Planten uit de Tropen
ANANAS
NflNflN - flNANA
Bromeliaceae bromelia-achtigen
De ananas behoort tot een heel grote
familie n.l. de bromelia-achtigen.
ANANAS - de koningin van de zuid
vruchten - is de enige bromeliasoort
met eetbare vruchten. Deze oude cul
tuurplant komt oorspronkelijk uit Brazi
lië. Lang voordat Columbus Amerika
ontdekte aten de Indianen de toen nog
zaadrijke en kleine ananas. Ze noemden
de vrucht "nana" wat kostelijke vrucht
betekent. Columbus was de eerste Euro
peaan die de ananas proefde bij de
Indianen op het eiland Guadeloupe.
Behalve als voedsel gebruikten de
Indianen de stekelige plant als omhei
ning voor hun woning om ongewenste
dieren te weren. In 1493 maakten de
Spanjaarden kennis met de ananas pina.
De naam pina heeft ze omdat de ananas
de vorm heeft van een pijn of denne-
appel (pineapple). Een halve eeuw later,
1 548, werden ze in Indonesië ge
kweekt dankzij de Portugese en Spaanse
ontdekkingsreizigers. De sterke en
makkelijk te vervoeren plant verspreid
de zich spoedig door heel Azië en
enkele eilanden in het zuiden van de
Stille Oceaan.
Nu komt ze in alle sub- en tropische
delen van de wereld voor, gekweekt en
in het wild.
Ongeveer in 1 700 begon een Amster
damse koopman de ananas te verede
len. Deze veredelde planten verkocht hij
aan Engeland en Frankrijk. Deze twee
landen gingen de vruchten op grote
schaal verbouwen in kassen. Ze kweek
ten nieuwe soorten met grotere vruchten
en zonder harde pitten. De verbeterde
soorten werden weer uitgevoerd naar
de andere werelddelen. In de 19e eeuw
verdween de kasteelt grotendeels om
dat vooral op de Hawaii-eilanden de
ananasteelt een grote omvang nam. Het
nieuwe ras kwam op Hawaii via Australië
uit Engeland. Hawaii levert meer dan
50% van de wereldproduktie. In de
hoofdstad Honolulu spuiten enkelefon
teinen heerlijk gekoeld ananassap. Op
de Filippijnen verbouwen ze ananas
met andere gewassen zoals papaya,
bananen en cocospalmen. De Filippijnen
zijn de grootste expoteurs van verse
ananas. In Thailand wordt de ananas
gecombineerd met rubberbomen. Op
het eiland Mindanao in de Polomolak
vallei ligt een meer dan 7000 hectare
grote ananasplantage, de grootste ter
wereld.
De vrucht rijpt alleen aan de plant; daar
worden suikers en aroma gevormd. Het
narijpen is in beperkte mate mogelijk.
Vers geplukte ananassen worden bin
nen één dag vervoerd naar het buiten
land, vooral naar Japan. Er zijn rassen
gekweekt die het vervoer goed kunnen
doorstaan. Rijpe vruchten geuren sterk,
Ananas op Bali.
de schubben hebben bruine punten en
de kleur is naargelang de soort oranje
geel of geelgroen. Drukt men zachtjes
op de onderkant van de vrucht dan
moet ze meegeven. De bovenste kroon-
blaadjes moeten makkelijk losgetrokken
kunnen worden. De vruchten altijd op
kamertemperatuur bewaren, nooit in de
ijskast. Te lang bewaarde ananas kan
uitdrogen. Om het rijpen te bevorderen
kan men de ananas samen meteen rijpe
banaan in een plastic zak bewaren. De
tani (landbouwer) in Indonesië past
een middel toe om de ananas vlug te
laten rijpen door middel van kunstmatige
broeiing. De ananassen worden enige
tijd in een kist of kuil gelegd samen met
schillen en bladeren. De kleine ronde
ananas uit Bogor is de lekkerste en de
sappige grotere ananas uit Semarang
wordt veel gebruikt als medicijn. In
Thailand is een soort gekweekt, nl. de
"honing of Boedda ananas" die gemak
kelijk geschild kan worden en erg zoet
is door het hoge suikergehalte.
De meest bekenden zijn de ananas
comosus (gekuifd), de ananas satives
die gezaaid wordt) en de ananas
lucides helder, schitterend) die ste-
kelloze bladeren heeft. Veel rassen zijn
nog voorzien van scherpe bladstekels;
daarom dragen de vrouwen in Thailand
lange schorten en dikke handschoenen
om de vruchten vlug en met vlijm
scherpe messen af te snijden.
De ananasplant bestaat uit een dicht
roset van zwaardvormige dikke grijs
groene bladeren, al of niet gestekeld.
De bladeren kunnen 1 20 cm lang wor
den. De bladeren zijn watervasthoudend
en de bladkoker fungeert als water- en
humusreservoir; deze wordt benut door
de bijwortels. De uitgegroeide bijwortels
zitten tussen de bladvoeten. De plant
heeft weinig echte wortels en een z.g.
tankwortel (een tankwortel is in staat
het water vast te houden). De plant is
1 meter hoog. In de bladoksels kunnen
uitlopers met bladrosetten ontstaan.
Na VA a 2 jaar (dat ligt aan de soort)
komt uit het midden van het bladroset
een korte purperen bloemaar.
De 30 cm aarvormige bloeiwijze
bestaat uit veel langwerpige toegespit
ste schubben met drietallige rose
bloemen, zo n 100 in getal. De bloem
pjes gaan zonder bestoven te worden
tot vruchtvorming over. leder bloempje
wordt een bes die samen met de steel
en de schubben tot één vlezige kegel
vormige schijnvrucht (syncarpium) ver
groeit. Van de afzonderlijke bessen zijn
alleen de veelhoekige afgeplatte schub
ben aan de buitenkant van de ananas te
zien. De bovenste schutbladen van de
bloemaar veranderen in een groen blad
kroontje. Aan de afgeplatte schubben
zijn de eigenschapen van de ananas te
kennen: hoe groter het reliëf hoe aro
matischer de vrucht. Kleine reliëfs min
der aromatisch maar wel sappig en
zoeter.
Gewoonlijk krijgt de ananas 2 oogsten.
De 2e oogst komt na 1 5 a 1 8 maanden
na de eerste oogst uit de zijscheuten
van de plant. Na de vruchtafscheiding
of nadat de plant vruchten heeft ge
dragen sterft ze af na veel uitlopers te
hebben gekregen. Met deze uitlopers
worden de planten vermeerderd én door
middel van het groene bladkroontje
boven op de ananas. Een bestoven
ananas zit vol zaad. De kolibri is de
enige vogel die met zijn lange snavel de
nectar op de bodem van de bloemen
kan bereiken en zo voor kruisbestuiving
kan zorgen. De ananas kan 1 tot 4 kilo
wegen. De grootste vrucht die ooit
gekweekt werd woog bijna 8 kilo en
kwam uit de Filippijnen. De ananas
planten worden soms bedreigd door
aaltjes (heel kleine wormpjes). Deze
kunnen hele velden vernietigen omdat
18