouwen hadden die opbergzakken reeds lang geleden uitgevonden om hun schamele boeltje in weg te stoppen. Langzaam liep ik verder langs de vitrines. Onwillekeurig zochten mijn ogen naar bekende namen of klanken. En ja, daar was dan eindelijk iets, dat gemaakt was in de Boei te Padang, toen dat nog het mannenkamp was. Later waren de man nen naar het hart van Sumatra getrans porteerd, naar Bangkinang. Toen werd de Boei een plaats voor de vrouwen en kinderen. Ik kon me die tocht nog zo goed voor de geest halen, zoals we daar vanuit het Missiecomplex, waar éérst het vrouwenkamp was, de poort uitgin gen, al die vrouwen en kinderen, bepakt en gezakt, sjorrend en sjouwend met hun ba rang, de weg op langs het strand tot aan de boei, de gevangenis die aan zee lag. En de heiho's maar aan het opjagen: "Ajo, lekas, lekas", terwijl de Japanse commandant heen en weer reed en telkens vanuit zijn auto in het voorbij gaan naar ons schreeuwde. En toch was er nog een heel prettige gewaar wording bij deze kampverhuizing te voet, namelijk de zeewind, die we toen, na de voorgaande gevangenschap, als een zucht van de verre vrijheid ervoeren. Het was of ik daar in het schoolmuseum nu wéér die Padangse zeelucht kon ruiken, toen ik geboeid keek naar de artikeltjes uit dat mannenkamp: poppe- meubeltjes heel knap van bamboe ge maakt. En ik herinnerde me vaag de gezichtjes van de meisjes Sulsters toen, voor wie ze gemaakt waren, want hun gezin en het onze hebben later onze tampats naast elkaar gehad, toen ook ons vrouwenkamp na nog een kamp verhuizing, in de rimboe bij Bangkinang terecht gekomen was. Ineens merkte ik, dat ik niet meeralleen in deze ruimte stond. Er was, door mij onopgemerkt, een heer binnengekomen die nu ook speurend naar namen zocht. Omdat wij daar met z'n tweeën stonden moest hij onwillekeurig zijn blijdschap van herkenning met mij delen. Hij wees naar een tekening. "Daar ben ik ook geweest". Ik keek nauwkeuriger toe. "Hé, Pakan Baroe! Ook aan die spoorlijn gewerkt?" "Ja zeker". "Wij hebben ook nog een paar dagen in Pakan Baroe doorgebracht, na de bevrij ding". "In welk kamp hebt u dan gezeten?" wilde hij weten. "We kwamen oorspronkelijk van Pa dang" antwoordde ik. "Van het nonnen klooster naar de Boei en toen verder naar Bangkinang tot het einde toe". "Bangkinang?" riep hij verrast uit. "Daar zijn wij met een krijgsgevangen trans port langs gekomen. We waren er niet op bedacht dat daar nog een vrouwen kamp zou zijn. Het was een totale ver rassing toen wij die vrouwen en kinderen daar zagen..." "Boven de schutting uit geklommen" vulde ik lachend aan. "Ik zat in de eerste wagen van het convooi" vertelde hij verder, "...en we konden alleen maar met open mond zitten kijken, hadden in geen jaren meer vrouwen gezien. We hadden niet eens het besef om te groeten of iets te zeggen, zo overdonderd waren we. En je was er in een flits weer voorbij..." Ik knikte, want ik zag alles weer vóór'me. "Dat moet in juni of juli '44 geweest zijn" zei ik. "We stonden met z'n allen tegen die schutting opgeklauterd, in een mum van tijd, zodra het bekend werd, dat het een mannentransport be trof. Hoe wéét je zoiets zo gauw in zo'n situatie... De Jap was doodsbenauwd dat die schutting het zou begeven. Hij wiebelde ook behoorlijk onder ons gewicht. De Jappen trokken aan onze benen en wij trapten van ons af. De dames van ons hoofdbestuur kregen er van langs omdat wij niet van die schut ting af wilden komen. Toen hebben zij voorgesteld dat wij buiten het kamp vóór de schutting maar achter het prik keldraad zouden blijven staan, zodat de schutting in tact zou blijven. Ze garan deerden de Jap dat niemand van ons zou vluchten. En zo gebeurde het toen ook. De rest van het convooi kwam langzamer voorbij alsof de volgende chauffeurs het aanvoelden, dat er wat aan de hand was. Het waren Brits- Indische chauffeurs en één wendde (lees verder volgende pagina) RETOUR BANGKOK va1.295,- ffMMN RETOUR JAKARTA v af 1.795- 31-daagse verzorgde reis JAVA en BALI v.a. f3.670,— garantiefonds REISGELDEN RETOUR BALI v.a2.150,-!!! RETOUR AUSTRALIË v.af 2.645 - Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM Tel. 020 - 23 74 84 Laan van Meerdervoort 291 DEN HAAG Tel. 070 - 61 50 78 Rokin 52 - AMSTERDAM - Tel. 020 - 24 25 38 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 10