op eigen
houtje
(II) door
JOOP KARMAN
Sumatra
We hebben de auto vooruit betaald tot Bukittingi en zijn dus wel min of meer
genoodzaakt af te wachten met welke oplossing de chauffeur komt. In afwachting
daarvan gaan we toch maar op zoek naar iets, dat op een hotel lijkt, 't Is maar goed
dat we ons een half jaar suf geblokt hebben op 't Indonesisch, ledereen kent hier
tien woorden Engels. Hello Mister. Whats your name? Where are you from? Dan
zijn ze uitgepraat en daarmee huur je natuurlijk geen hotelkamer voor twee
personen.
Al gauw vinden we iets dat op een hotel
lijkt en op onze vraag of er een twee
persoons kamer vrij is wordt bevesti
gend geantwoord. Of we de kamer
eerst mogen zien? Ook dat mag. Ikut
saja - Kom maar mee. Ons Indonesisch
wordt dus toch begrepen.
Iemand gaat ons voor door allerlei duis
tere gangetjes en trappen. Hier en daar
gaat een deur op een kier open en
worden we nieuwsgierig begluurd.
Ergens middenin dit doolhof wordt een
deur voor ons geopend. We krijgen een
piepklein kamertje te zien met in het
midden een tweepersoons bed. Geen
enkele sanitaire voorziening.
Hier krijgen ze ons nooit in. Dan over
nachten we nog liever in de auto. De
sanitaire voorzieningen hebben we
daar naast de deur.
Als we de brug die over de kali loopt
overgaan zien we aan de overkant iets
dat op een wat beter hotel lijkt. Om de
ingang te bereiken moet je een trapje af
maar er hangt een wat vreemd sfeertje
zodat we aarzelend bovenaan het trapje
blijven staan. Op straat staan stoeien
waarop mannen met muziekinstru
menten zitten. In een zaaltje zit een
grote groep vrouwen. Er heerst een
vreemde, afwachtende stilte.
Ik besluit toch maar naar binnen te gaan
en loop het trapje af. Net als ik voor de
deur sta hoor ik Lies met gedempte
stem roepen: Joop, kijk eens links van
je. Als ik dat doe ontwaar ik het prachtig
besneden deksel van een doodskist.
We zitten midden in een begrafenis
plechtigheid.
Voorlopig geven we het zoeken naar
onderdak op en in een soort restaurant
bestellen we twee warme cola. Gekoelde
drankjes zijn zelden te krijgen tenzij met
ijsblokjes. Heel Tarutung weet intussen
waar we zijn dus de chauffeur zal ons
daar ook wel vinden.
We zitten nog maar net als hij terug
komt met de mededeling dat er een
andere auto voor ons komt. Die komt
inderdaad heel snel en stopt met gie
rende banden vlak achter onze auto. Er
stappen twee, naar mijn smaak veel te
forse Bataks uit waarvan er één
meteen een grote steen voor de wielen
legt. Remmen en stuurinrichting schij
nen niet zo belangrijk te zijn. Als je
claxon het maar doet. Deze auto zal ons
in anderhalve dag naar Bukittingi bren
gen. 't Kost ons wel Rp. 1 60.000 terwijl
we de eerste taxi ook al tot Bukittinggi
betaald hebben. Onze ex-chauffeur ver
zekert ons dat we dat geld terugkrijgen
(terug in Nederland krijgen we dat
inderdaad). Ze willen wel graag een
voorschot van Rp. 60.000 om brandstof
te kopen. Na betaling van dat voorschot
is m'n portemonnee vrijwel leeg en wat
argwanend zegt de leider van het twee
tal: besok seratus ribu lagi - morgen
nog honderdduizen. We stellen 'm ge
rust, laden de bagage over en vertrek
ken, in de haast vergetend onze vorige
chauffeur wat extra's te geven. Kan hij 't
helpen datz'n baas 'm metzulkgammel
materiaal op pad stuurt? Al na een paar
honderd meter stapt de grootste van
het tweetal uit en de andere ontpopt
zich als een heel aardige vent.
Deze rit is een must voor iedereen die
Sumatra bezoekt. We hadden eigenlijk
via Sibolga gewild want dat schijnt nog
mooier te zijn. De kapotte taxi gooide
roet in het eten. De weg is goed, niet al
te breed en hier en daar zit er een
onverwachte kuil in het wegdek waar
door we ongeveer met ons hoofd tegen
het dak van de auto belanden. De chauf
feur grijnst dan wat verontschuldigend.
Jammer dat we zoveel tijd verloren
heben want we rijden stevig door. We
komen door schitterende desa's waar
we graag even gestopt zouden zijn
maar we hebben zo'n vermoeden dat
deze auto geen verlichting heeft. Later
merken we, dat dat voor geen enkele
zichzelf respecterende chauffeur een
beletsel is om desnoods midden in de
nacht door te rijden. Hier en daar een
eenzame warung langs de weg. In de
buurt van de desa's rijden veel fietsers.
Hun fietsen zijn doorgaans zo zwaar
beladen dat dat regelmatig tot levens-
De pasar in Bukittingi. al van veraf herkenbaar aan de typisch
Minangkabause puntdaken.
12
Het meer van Maninjau. Onvoorstelbare rust.