Dwars door het Heden even terug naar het Verleden (VIII) De wegens de pasardag afgeladen veerboot op weg naar Prapat. Op de achtergrond het eiland Samosir. De twee Batakmeisjes die op de foto wilden, maar te ernstig keken. door LUCAS LINDEBOOM In Prapat zelf, alwaar wij een middag en avond doorbrachten, lagen de prijzen van alles behoorlijk hoger. Wat ook nog een typische gewaarwording is, als je willekeurig denkt als oud-koloniaal dat elke Hollander die daar komt door de wol geverfd is, dat elke Hollander die daar komt door de wol geverfd is, dat elke Belanda daar een onhandige klungel is, die met slechts vrij veel moeite aan zijn trekken komt. Dat namen wij vaak waar in een restaurant waar wij met gemak bestelden of van een gerecht veranderden in verband met een of ander probleem, zag je ergens anders een stel blonde Hollanders stuntelig en verlegen hun bestelling doen. Nee, wat dat aangaat, is er een nieuwe generatie ontstaan, die weliswaar aangenaam verrast meestal, maar toch wat onwennig en niet geheel op z'n gemak daar rondscharrelt. Het huidige onderwijs in Indonesië, dat voor zover ik gehoord heb weinig of geen aandacht wil schenken aan de lokale talen, heeft in ieder geval bereikt dat iedereen de Bahasa Indonesia be heerst, zodat wij met ons oude Maleis overal terecht kunnen. Het volgende leuke voorval speelde zich af, toen wij op de vertrekdag de propvolle veerboot van Samosir naar Prapat namen. Het was marktdag en daarom was de passageprijs met de helft verlaagd en door met gepast geld te betalen, vermeed je oeverloos ge zwam, omdat natuurlijk geprobeerd werd die toerist het gewone volle pond te laten betalen. Pohon-Linde hing ook ergens buiten boord, omdat het binnen te vol was en raakte in gesprek met twee Batak meis jes en die wilden graag een foto hebben. Dat kon, en bij het schieten van het eerste plaatje, bleek dat de kinderen veel te serieus keken. Waarop ik zei: "Djangan liat begitoe, nanti orang orang di Negri Belanda pikir mau nangis. Tjoba, sekarang moesti ketawa". Waarop het oudste meisje met een stralende glim lach in de lens keek, en de afstand waarop het kiekje werd genomen was zo'n dikke meter. Na aankomst te Prapat, bleek het markt plein inderdaad propvol te zijn en de lokale handel gedijt daar blijkbaar goed. Na een stief kwartiertje lopen met onze bagage, wat toch nog een vrij warm klusje bleek te zijn, kwamen we in de hoofdstraat alwaar de Padang bus zou stoppen om passagiers aan boord te nemen. Het zou een busrit worden om "nooit" te vergeten! In het postkantoor te Prapat, nog uit de Nederlandse tijd, stond ik wat ansicht kaarten te frankeren toen de "knèk" van de Padang bus naar binnen kwam ren nen om te vertellen dat de bus binnen een paar minuten vertrekken zou. De goede, beste en brave man! Die deed z'n best en meer dan dat, maar het zou achteraf beter geweest zijn als we die bus gemist haddenI Alhoewel het grootste deel van die reis 's nachts geschiedt, was het die middag een mooi tochtje en het duurde vrij lang alvorens hetTobameer niet meer te zien was. Zoals gewoonlijk jakkerde de bus er met een pittig vaartje op los, de "knèk" hing schreeuwend op de treeplank, maande auto's, brommers en fietsen die voor ons uit reden om de berm in te gaan en verwenste ingehaalde mede weggebruikers omdat zij niet gedaan hadden wat hij middels gebrul had verordineerd. Op een gegeven moment was het zo verI Onze bus zou een grote vracht wagen inhalen, maar om de een of andere reden week deze grote "grobak" wat uit, of hij remde wat af, misschien voor een voetganger of een fiets en onze bus-sopir die het gevaar te laat zag, knalde met z'n bus op de grobak. Alles gebeurde binnen één seconde. Men rijdt links in Indonesië, dus de chauffeur zit rechts. Welnu, met de linker voorkant van de bus botsten we op de rechterachterzijde van de vracht wagen en de gehele voorruit van onze bus was in een onderdeel van een seconde verbrijzeld. De "knèk" zal - het gevaar gezien heb bende - direkt een duik naar omlaag gemaakt hebben, maar die heb ik later niet meer gezien. De grobak, door het geweld van de aanrijding, schoof schijnbaar zonder te remmen naar links de sawah in, alwaar hij op z'n kant in het water terecht kwam. Er naar kijken had verder geen 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 16