Desa Suter. Het huis van ons pleegkind en familie, gebouwd met De hele toko gaat mee op de fiets. behulp van het Foster Parents Plan. Rondom het huis tal van altaartjes. gezegd; prijzen zijn belangrijk en Dhaman informeert wat wij voor deze taxi betalen. Rp.40.000 is dan kenne lijk een heel aantrekkelijk bedrag want hij heeft een vriend die een auto heeft en voor dat bedrag wil hij best, samen met die vriend, een dag met ons over het eiland toeren. We begrijpen nu ook waarom onze chauffeur bij het afscheid steevast zegt: Saya senang sekali, want boven de afgesproken prijs laten we 'm steeds mee eten en krijgt hij ook nog een leuke fooi. Als we al gedacht hadden dat ons bezoek aan ons pleegkind iets bijzonders was dan worden we nu snel uit de droom geholpen. Begeleiding van pleeg ouders is het dagelijks werk van Dhaman en desa Suter waarheen wij op weg zijn krijgt maandelijks enkele keren bezoek van pleegouders. Het dorp staat dan ook echt niet op z'n kop als wij er binnen rijden. We worden binnen geloodst in een soort dorpshuis waarin ook het kantoor van de kapala desa is gevestigd. Behalve de kepala desa zitten er nog een paar mannen waar we kennis mee maken. Ze zitten daar niet om ons te verwel komen maar er moet een trouwerij plaatsvinden en bruid en bruidegom laten op zich wachten. Ook de sociale werker van Suter die met ons mee moet naar ons pleegkind laat op zich wachten, 't Duurt lang en al die tijd gebeurt er absoluut niets. Met z'n allen zitten we zeker tien manuren te verknoeien met niets doen. Tijd is in Indonesië nog geen geld. Als de man eindelijk arriveert gaan we met z'n allen op weg naar het huis van Pejet, ons pleegkind. We weten dat hij geestelijk gehandicapt is en ook z'n vader maakt op de foto's die we nu en dan krijgen geen al te slimme indruk. Als we bij hun huis komen vinden we het dan ook niet eens zo heel vreemd dat alleen schoonzus met twee kinderen thuis blijkt te zijn en waarschijnlijk ook niet op de hoogte was van onze komst. Haastig wordt er een grote bank in een kamertje geschoven en daar worden wij op geïnstalleerd, 't Is er snikheet en het stikt er van de vliegen. Er wordt een raam open gezet waardoor de vliegen vrij snel verdwijnen maar door de deur komen tientallen kinderen en volwas senen naar binnen om ons van ander halve meter afstand te gaan aanstaren, 't Jurkje dat Lies in een opwelling op de pasar in Kabanjahé kocht blijkt precies te passen als vervanging van de vodden waar het dochtertje van schoonzus in rond loopt. Schoonzus krijgt ook een nieuwe blouse waar ze best aan toe is en intussen vragen wij ons af waar ons pleegkind blijft. Na heel lang wachten komt hij eraan in gezelschap van z'n vader en een oudere broer. Alle drie keurig aan gekleed en schoon gewassen. We den ken dat ze eerst alle drie een schoon maakbeurt hebben gehad. Broer is goed bij de tijd en hij leidt ons rond in het huis en op het erf. 't Huis is gauw bekeken, 't Is gebouwd met hulp van F.F.P., is van hout maar heeft een cementen vloer, 't Is klein en we krijgen in de gaten dat het niet bewoond wordt door ons pleeg kind met z'n vader maar door broer, Met Galungan zijn het de vrouwen die de offerandes naar de De tempel op een rots in zee bij Tanah Lot. tempel brengen.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 11