MIJN SOLOSE JEUGDJAREN Zoals zo vaak gebeurt bij Moesson, kreeg de redactie juist toen zij bezig was het Vorstenlanden nummer samen te stellen, een pak prachtige foto's ter beschikking van de heer W. F. H. Siebers voor gebruik in ons blad. Foto's die op het eind van de jaren 20 - begin jaren 30 werden gemaakt door zijn vader, de heer W. P. H. Siebers. Na 60 jaar zijn de foto's, die zijn gereproduceerd van glasplaten, nog haarscherp, veelzeggend voor de grote kundigheid waarmee ze werden gemaakt. Ze werden hoofdzakelijk genomen in de omgeving van Bodja (boven Semarang) op de helling van de berg Oengaran, in de streek tussen Semarang en Solo. De typische sfeer van Midden-Java spreekt op treffende wijze uit deze foto's. Redactie Moesson prijst zich gelukkig bovenstaande foto van een Midden-Javaans sawahlandschap en die op de volgende pagina te kunnen afdrukken. Wij woonden toen op de S.f. Kartasoera (Gembongan). Iedere dag gingen wij met de schoolbus (kandang ajam) zo werd deze bus genoemd, naar school in Solo. De ruiten van deze bus waren met kippegaas afgesloten. Zo had de school bus van de onderneming S.f. Tjokro- toelong koperen stangen aan de bui tenzijde en kreeg de bijnaam van "kandang babi". Wij zaten op de Neutrale Lagere School waar de hoofd onderwijzer de Hr. Berkman de scepter zwaaide. Ik zat toen bij juffrouw Wolf in de klas, samen met Willy van Rhoon zoon van onze gymnastiekleraar, ook zaten in de klas Truus Portier. Via Landouw, Hetty van Vuuren, Molly Klerks, wier vader op de S.f. Tjolomadoe werkzaam was.. Ook Santoso, zoon van de Mangkoenegara van Solo en nog 16 vele anderen. Ik herinner mij Nico Bremmers, z'n vader was administrateur van de onder neming Delanggoe en Stefanus en Ineke Groeneveldt, bij wie wij vaak logeerden, hun vader was een heel aardige man, wij mochten vaak de auto van hem besturen, hij had toen een Whippet. Ook familie Bierlee van de onderneming Djoewiring en een van hun dochters heette Winnie. Ook gaven wij een opvoering in de schouwburg van Solo en enkele kinde ren beeldden bloemen uit, anderen gras. Wat ik mij o.a. nog goed kan herinneren is, dat wij als wij met onze ouders van Solo 's avonds naar huis gingen, onder weg op de sawah, duizenden vuur vliegjes zagen en dan kreeg ik altijd een rustig gevoel. Mijn echtgenote en ik zijn voor het eerst teruggeweest in 1 976 en wij zijn op die plaatsen teruggeweest uit mijn kinder jaren. Ook natuurlijk waar mijn echt genote als kind heeft gezeten, o.a. Jogja, Ambarawa, Magelang, Semarang en omstreken. Wij zijn daarna nog enkele keren teruggeweest en sliepen meestal op S.f. Medari, nu textielfabriek. Haar moeder heeft op ons gewacht, totdat wij haar weer konden ontmoeten en in 1 984 is zij van ons heengegaan in de gezegende leeftijd van 102 jaar. Het stationnetje - wachthuisje - op de S.f. Kartasoera, gelegen aan de grote weg naar de S.f. Tjolomadoe (Malang- djiwan) is nog precies hetzelfde als in de jaren 1 920. Een bruggetje naar de woonhuizen en fabriek is ook nog steeds niet veranderd. Daar heeft de tijd echt stil gestaan, in 1926 zijn wij weggegaan en bij mijn terugkeer in 1982 was alles nog in goede staat. Hoe is het mogelijk! Wisten jullie dat de kali "Wedi" in de omgeving van Jogja nog steeds be staat? Wedi is op zijn Javaans gezegd "Bang". Water wil er absoluut niet in, ook als het hard regent. Het zand van deze kali kan ook niet gebruikt worden voor de huizenbouw. A. K. E. VON DER OELSNITZ

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 16