Dwars door het lieden even terug naar het Verleden (IX) door LUCAS LINDEBOOM Van de oude Emmahaven was niet veel meer over, op één loods stond nog een oude uitkijkpost, typisch koloniale stijl. Nog wat goedangs met een Hollandse gevel en verder was er niet veel. In het stadje zelf was er nog een soort boulevard met op één punt wat militaire gebouwen, hetgeen best vroeger van het Knil geweest kon zijn. Wie de boulevard op wilde, werd tegengehouden door twee jonge mannen in een soort eenvoudig khaki uniform, die kaartjes 250 rupiah verkochten als toegangsbewijs. Pigi mana ini? Goede raad was duur, want de verlakkerij lag er duimendik op. Een keurig geklede Indonesiër aangeschoten en hem de zaak uitgelegd. Wat bleek nu, dat tarief geld slechts voor auto's om de boulevard minder druk te krijgen. Maar niet voor voetgangers. Het volgende gebeurde nu: Via een andere zijstraat betraden we diezelfde boulevard, echter nu zonder gehinderd te worden door een ander stel kaartjes verkopers. Toen terug naar onzer twee "sobats" die wel even gek keken, maar toen begonnen te grijnzen. Met het fototoestel in de aanslag vroegen we hen: "Mau poto?" En óf ze dat wilden en toen het plaatje geschoten was en hen werd medegedeeld dat de foto naar de anti corruptie afdeling van de politie zou worden gestuurd, was het ineens jam meren van "Ma-af, minta ampoen", enz. In het midden van het hotelterrein was een semi overdekt terras met gezellige zitjes en een podium alwaar aankomen de musici mochten optreden. Er werd zéér goede muziek ten gehore gebracht, aardige melodieën uit de Menanka- bouwstreek en ook vlotte westerse muziek. Des anderen daags gingen we naar het vliegveld en om het gezeur met de taxi's te vermijden, schoten we een mini- busje aan, die beloofde na tien minuten terug te komen in geheel lege toestand en aldus kwamen we met onze bagage vlot en voordelig op de airport aan. Toen we opstegen en Sumatra zagen wegzakken aan de kim dachten we: "Tabé Sumatra, zien we je nog eens weer?" Sebab jaja soeka! Jakarta, en sorry hoor voor hen die de stad nog steeds de moeite waard vin den, is een afschuwelijke stad geworden. Vuil, druk en rommelig met prestige objecten naast bijkans verkrotte ge bouwen. Op het vroegere Koningsplein loopt 's avonds geen mens, slechts de auto's jakkeren er voort. We zagen nog wel wat oude wijken, maar ook daar had de vervuiling en het verval toegeslagen. We logeerden bij vrienden, dus wat dat aangaat zaten we goed. We maakten een tourtje Tanjong Priok De uitkijkpost van de oude Emma-haven in Padang. Een Hollands hangbruggetje in de Planten tuin van Bogor. en zagen dezelfde kade's waar vroeger de K.P.M. schepen en de Maatschappij Nederland schepen afmeerden. Het was er rustig en één van de weinige schepen die opviel was het Indonesische passagiersschip de "Kerinci", een fraai schip, destijds gebouwd in Papenburg am Ems (W. Duitsland). Op een andere dag mochten we de auto met "sopir" lenen en bezochten we o.a. de Puncak en dan natuurlijk 's Lands Plantentuin. Er zijn blijkbaar nog veel Javanen die met weemoed aan de oude tijd terug denken, want alhoewel het grootste deel van de bezoekers uit buitenlanders bestond, waaronder veel Nederlanders, werden we menig maal aangeschoten door oudere mannen die ons vertelden dat zij onder toean die en die in de tuin hadden gewerkt. De Plantentuin maakt een keurige in druk, goed onderhouden met nette paden en wegen. De oude bomen staan er nog steeds, zo ook een Nederlands hangbruggetje over een traag stromen de kali. Ook het oude paleis van de Gouverneur-Generaal zag er, blinkend wit, schitterend uit en we waren allen blij dit deel van Java gezien te hebben. Na twee dagen gingen we per trein naar Yogya i.v.m. ons voorgenomen bezoek aan de Borobudur. Alle wagens waren air conditioned, zo verzekerde de kaar tjesverkoper ons en omdat er geen eerste klas coupé's waren, namen we genoegen met een tweede klas coupé, die op zich vrij goed was. Alleende air conditioning deed 't niet, de "kipas angin" aan het plafond ook niet en menig raampje kon niet open. Zodat het een warm ritje werd. 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 18