Met NECTAR-essence: worden de kinderen op een bepaalde leeftijd, doorgaans waarop zij het mid delbaar of voortgezet onderwijs moeten volgen, dan wel om gezondheidsrede nen, naar Holland gestuurd waar ze ófwel bij familieleden ófwel bij vreem den in de kost worden gedaan. En deze 'Katjangs', 'Indische nichtjes', 'Bruin tjes' werden dan dikwijls beschreven als kinderen met aanpassingsmoeilijk heden. Met 'tinka's'. Door typisch Nederlandse auteurs werd dan hoofdschuddend uit de doeken gedaan hoe ongehoord vrij de opvoeding in Indië was geweest. Hoe lastig en verwend die 'Indische' kinderen waren! We lezen dan ook hoe 'Indische' kinde ren in het Moederland in het stijve calvinistische keurslijf werden geperst door familie of (her)opvoeders van die 'vrijgevochten apen', die produkten van slappe ouders die alles maar aan hun onbekwame - èn heidense! - inlandse bedienden hadden overgelaten. Omgekeerd lezen we echter dat on opvoedbare deugnieten naar 'de kolo niën' uitwijken om kranige, oppassende mannen te worden, zoals we dat tegen komen in Chr. Abkoude's "Bob zonder Zorg". Doorgaans komen ze dan terecht in het Nederlandse leger waar ze spoedig opklimmen in rang - waarschijnlijk ten detrimente van hun donkerder getinte (half)broers. Jonge mannen die door gebrek aan adequate opleiding in Neder land genoegen zouden moeten nemen met matig betaalde baantjes, kregen in 'ons Indië' de kans 'om te tonen wat ze waard waren'. Het pure blank-zijn alleen was vaak een pré. Er was werk aan de winkel voor een 'jongen van Jan de WITT'. In de planta ges, in de cultures, werd goud verdiend in de suiker, de thee, de rubber, de tabak. Vrouwen konden overkomen en zij die thuis tot aan de ellebogen in het sop aan de wastobbe hadden gestaan, hadden nu de wasbaas eerbiedig aan de voeten gehurkt, en een stoet personeel in de bijgebouwen. Een treffende illustratie van het verschil in levensstijl tussen het Moederland en 'ons Indië' vinden we in de Indische versie van "Ot en Sien". De Neder landse schepping van Jan Ligthart en H. Scheepstra werd bewerkt voor de (blanke) kinderen in de 'gordel van smaragd' door A. F. Ph. Mann in 1 91 1 De namen Ot en Sien zijn ook in Indië dezelfde. Ook hier zijn ze buurkinderen Freekjc speelde vaak bij Tjeng-Ho, onder de koele, schaduwrijke tamarindebomen. en spelen ze samen. Zoveel mogelijk werd de oorspronkelijke tekst aange houden, maar verschillende (ingrijpende) wijzigingen waren toch nodig. Zijn in de Nederlandse versie Ot en Sien twee kinderen uit een typisch arbeiders milieu waarin het zondagse 'uitje' van de pet-dragende vader eendjes voeren met de kinderen in het park is, in Indië gaan 'Ot en Sien 's zondags met Pappa en Mamma (dus geen 'pa en moe') naar de Soos'. In Nederland kan Moe nooit mee; zij heeft thuis teveel besognes (en wie moet anders op de baby passen?); in Indië kan Mama alles gerust aan de bedienden overlaten en in een fraaie kanten japon genieten van muziek en een dansje. In Indië worden Ot en Sien niet om boodschappen gestuurd; het vermorsen van een zak suiker is daar immers geen ramp? De tekeningen, ook voor de Indische versie door Cornelis Jetzes gedaan, gelegd naast de illustraties van de Nederlandse 'Ot en Sien' leveren nog meer treffende voorbeelden op. Hoe pretentieus hanteert de gesoigneerde vader van Ot in Indië zijn hagelwit servet, nadat de tafelbediende geruis loos de soep heeft gereserveerd. De Nederlandse vader van Ot zit in een gestreept werkmansboezeroen aan tafel en hij zal na afloop van de maaltijd misschien zijn mond met de rugkant van zijn hand hebben afgeveegd, of, in het beste geval, met z'n rood bonte zakdoek. Bij de terugkeer in Holland van de 'ouders van Ot en Sien', bij hun familie leden in het eenvoudige milieu waarvan zij in hun Indische jaren vervreemd zijn geraakt, komt dan de botsing tussen de verschillende culturen, tussen de Ne derlandse-Indische waarden waarmee zij zich vertrouwd hebben gemaakt en die welke ze van huis-uit hadden mee gekregen. Misverstanden en ook jaloezie (van de zijde der thuisblijvers die niet 'zo los in 't geld' zitten) te over. De schrijfster M. H. Székely-Lulofs heeft deze wrijving uitmuntend beschreven in haar roman "Rubber" uit 1932. Doorgaans konden de ouderen zich wel aan de oude levenssfeer onttrekken wanneer zij, gerepatrieerd, hun villaatjes met Indische namen - bij voorkeur in Den Haag maar eveneens in Arnhem of omgeving - gingen betrekken. Er waren genoeg gelijkgestemde oud-lndië-gan- gers met wie men over 'tempo doeloe' kon spreken en de 'Indische sfeer' voort zetten. Maar des te moeilijker hadden het vaak hun, tussentijds naar Neder land gestuurde, kinderen. Die werden uitgescholden voor 'koukleum' wanneer ze geconfronteerd werden met sneeuw en ijspret die ze, zoveel later, nog moes ten inhalen. Want op je veertiende of vijftiende jaar nog moeten leren schaat sen achter een keukenstoel als een kind van vijf viel niet mee. Ook al had je je er in Indië nog zoveel van voorgesteld bij de nostalgische verhalen van je ouders, en was je vastbesloten je niet te laten kennen, mede omdat je opvoeders er op stonden dat je een 'echt Hollands kind' werd. Op zulke momenten voelde je het sterkst de vernedering een 'Indisch kind' te zijn. Nog moeilijker was het een 'blauwe' te zijn, een kind met een nogal donker velletje ('dat kind van die zwarte vrouw- je-weet-wel'), met hun soms tengere postuur afstekend tegen de grof ge bouwde blonde jongens. 'Indo's', ge worpen in een kille omgeving, ziek van heimwee soms naar het warme geboor teland waar de kleuren feller, de stem men zangeriger, de opvoeding onge- bondener, de ouderen toegeeflijker waren. De meisjes, maar ook de jongens, wan neer zij zichtbaar 'Indisch' bloed in de aderen hadden (en niet al te veel geld), moesten extra opboksen tegen de con currenten op de Nederlandse huwelijks markt. Ook al gooiden de knappe, don kere, exotische jonge vrouwen hoge ogen in de balzaal. Maar hartstochtelijke aanbidders blijken lang niet altijd potentiële echtgenoten (wordt vervolgd) Deze benamingen verwijzen naar jeugdboeken met dezelfde titel! NECTAR OEDePONüERD Zilveren Medaille Den Haag 1885 Luik 1902 Gouden Medaille Den Haag 1913 maakt U voordelig uw ROZENSTROOP sorbets, gebak en zeer fijne likeuren Nu ook levensmiddelen kleurstoffen: rood- geel-groen-oranje-blauw en bruin. Vraag gratis receptenboekje bij uw Toko, drogist of Pharm. fabriek "Phytol" - Afd. Nectar essence. Wagenstraat 129, Den Haag 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 10