Mijn lagere schooltijd in Solo Gouvernementskantoor Solo 1926 Mijn lagere schooltijd in Solo was één groot feest. De sfeer op school, de vriendschap van de kinderen met elkaar, of je nou in de hoogste of in de laagste klas zat, men was lief voor elkaar. Het is dan niet zo verwonderlijk, dat ik me al 'huppelend' door het schoolleven bewoog. Iedere dag vond ik het fijn als mijn zus en ik lopend naar school werden gebracht door mijn vader. Zelfs bij terugkeer na veertig jaar kon ik die weg met ogen dicht weer aflopen. Om 11 uur moest ik in deandong naar huis. Een andong vind je alleen in de Vorstenlanden, het is een voertuig op 4 wielen, dat door 1 of 2 paarden getrokken wordt. In mijn klas zaten kinderen, met wie het heel leuk was te spelen: verstoppertje, haasje over 'om het plein', touwtje springen of gewoon bikkelen. Er waren een paar jongens, die vaak vochten, maar dat hebben ze intussen afgeleerd, want het zijn heel aardige mannen ge worden. Sinds een paar jaar komen enkele 'kinderen' van de lagere school bij elkaar, zo maar gezellig kletsen, oude en nieuwe foto's bekijken en natuurlijk wordt er lekker gegeten: rijst met gerechten uit Solo. Zelfs onze juf van de tweede klas is aanwezig, nog steeds vol interesse voor haar oud-leerlingen. Eigenlijk moesten we haar heel dankbaar zijn, want zij heeft immers ook bijgedragen tot onze gelukkige jeugdjaren. Helaas staat onze school er niet meer, wat had ik graag nog even door de klassen willen lopen. De jaarlijks terugkerende evenementen waren voor mij onvergetelijk: - De toneeluitvoering van onze school waarin iedere klas iets moest op voeren. Eerst werd het stuk in de klas besproken, dan de oefeningen in de loods (gymnastieklokaal), het passen van de kleding en daarna de uitvoering in de Schouwburg met de ouders in de zaal. - De Sekatèn, een soort kermis, die ge houden wordt vóór de geboortedag van Mohammed. Als het donker was, in mijn ogen al heel laat, gingen we naar de aloon-aloon. De drukte was gezellig, de etensgeuren kwamen ons tegemoet uit de talrijke stalletjes, er was speelgoed zoals kikkers, die je kon laten kwaken, houten slangen, tollen. De draaimolen was mooi en ik ging er graag in, minder leuk was het rad. Moe maar altijd weer tevreden reden we in de andong naar huis. - De aubade op 31 augustus, soms op het erf van het Gouverneurshuis, soms op de aloon-aloon. In een witte jurk en met een oranje strik in het haar zongen we uit volle borst het Wilhelmus en andere vaderlandse liederen. Ik her inner me, dat het tijdens deze aubades altijd heel erg warm was. - Verjaardag. Eerst thuis cadeautjes uit pakken, dan op school toffees uit delen. 's Middags kwamen de kinde ren. Deze partijtjes zijn me heel goed bijgebleven, misschien was dat de reden, dat ik later geen enkele moeite had met het organiseren van de ver jaardagspartijtjes van mijn eigen kinderen. Eén heel lief meisje gaf me altijd mooie geschenken, zoals een thee servies (geen kinder- maar een echt porseleinen servies) en zilveren beurs jes. Dit meisje was de kleindochter van de Soenan, zij werd altijd begeleid door een mooi geklede bediende. Ook dit meisje was natuurlijk eens per jaar jarig. Dan werden we met de auto gehaald, deden spelletjes in een grote zaal (pendopo) en kregen veel lekkers, met dezelfde auto werden we thuis gebracht. Bij het terugzien van deze zaal kreeg ik het even moeilijk door de vele herinneringen. De grote vakantie. Deze werd meestal doorgebracht in het nabijgelegen bergdorp Tawangmanggoe. Er was een sportpark met een uitkijktoren, een zwembad, een tennisbaan en ik meen een voetbalveld, in ieder geval een grasveld. Het fijnst vond ik de paarden, waarop je voor een dubbeltje een uur lang mocht rijden; het mijne heette Gareng, ieder jaar stonden Gareng en de eigenaar ons bij het huis op te wachten, alsof zij ons roken aan komen. Alleen met deze man mocht ik heel Tawangmanggoe rondrijden, naar de waterval of het ravijn achter ons huis. Onderweg ontmoette je veel schoolvrienden. Het zwembad Tirtomojo nam ook een heel belangrijke plaats in het Solose leven in. Het was immers een ont moetingsplaats van alle jongeren, een gezellig en tevens sportief samenzijn. A.s. Indonesië-gangers zou ik heel na drukkelijk willen adviseren een bezoek te brengen aan Solo vanwege de beide kratons (van de Susuhunan en van de Mangkunegara), de tempels in de om geving en misschien bent u er wel toevallig als er Sekatèn is. Maar vooral de vriendelijke bevolking is het visite kaartje van Solo. JULIE iNTOon Het Gouverneurskantoor in Solo omstreeks 1926. In dat gebouw waren ook ondergebracht het Residentie- en Assistent-Residentiekantoor en het kantoor van de controleur Kota. In de rechtervleugel zat de resident ter beschikking. Achter diens kamer volgde een hele reeks kamers, waarin het personeel werkte. In de laatste twee vertrekken zaten de Burgerlijke Stand en de Translateur. De translateur zorgde voor de vertalingen van de brieven uit de Kraton aan de Gouverneur en omgekeerd. Links op de foto was het kantoor van de Assistent-Resident, daarnaast was het kantoor van de controleur Kota en daarachter zat ook de adspirant controleur. Deze foto werd gemaakt bij gelegenheid van het a.s. vertrek van de Assistent- Resident Burgerhoudt. Hij staat op de foto niet in uniform. Naast hem mevrouw Burgerhoudt, daarnaast de controleur Kota Dr. T. S. Smit en naast deze de adspirant Controleur Dr. P. Bakker. Rechts van de heer Burgerhoudt staat Jenny Heetkamp-Senstius (die de foto inzond) en daarnaast de afdelings-secretaris de heer Regoort (controleur B.B.). Verder alle andere personeelsleden. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 19