De Mangistan PLANTERSVROUW in LOS ANGELES (Vervolg: "De Doerian") Later vernam ikookdat jagers in het bos uit "olifantenrollades" doeriankiem- planten hadden zien opschieten. Tevens echter bleken ze te ontstaan uit de uitwerpselen van Koeboe's. Deze lui slikken dus ook de pitten in om gauw alles te verzwelgen, wat andere mensen niet doen. Ik hoorde van waarnemingen in het wild die duidelijk maken, dat ook beren belangrijke zaadverspreiders zijn. Het zou de moeite waard zijn, om precies alle dierlijke banden met doerians na te gaan. Het echte doerian-land is Borneo en het is nog altijd niet zeker of daar wilde olifanten leven. U ziet het - aan een vrucht is meer te zien dan u eerst dacht. Trouwens, u zult ook doerians ontmoeten op plaatsen waar u dit niet vermoedt. De zaadrok van de gestekelde heeft bij de Indone siër de reputatie van verjongend te werken. Dit gerucht is verder door gedrongen, zodat in Amerikaanse krachtmiddelen" veel doerian verwerkt wordt. Tonnen van de pulp gingen vroe ger elk jaar naar Amerika. In Ambon at ik de vruchten voor 2 cent. Snapt u nu beter waarom de Ambonnees zo'n grote vaderlandsliefde heeft? Een week geleden (22 okt.) trad ik nog op in Covina's Womans's Club in Califor- nië en nu zit ik weer 'back home'. Vorig jaar december trad ik op met Planters vrouw in de buurt van Brisbane in Australië: dit jaar had ik geen enkel plan. We zouden immers naar onze vrienden de fam. Nooy gaan met vakantie! Als je dan tóch hier bent dan treed je ook 'eventjes' met Plantersvrouw op voorde Indische SOOS. En zo kwam het dat ik in het sub-tropische Californië mijn klein (maar'uitgelezen') gezelschap mocht boeien en ontroeren. Wat een héérlijke middag voor mij en Max mijn man! Héél jammer dat er maar zo weinigen kwamen, maar ja, gelijktijdig 'draaide' ook EVITA. En daartegen kan geen eenvoudige Plantersvrouw opIk groet jullie allen - nieuwe vrienden die we erbij gemaakt hebben! - via ons aller eigen MOESSON. En who knows: see you soon TONNIE en MAX GROSSE Het was in 1 922 dat Pa en Ma met goede kennissen afspraken om voor de kinderen een Sinterklaasfeest te organiseren met een "echte" Sint en Piet. Het feest werd gehouden ten huize van tante Lien en Oom Frits, daar hun woning zich er het beste toe leende. Ze woonden in een van de grote onderofficiershuizen aan de Matramanweg tegenover de Kanonlaan in Meester Cornelis. Wij woonden in de Berenlaan. Ik was zeven jaar en geloofde stellig in Sinterklaas. Om half zeven s avonds waren wij bij die familie aanwezig waar tante Lien ons vertelde dat oom helaas was weggeroepen en het feest dus niet mee kon maken. Dat hij die avond eregast was drong toen niet tot ons door. We kregen elk een glas asemstroop en een puntzak katjang asin, zoute pinda's. Het strooigoed later op de avond bestond uit pinda's in de dop, satru asem, tangkwé en wat verpakte suikertjes. Klokslag zeven uur stonden we opge steld in de voorgalerij uit volle borst de bekende Sinterklaasliedjes te zingen. Even later reed statig een mylord het wijde erf op, na met een brede zwaai om het grote ronde bloemperk halt te hou den voor de stoep. Ter verwelkoming zongen wij "Kom binnen goede bisschop" intussen gretig lonkend naar de zware zak met cadeau tjes op de rug van Piet. Pa en tante hielpen de "oude" Sint uit de koets en installeerden hem op een grote rotan stoel. De kinderen namen in een halve cirkel voor hem plaats op de koele tegels en de ouderen op rotan stoelen achter ons. Ik had een meer verheven zitplaats gekozen op de balustrade achter Tanta Lien's stoel en klemde me aan een paal vast. Zodoende had ik, nieuwsgierig Aagje, een beter overzicht op de fees telijkheden. Erwerd gestrooid en gezon gen en we genoten blij om de Sint in ons midden te hebben. Het grote boek werd aangereikt door Piet en ik vond wel, dat het verdacht veel leek op Maatjes kasboek. Een voor een werden we bij Sinterklaas geroepen die onze deugden en ondeugden op somde, en ja zelfs de sapoe lidih kwam er soms aan te pas. Maar je werd niet met lege handen weggezonden, Zo ook tante Lien, braaf vrouwtje, kreeg een extra cadeautje. Ze pakte het uit en ik gluurde gretig over haar schouder wat er wel in de fraaie doos zat, die uit de verpakking kwam. En dat bleek een mangistan te zijn. Ze lachte hartelijk en zei voor zich heen: "Die grapjas weet dat ik niet van mangistan houd". Wie hield daar nou niet van, dacht ik ver baasd, ik was er dol op. Durfde echter niet ernaar te vragen, daar Ma ons altijd voorhield: kinderen die vragen worden overgeslagen. Afwachten dus maar. En ja hoor, op een onbewaakt ogenblik mikte tante de vrucht over de balustrade. Snel als een aapje gleed ik naar buiten en dook zoekend onder de grote tonnen met palmen. Hoewel het donker was kreeg ik hem toch te pakken. Ingelukkig zette ik me op de stoep en beet stevig in de dikke schil om hem open te maken. Tot mijn grote verbazing viel de vrucht vanzelf open in twee gelijke helften en daar, op een bedje van rose watten, fonkelde stralend een diamanten markiesring! "Hoe kan iemand zoiets weggooien" dacht ik naief, "die geef ik aan Maatje. Zoiets moois heeft ze nog nooit gekre gen". De daad bij de gulle gedachte voegend, huppelde ik blij naar haartoeenzei: "Dit is voor Maatje. Ik heb het eerlijk gevon den". Ontsteltenis! "Hoe kom je daar aan? Waar heb je die gevonden?" Ik huilde van schrik. Ma smoesde met Tante Lien. Die veerde met een verrukt gilletje van haar stoel, sloeg haar armen om de hals van Sinterklaas en gaf hem een paar klinkende zoenen. Nou, iedereen lachte schaterend en mijn traantjes werden snel door tante gedroogd. Ik werd geknuffeld en kreeg mijn handjes vol met snoep. Ja, een kinderhand is gauw gevuld, maar toén vond ik het toch sneu voor Maatje. LIES KRUIJSDIJK 25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 25