VAN DE HAK OP DE TAK
16
'asar Pen.
Nawir cs.; een vreselijk pak op m'n d.
toen werd ontdekt dat ik rookte 1 3 was
ik en als ik de neef die me dit leerde
tegenkom, draai ik 'm z'n nek om);
gefluisterde sexvoorlichting van oudere
school- en buurvriendjes en van Pa
d.m.v. een boek getiteld "Ziekten van
plezier" toen ik jarig en 1 5 jaar werd;
subliem). De verdiensten werden op
gepot voor een échte elektrische
hawaiian guitar versterker. Onder
tussen was Pa om gezondheidsredenen
op nonactief en trokken we bij zus en
zwager in. Zij werkte op het Gouver
neurskantoor en hij bij Staatsspoor. Ma
mocht voor hun kinderen en mij zorgen.
Zaterdagavond naar de bioscoop met
opgespaarde centen. Mocht (tegen be
taling uiteraard) van m'n zwager tuin
bank en -stoelen een verfbeurt geven.
Toog vrolijk dagelijks aan het werk,
vroeg halverwege de klus om voorschot,
toen financiën op, ijver ook stengah
mati. Zaterdagavond naar de bioscoop,
klas kambing f 0,20 (zodra lichten uit
gingen naar binnen, stel je voor dat je
vrouwelijke klasgenoten je zagen), fiets-
stalling 5 ct. Ging bij voorkeur naar
Luxor of Sampoerna daar ik in die buurt
familie had wonen dus aldoende 5 ct.
Pasar Peneleh.
mocht als anak mas niet zwemmen
maar leerde het toch op Seaside (Tg.
Perak); leerde ukelele, guitaar en string-
bas spelen, speelde in bandjes en
won op Haw. concoursen in Stadstuin
en Nirom 4e, resp. 2e pr., zat meer
achter muziekinstrumenten en leuke
kippen dan studieboeken waardoor twee
opeenvolgende klassen moesten wor
den gedoubleerd en dus verwijderd vide
art. zus en zoveel. Extra teleurstelling
voor Pa die notabene bestuurslid was
van de Chr. Mulo in Embong Woengoe.
'r Komt niets van jou terecht. Zoek nu
maar zelf een school uit", 't Werd de
B.A.S. en omdat ik slecht was in bank
en plaatwerken werd ik elektriker. (Ben
het nu nóg.) De theorie was eenvoudige
kost zodat ik me weer kon wijden aan de
muziek, speelde voor de Nirom II op
zaterdagmiddag tijdens het Indonesisch
kinderuurtje, op bruiloften en partijen
(vooral de Chinese bruiloften waren
uitspaarde (fiets bij hen op het erf). Als
de première in de grote bioscoop gemist
werd, geen nood, de film kwam t.z.t. in
de openluchtbioscopen terug. Entree
nóg goedkoper en als het regende
vluchtte men naar het duurdere over
dekte gedeelte.
Ben al 31 jaar in Holland, één keer naar
de bios geweest (Cleopatra) en ik weet
dus niet hoe het hier toegaat, maar in
mijn vlegel- en puberjaren brak er een
gefluit en gejoel uit als Errol Flynn z'n
degen trok. Hoe goedkoper de rang des
te harder lawaai, weet u nog?
Toen ik "teener" werd (m.i. néoorlogse
term voor vóóroorlogse leeftijd vanaf
1 7 jr.) en meer zakgeld kreeg kon ik
duurder zitten. Mét kip 45 ct„ als mooie
kip 60 ct. en demo als vervoermiddel.
Na de voorstelling zonder tawarren in
zo n ding gestapt, prijs viel nooit mee en
dus drie weken geen dure bioscoopjes
maar "parken Prachttijd. Kwajongens-
Ik ben in '22 in Soerabaja geboren, eerste 8 levensjaren doorgebracht tussen
Boeboetan-kerk en Oranjeschool. Pa was koster en ik moest "gezicht wassen" (op
last van mijn gelovige moeder) met het doopwater. Het huis was "angker", iedere
kostersfamilie moest een veer laten in de vorm van een gezinslid. Bij ons was dat
mijn 1 2-jaar oudere broer. Tussen ons waren er geen kinderen, dus ik was de
jongste en laatste zoon. Pa was 50 toen ik kwam, Ma acht jaar jonger. Ik had drie
werkende zusters, later aangevuld met twee werkende zwagers, dus o-n-t-z-e-t-
t-e-n-d verwend als nakomer. Schijn nogal gedreind te hebben waardoor ik op
5-jarige leeftijd naar school mocht. Was immers "next door".
In de 4e klas begon de ellende. Steeds
"voorwaardelijk" over. Door bijlessen
e.d. mocht ik blijven. Intussen verhuisd
naar Peneleh waar Pa naast de Euro
pese begraafplaats kwam te wonen
als opzichter. Hoor Ma nog zeggen:
"Als ik ooit "iets" zie verlaat ik je op
staande voet". Elke "malam Djemoea"
(legi?) (ik schrijf het zoals je het froeher
uitsprak) werd de binnenmeid met een
wierookschaaltje (kèjenagaan, als Indo
weet ik niet eens meer hoe zo'n ding
heet) door het hele huis gestuurden
vooral de hoeken en kolongs niet ver
geten. In de acht jaar daar doorgebracht
nooit wat gezien of gemerkt.
Een van Pa's taken was voor de stoet uit
te lopen om de overledene naar het graf
te brengen en, als niemand anders het
kon, de aanwezigen namens de nabe
staanden te danken voor hun komst. De
eerste paar keren heb ik de stoet (in
hansop) stiekem gevolgd en van een
afstandje vol trots Pa bekeken als hij
voor de stoet uitSCHREED. En zoals hij
sprak, goh, dat kon geen enkele andere
vader. N.B. Ik was 8-9 jaar, liep na
schooltijd in hansop en naar gelang van
het speelseizoen met knikkers of plaat
jes op zak, vliegers op de rug met de
poespang om hals en een der schou
ders, sawohpitten e.d. Op de begraaf
plaats groeiden allerlei vruchtbomen:
mangga, djamboe, gedondong, djoewet.
Mocht nergens van eten zei Ma. "De
bomen voeden zich met mensenvlees
Deed het dus toch, Ma, Pa en andere
familieleden later ook wel. De hele
begraafplaats was mijn speelterrein.
Had ook de meeste en mooiste vliegers
want als er een lajangan pedöt ging
werden katjongs en buurjongens bij de
poorten aangehouden. Ziet de lezer het
voor zich?
Deze 8 jaren zijn de gelukkigste, nou
jagelukkig, uit mijn kinderjaren. De
eerste (2e hands) fiets, van freewheeler
naar doortrapper gemaakt met hulp van
de buurjongens: de eerste leren bal
(een 3tje) waarmee op blote voeten
werd gevoetbald op het parkeerterrein
van de begraafplaats; na een toelatings
examen voor MULO afscheid van de
lagere school; veel zeuren om lid te
mogen worden van HBS-voetbalclub
op Tambaksarie (broer nl. overleden
t.g.v. een voetbalongeluk) waar ik het
nooit verder geschopt heb dan juniorlid
maar met open mond staarde naar