"Het Uiltje" ZUSTERS VAN LIEFDE MULO-PADANG 1937 POIRRIÉ TOERISME In 1 930 ging mijn vader met ziekte verlof naar Holland. Hij nam op sleep touw: mijn moeder en vijf zonen. Ik was de jongste. Toen vier jaar oud. We vertrokken van Bandjarmasin, waar ik geboren was, naar Batavia per KPM stomer. In Batavia gingen we aan boord van de "Eugano", een vrachtboot van de R.L. Van de eerste levensjaren her inner ik mij haast niets meer. Bandjar masin moest een "gat" zijn waar nooit iets gebeurde. In Holland huurde pappie een huis in het Brabantse Oisterwijk, dicht bij zijn ouders: Opa en Oma. Wat een overgang: van Bandjarmasin naar Oisterwijk. Ons huis heette "Het Uiltje". Opa en Oma verwenden ons (vooral mij) without end. Ik kreeg zoveel speelgoed, o.a. een autoped en een wagentje dat ik voort kon trekken en tot mijn vreugde, een hondje, wiens naam "Fokkie" was, "Waar ik ga, waar ik sta, loopt een kleine hond mij na". Kent u dat liedje nog? Dat was het geval met Fokkie. Ik had twee vriendjes waar ik mee speelde: Heinie en Pietie. Twee vlas blonde kindertjes die ik niet uit elkaar kon houden, het waren tweelingen. Tegenover het huis van Oma en Opa was het Klompven. In mijn ogen toen was het een onmetelijk meer. Er was een eilandje in het midden. Ons huis was omringd met eikebomen en lag aan een zandweg. Even verderop was een boerderij, waar ik voor het eerst van mijn leven een koe gemolken zag wor den. Aan de andere kant van het Klomp ven woonde een meneer met een grote zwarte herdershond. Max heette hij. Die meneer gooide een stok in het water en zei "apport Max" en Max dook dan hetwaterinen bracht de stok terug. Ik vond dat geweldig! Ik wou Fokkie toch niet in het water laten springen. Tegenover ons huis was een grote zand- Deze foto van een schoolreisje naar de Boengoesbaai werd ons toegestuurd door Mevrouw T. Heidsieck-Stein uit Curacao. Onderste rij v.l.n.r.: meisje Simonis, Nini Karim, T. Stein, Marie Dohmen en vóór haar Ciska Dohmen. Achterste rij: Nancy Karim, Nelly Krijgs man, Fransje Zeeman, daarnaast een onbekend meisje, daarnaast Julia Karim. Degenen die zichzelf herkennen kun nen een kaartje sturen naar: T.H. Heidsieck-Stein, Asteroïdenweg 16, Curacao, Nederlandse Antillen. heuvel, waar ik altijd speelde totdat ik op een dag in een bijennest trapte. Je had me moeten horen brullen! Eens per week kwam de "Unie" met een bestelwagentje. Ik kreeg dan een reep chocola die ik helemaal alleen mocht opeten. De winter vond ik prach tig. Voor het eerst zag ik bloemetjes op de ruiten. De kachel brandde zo gezellig. Zelfs de eierkolen vond ik mooi. Eens per week werd een grote teil met warm water gevuld en moest ik erin. Mammie maakte soms lontong. Ze ge bruikte dan katoen waar ze kleine goelings van maakte. Mijn lievelings kostje was echter geprakte aardappelen met jus. Alsjeblieft geen groenten. Ik heb zo'n zalige tijd gehad in Oister wijk. Elke dag was een feestdag. Opa en Oma waren de liefste mensen in de wereld. Mijn broers noemden mij "het verwende poppetje". Fokkie en ik gingen iedere dag het bos in om hazen te vangen. En gie geleuft dat? En toen kwam, als een donderslag uit heldere hemel: Wij moesten terug naar Indië. Ik moest weg van Opa en Oma. Fokkie kon niet mee. Het was hart verscheurend. Ze zeiden tegen mij dat het maar voor een korte tijd was. Dat ik weer terug zou komen naar Fokkie en Oma en Opa. Het heeft 23 jaar geduurd voordat ik terug kwam in Holland. Opa en Oma waren tijdens de Duitse bezet ting overleden. Ze zijn begraven achter het kerkje aan de hoofdstraat. Fokkie was al lang in de hemel. Zo ook Max. Ons huis "het Uiltje" heet zo niet meer en ligt nu aan een drukke verkeersweg. De boerderij is verdwenen. In plaats daarvan nieuwbouw. Mijn ouders zijn allebei overleden in Indië. Ik ben ge trouwd met Jettie Willems en ben naar de V.S. geëmigreerd. We hebben drie kinderen grootgebracht hier. We hebben een oud huis gekocht, lang geleden. We noemen dat "het Uiltje". THEO LIT ^,LSD F°huTOOUÜE^| lbetovjM FREE. S°° "Het toerisme zal door de toenemende stroom vluchtelingen en asielzoekers tot ongekende hoogte stijgen en de economie van de betreffende landen ten goede komen. Hebben we tot nog toe alleen de Indische Nederlanders gehad die hun geboorteland Indonesië terug wilden zien, nu hebben we de Surinamers voor Suriname, Pakistani voor Pa kistan, Tamils voor Sri Lanka, Viet- namezen voor Vietnam, Hongaren voor Hongarije, Oost-Duitsers voor Oost-Duitsland." "Wat zoeken die Litouwers dan hier in Nederland?" "O, die zijn met een charterplane gekomen om toegangsbewijzen voor de show van Lee Towers in het Ahoy in Rotterdam!"

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 11