Huis, thuis en land Iets dikker SCHRIJF BU DE VOORPLAAT (Foto: archief R. L. Mellema) "Precies vijf minuten over half zes werden de respectieve handtekeningen onder het document geplaatst, waardoor de souvereiniteit over Indonesië overgegaan was van het Koninkrijk der Nederlanden op de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië. Zestien minuten nadien daalde in den voortuin van het Paleis op plechtige wijze het Rood-Wit-Blauw, terwijl het "Wilhelmus" weerklonk. Hierop werd het Rood-Wit onder de tonen van het "Indonesia Raya in top gehesen. Het qejuich van de menigte, die in duizenden en nog eens duizenden voor het Paleis stond opgesteld, kende geen grenzen. Een lichte motregen, die aanvankelijk geval len was, hield op en tegen het omhoog gaan van het Rood-Wit deed de zon voor het eerst en voor het laatst dien middag een poging om door het dichte wolkendek heen te breken. Meteen begon ook een frisse bries te waaien. (Bataviaasch Nieuwsblad, 29-12-1949) Op 27 december a.s. zal het 40 jaar geleden zijn dat Nederlands-lndie op hield te bestaan. Wanneer ik dit zeg, zal menigeen daar iets tegenin willen bren gen. Sommigen beschouwen de Japan se inval als het einde, anderen 1 7 augus tus 1 945. Weer anderen zullen een andere datum of gebeurtenis als hèt historische feit aanduiden. Maar op 27 december 1 949 werden handtekenin gen gezet, een vlag ingehaald (en dat is wat anders dan "gestreken") en een andere gehesen. Gebeurtenissen die toch niet zomaar even hebben plaats gevonden. Feit is dat Indonesië enkel te maken wil hebben met 1 7 augustus 1945, maar zouden wij dat ook doen dan zou - onder meer - alles wat gebeurd is tussen 17 augustus 1945 en 27 december 1949 in het luchtledige komen te verkeren. Zo van: het is wel gebeurd maar eigenlijk voor niets en eigenlijk had het allemaal niet mogen plaatsvinden. Dit laatste mag dan 'n kijk zijn op geschiedenis, maar er wordt geen recht mee gedaan aan feiten en gebeurtenissen. En er wordt geen recht gedaan aan een paar honderdduizend Indische mensen die in de jaren '45- '49 hun thuis hebben zien worden tot een huis dat zij mochten huren maar waarvan de meesten de huurprijs niet konden of wilden opbrengen. Omdat we met enkele artikelen stil willen staan bij "40 jaar Indo nesia" heeft dit nummer 8 pagi na's meer dan gewoonlijk. 27 december 1 949 is ook voor mij dè datum. Duizenden verloren toen een huis, honderdduizenden verloren hun thuis, miljoenen kregen hun land. Het land van de kinderen op de voorplaat. Wie zou hen anno 1989 enig recht willen ontzeggen. Wie zou ook hen, juist hen, niet het beste willen wensen. Wie zou niet met hen meeleven nu zij op weg zijn om mannen en vrouwen te worden die al hun talenten zullen geven aan het land waar zij en wij geboren zijn. Zeker, de voorplaat ademt een heel andere sfeer uit dan de bekende school foto's die we altijd op de voorlaatste pagina afdrukken. Wie voor zich hier over gaat piekeren, zal dit jaar meer dan anders beseffen dat 27 december 1949 een bijzondere datum is. En nie mand die hoeft te verbergen dat die dag ook de geboorte was van tempo doeloe, de voorbije tijd waarin Indische mensen een thuis hadden. Iets wat niet meer was, is en komen zal dragen wij met ons mee. "Heimwee" noemt men dat, "nos talgie". Wie echter de ware betekenis weet van "heimwee" zal letten op de toon waarop hij dat zegt. r.b. Wanneer Moesson "dat blaadje" wordt genoemd en onze boekhandel-toko "dat winkeltje" - en dat gebeurt nogal eens - dan word ik een weinig kribbig. Niet alleen is dat een kwestie van zelfrespect, maar gewoon omdat Moesson toch werkelijk alle kenmerken heeft van een volwaardig tijdschrift en omdat onze winkel een heuse etalage heeft. Dat er sinds het bestaan van Moesson mensen zijn die zich verre wensen te houden van dat "petjoh" aan de Prins Maurits- laan of in het gunstigste geval Moesson slechts tussen duim en wijsvinger vast willen houden, is zeker. Hen zij als altijd alle goeds gewenst. Maar hun oordeel over Moesson gaat direkt het andere oor weer uit. Des te meer aandacht echter wordt geschonken aan (op bouwende) kritiek, wensen en opmer kingen van hen voor wie Moesson iets betekent. Hun opmerkingen nu varië ren: van "ga zo door" tot 'ik vind Moesson niet meer zo gezellig Met beide opmerkingen, en alles wat er tussen in zit, kan ik als eerst verant woordelijke echter weinig doen. Zeker, we zullen doorgaan en we proberen Moesson gezellig te houden, maar om dat te kunnen blijven doen hebben we vooral één ding nodig en dat is kopij. "Schrijf, vertel, getuig" was de oproep die onze oprichter Tjalie Robinson vele malen heeft gedaan toen Moesson nog Tong-Tong heette en Indische mensen niet goed wisten wat zij met hun In dische verleden en hun Indisch-zijn aan moesten. Een oproep waaraan gehoor werd gegeven en die ertoe geleid heeft dat Moesson nog altijd bestaat. Moes son was en is nog altijd een tijdschrift dat door zijn lezers wordt geschreven en dat moet zo blijven. Mensen gaan echter dood en vele namen zullen we in Moesson helaas niet meer tegenkomen. Die opengevallen plaatsen moeten worden ingenomen. Door u. Als u vindt dat er te weinig wordt geschreven over Kalimantan, schrijf over Kalimantan. Te weinig humor? Laat ons lachen. Gebrek aan wetenschappelijke artikelen? Maak ons deelgenoot van uw kennis. Begrijpt uw Nederlandse echtgenoot u niet? Waarom niet? Is hij verindischt? En is dat een voorbeeld van cultuurbeinvloe- ding? Honderden voor Moesson rele vante onderwerpen zijn te bedenken. Schrijf mensen, blijf schrijven over het leven toen, het leven nu. Moesson wil alleen blijven als u dat wilt én als u blijft schrijven. RALPH BOEKHOLT AGUS DARUCH Zo noemde August Willem Frederik de Roock zich toen hij na de soevereini teitsoverdracht warga negara werd. Een bewuste keuze, hij hield van Indo nesië, hij meende daar nuttiger te kun nen zijn dan in Nederland. Aan zijn identiteit veranderde niets, hij bleef de integere man met een pientere kijk op politiek en economie. Zijn laatste ambt was hoofdambtenaar bij het departement van financiën in Jakarta. Onder zijn beste vrienden rekende hij Mohamed Hatta en Sjahrir. Levend van een schamel pensioentje in Bogor werd hij 82 jaar. Agus Daruch of De Roock hij bleef een goede vriend van Tong-Tong en Moes son en voorzag ons vele malen van goede artikelen. Een Nederlander, een Warga Negara, die we niet vergeten zullen. LD 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 2