Emoties en Mijmeringen Moesson van 1 5 november 1 989 is versierd door een voorplaatfoto die tot fantaseren uitnodigt en bevat een tweetal artikelen, die bij mij nogal wat emoties hebben losgemaakt. Geen emoties van heftige aard, neen, maar toch wel diep genoeg, dat ik dagenlang bezig was met het verklaren en verwerken ervan. Op de foto herkende ikdirektde Indische Oma, die met haar zoon door haar eigen levend verleden loopt. "Adoe Lex, kijk dan toch, die waringin waaronder je altijd speelde staat er nog steedswat is hij mooi geworden. Jammer ja, dat ze die manggabomen gekapt hebben. Vooral de golek was lekker voor roedjak, maar je moest de mangga wel eerst met zout wassen om de getah weg te halenEn zo zal het gesprek voort gekabbeld hebben. Over toenOma's bron van herinneringen overlopend van de voor-oorlogse tijd naar de onafwend bare verwoesting van haar eigen veilige en dierbare wereld, toen de Jappen kwamen. Naarmate ze ouder werd in Nederland kwam er een gevoel van berusting over haar. Het gezin had zich aangepast aan de Nederlandse omstan digheden en Paatje had het niet eens zo slecht gedaan; was geëindigd als boek houdervan een speelgoed handel. Maar sinds hij er niet meer was begon dat gevoel van teruggaan weer te zeuren. Waarom was ze eigenlijk weggegaan? "Je kon toch niet anders! Ik was veel liever in Indië gebleven, maar zelfs de Indonesiërs waren niet vriendelijk meer tegen onsja, nu zijn ze weer dezelfde lieve mensen van vroegerEn dan komt er een betoog over de vele be dienden, die Oma bij haar dagelijkse werk hielpen. Tijdens de bezetting veranderde de zo vertrouwde maatschappelijke structuur. De voor-oorlogse standsverschillen werden wel zo lang mogelijk in stand gehouden maar toen uitzicht op spoe dige afloop van de oorlog ijdel bleek, werden de sociale muurtjes gauw ge slecht. Men moest de oorlog zien door te komen om man en zoon weer lief hebbend in de armen te kunnen sluiten. Indo vrouwen en kinderen werden, in principe, niet geïnterneerd door de overheerser. Een enkele vroeg vrijwillig geïnterneerd te worden met de totok vriendinnen. Uit solidariteit? Uit angst voor represailles later? Al vroeg werd door een enkeling ingezien, dat 'buiten het kamp blijven' kon worden uitgelegd als passief collaboreren met de vijand. Tenminste kon het stigmatiserend wer ken als je niet in het kamp terecht was gekomen. Je zou misschien wel van 'heulen' verdacht kunnen worden "Ach jongen, wij hebben altijd genoeg te eten gehad, al was het maar rijst met tempe en sambal. Ik maakte allerlei koekjes en verkocht ze langs de deuren ook heb ik wel eens sokken gebreid voor de Jappen, je weet wel, die met de grote teen d'r uit. Die werden dan opgehaald door tante Jetty, die ze dan weer aan de Jap verkochtneen, de Jappen zijn nooit bij ons thuis geweest. Wat hadden ze bij ons te zoeken, een zwoegende moeder met twee zoontjes, jij was nog maar 9 en Robbie 7. Geluk kig had ik geen opgroeiend meisje in huis, want die families kregen het soms heel moeilijk. Om de haverklap lastig gevallen door Jappen. Lientje was toen net 1 4 geworden en ze was wat je noemt een 'beauty'tante Jetty kreeg het op haar zenuwen als ze slerot-slerot van de Jappensloffen over het grind hoorde. Gelukkig maar heeft ze het telkens goed kunnen opvangen maar soms moest ze een Jap wel bin nenlaten en dan dronken ze thee bij haarzo vroeg een van hen hulp om sokken te laten breien, tegen redelijke betaling, de breikatoen werd door hen geleverdSoms dacht ik of zoiets ook heulen met de vijand genoemd kon worden, maar Paatje zei later, toen hij terugkwam, dat we toch niet anders konden, we hadden geen geregeld in komen en ook niet veel om te verkopen, en ook later, dus na de oorlog, leek niemand er aanstoot aan te nemen." Eenmaal in Nederland werd hetal gauw duidelijk dat tienduizenden Nederlan ders ook voor de bezetter gewerkt had den, bijvoorbeeld bij de politie of als ambtenaar bij 't Rijk of Gemeente. Ze bleven gewoon hun voor-oorlogse werk doen. Eigenlijk zijn ze er nu, na zoveel jaren nog niet helemaal uit waar de grens van collaboreren met de vijand moet liggen. Gemakkelijk zijn die geval len die kunnen worden aangemerkt als 'oorlogsmisdaden', maar ook daar heb je kleine en grote onder. Zelfs onder de grote zijn er nog vele die hun gerechte straf ontkomen zijn, omdat ze op tijd geëmigreerd zijn, naar Duitsland of ergens in Zuid-Amerika. En zijn er niet velen de dans ontsprongen, omdat ge tuigen tegen hen niet meer te vinden waren?"Daarom jongen, doet het pijn dat na zo'n lange tijd er nog steeds mensen verhalen opschrijven over de oorlogstijd en daarin mensen beschul digen van heulen met de Jap, zonder dat ze daarvoor harde bewijzen hebben. Als ze die hadden waren ze er toch al lang mee gekomen. Waarom zouden ze dat doen, ja?Misschien om hun verhaal interessanter te maken? Of om zichzelf er nog beter door af te schil deren? De wandeling door de tuin van het vroegere huis is ten einde. Oma gaat nog even naar binnen om de huidige bewoners, een vriendelijk Indonesisch middenstanders echtpaar te danken voor de gastvrijheid. De tevoren uitge wisselde namen en adressen worden nog even doorgenomen en dan wordt er afscheid genomen. "Als u weer eens naar Indonesië komt bent u van harte welkom, u hoeft niet eerst te schrijven, iemand van ons is toch altijd thuis. Maar u kunt ook bij ons logeren ja, tegen een kleine vergoeding, maar dan wel op tijd schrijvenen Oma met zoon wordt uitgeleide gedaan tot aan de straat, waar een betja wordt aangehouden, die naar het pension gedirigeerd wordt. Als je oma zou vragen of ze de tuin goed heeft bekeken, dan zal je merken, dat haar wel allerlei veranderingen zijn opgevallen, maar dat ze ju ist zo genoten heeft van wat er nog stond van vroeger. Die hebben haar herinneringen ontslo ten en doen vertellen van toen.... "Waarom hebje deze dingen niet eerder verteld Ma?", vraagt Lex wanneer ze samen in de schuddende betja door de hoog op zijn zadel zittende rijder door het onmogelijk chaotsche verkeer wor den geleid. "Ik weet niet, jamis schien omdat wij weer even thuis zijn daar in Holland lijken sommige zaken zo anders dan hierZoonlief fronst zijn wenkbrauwen even en denkt met, een voor hem ongewoon gevoel van tederheid: "Ze wordt al zo oud, we zullen maar weer gauw sparen om weer hier terug te komen, het doet haar zo goed." Misschien zijn het de sfeervolle winterse dagen die zo vroeg over ons gekomen zijn, die mij geconditioneerd hebben tot het krijgen van emoties, die ik vertaald heb in het bovenstaande verhaal. De kou noopt tot het zoeken naar afleiding binnenshuis en als je dan niet meteen naar de TV knop grijpt, kan het wel eens gebeuren, dat je begint te mijmeren over alles en nog wat. (lees verder volgende pagina) 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 5