"TOCH
EEN NIEUW
BEGIN"
door Dr. Th. STEVENS
Op 27 december 1 949 vond, in het Koninklijk Paleis op de Dam, de formele
overdracht plaats van de soevereiniteit over Indonesië aan de Republik Indonesia
Serikat, de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië. De overdracht was
mogelijk geworden nadat beide Kamers van de Staten-Generaal op respectievelijk
9 en 21 december het daartoe strekkende wetsontwerp hadden aangenomen. Het
carillon van het Paleis speelde, toen aan alle formaliteiten was voldaan en de
koningin haar handtekening had geplaatst, het Indonesische volkslied "Indonesia
Raya". Gelaten en onwennig, en hier en daar tandenknarsend, werden de klanken
door de op het Damplein verzamelde menigte aangehoord.
Dr. Th. Stevens (52) is universi
tair hoofddocent bij de vakgroep
Economisch-Sociale Geschie
denis van de Universiteit van
Amsterdam. Hij promoveerde
in 1982 op een proefschrift over
het economisch beleid in Neder-
lands-lndië onder Gouverneur-
Generaal Van der Capellen
(1816-1826). Zijn specialisaties
zijn de geschiedenis van Neder
land, Nederlands-lndië en de
Nederlands-Indonesische be
trekkingen.
Tijdens de op 3 november jongst
leden gehouden studiedag van
de Vereniging Geschiedenis,
Beeld en Geluid was Dr. Stevens
een van de sprekers. Zijn rede,
die hij uitsprak in het kader van
de opening van de nieuwe huis
vesting van het Audiovisueel
Archief van de Stichting Film en
Wetenschap te Amsterdam, is
hier afgedrukt.
Wie wellicht mocht menen dat Neder
land het accoord als een onvermijdelijk
gevolg van de voorafgaande ontwik
kelingen accepteerde, doet er ver
standig aan op de stemverhouding in
beide Kamers te letten: accepteerde de
toen uit honderd leden bestaande
Tweede Kamer het ontwerp "Wet
Souvereiniteitsoverdracht Indonesië"
met slechts 71 stemmen vóór en 29
tegen, de meerderheid in de Eerste
Kamer (toen vijftig leden), bedroeg met
34 tegen 1 5 stemmen wel het absolute
minimum. Op het Haagse Binnenhof
werd, in het licht van latere politieke
acties weliswaar met een bescheiden
demonstratie, tegen het accoord gea
geerd.
Onderzoekingen van de publieke opi
nie bevestigen dat de beslissing om de
koninkrijksdelen te splitsen - de "Scheu
ring des Rijks" - voor velen in
ons land een hele dobber is geweest. Ik
herinner in dit verband aan de ont
vangst die het ontwerp-accoord van
Linggadjati in een eerder stadium ten
deel was gevallen. Een comité "Hand
having Rijkseenheid" werd in het leven
geroepen, met heel wat nationale pro
minenten in zijn gelederen en reageerde
scherp op de "verkwanseling van ons
Indië".
Vaststaat dat het Indië-beleid van de
regering, dat meereen moeizaam zoeken
naar een aanvaardbaar compromis dan
een werkelijk beleid genoemd kan wor
den, op steeds minder steun kon reke
nen. KVP-leider Romme, die zich tevo
ren steeds als voorstander van een
"zware Unie" had opgeworpen, ging
tenslotte door de bocht en slaagde erin,
na het vertrek van "haviken" als Sassen
en Beel, de intern verdeelde katholieke
partij onder toepassing van zware druk
over de streep te trekken. De instem
ming van de volksvertegenwoordiging
is tot het laatste moment een hachelijke
zaak gebleven.
Heel anders was uiteraard het beeld in
Jakarta, waar tienduizenden enthou
siaste Indonesiërs op het voormalige
Koningsplein bijeen kwamen om de
gebeurtenissen rond de formele be-
stuursoverdracht in het Merdeka paleis,
van oudsher de residentie van de gou
verneurs-generaal, buiten mee te maken.
De diplomaat J.G. de Beus heeft als
ooggetuige verslag gedaan van de over
dracht door de Hoge Vertegenwoor
diger van de Kroon, A.H.J. Lovink, aan
sultan Hamengku Buwono IX, vertegen
woordiger van de regering van de
"Verenigde Staten van Indonesië". De
Beus wijst met nadruk op de afwezig
heid van Soekarno. De president van de
Republiek, aldus De Beus, was afwezig
omdat hij vasthield aan de stelling dat
de onafhankelijkheid van Indonesië
reeds met de Proclamatie van 1 7 augus
tus 1 945 tot stand gekomen was. Voor
hem betekende de overdracht dan ook
slechts dat Nederland zich ten langen
leste bij het voldongen feit van Indo-
nesië's onafhankelijkheid had neer
gelegd.
De dag van de 28ste december werd
Soekarno's "finest hour". Hij hield een
triomfantelijke intocht in de hoofdstad
van zijn Republiek en heeft vervolgens
in het Merdeka-paleis zijn intrek ge
nomen.
Het is moeilijk om Soekarno's naam te
noemen zonder daarbij aan de spot
prenten te denken die in die tijd in
Elseviers Weekblad aan hem gewijd
werden. Soekarno gold hier als per
sona non grata bij uitstek en werd, ook
in sociaal-democratische kring opgrond,
van zijn optreden tijdens de Japanse
bezetting als collaborateur beschouwd
met wie men niet met goed fatsoen om
kon gaan. Luitenant gouverneur-gene
raal H.J. van Mook ondervond dat tot
zijn schade toen hij eind oktober 1 945,
met vertegenwoordigers van de Repu
bliek waaronder Soekarno een ontmoe
ting had, kort nadat de regering-Scher-
merhorn verklaard had zulks ongepast
te vinden. Van Mooks initiatief moet
gezien worden in verband met de aan
drang die de Britten hadden uitgeoefend
om met vertegenwoordigers van de
Republiek besprekingen te beginnen.
Het negeren van Soekarno en van zijn
positie als staatshoofd is van Neder
landse zijde consequent volgehouden.
Bijzondere aandacht kreeg hij pas toen
hij tijdens de zogenaamde tweede poli
tionele actie van december 1 948 gear
resteerd werd en als gevangene weg
gevoerd.
De Leidse hoogleraar in het Indone
sische adatrecht V.E. Korn, heeft in
1957 het diescollege onder de titel,
"Oosterse visie op westers bewind"
uitgesproken, dat later is opgenomen in
de "Bijdragen van het Koninklijk Insti
tuut voor Taal-, Land- en Volkenkunde",
deel 1 1 3. Halverwege zijn rede stelt
Korn aan zijn toehoorders de vraag:
de nationalistische beweging, hoe
oud schat u die? Vijftig jaar misschien?
Ze is veel ouder, ze bestaat ai eeuwen.
Ze was oudtijds een beetje anders in
haar uiting en de Westerling meende
dan te ontdekken een plaatselijk op
standje, dat gedempt kon worden om
na een tijdje weer op te leven. Er was
een eerzuchtige figuur, die beweerde
te zijn, de naar Makassar terugge
keerde banneling Batara Gowa. Of er
stond een dweper op als "ratu adil"
dan wel een ander soort heilbrenger.
Maar op één punt stemden ze overeen,
ze kondigden een hei/speriode aan
zoals die had bestaan tijdens de voor
ouders, toen alles in de adat nog had
6