Batikkerijen op Java omstreeks 1900) SOERAKARTA zelfs zover te beweren dat al vinden die mannen dat zij een gelukkig huwelijk hebben, het naar hun mening niet zo kan zijn. Dit onbegrip voor de Indische samenleving treffen wij ook aan in het begin van de 19e eeuw toen de Engelsen Java veroverd hadden. Tot hun schrik ontdekten zij dat de Hollandse vrouwen veelal van gemengde afkomst waren. De sarong en kabaai waren in hun ogen als zoveel Indische gebruiken niet zoals het behoorde. Wat betreft de huidskleur werden de Indische dames die aan spraak maakten op een pensioen door hen op een van de door het Engels tussenbestuur geïntroduceerde lijsten geplaatst. Op deze lijsten werd men ingedeeld naar huidskleur nl. fair, light en black. De meesten kwamen natuurlijk op de laatste lijst en naar aanleiding daarvan merkte Dr. F. de Haan, destijds archivaris van het Landsarchief te Batavia, op 'hoe meer pigment hoe minder payement'. Het is geen toeval dat juist het vrouwelijk deel van de Indo-Europese gemeen schap door middel van batikken zich van een inkomen verzekerde, want het waren van oudsher de vrouwen van de Javaanse adel en priaji's die de batik kunst beoefenden. De Indo-Europese vrouwen waren geboortig uit families die meestal al meerdere generaties op Java gewoond hadden. Door hun vele contacten met de Javaanse bevolking waren zij op de hoogte van de gewoon ten en gebruiken, hetgeen bijvoorbeeld aangetoond wordt door het feit dat de doekoens in Javaanse dorpen niet zel den Indo-Europeanen waren. Daarom zullen zij ook eerder dan de totoks kennis hebben gekregen van de batik techniek. Vele vrouwen die in de jaren 80-90 een batikbedrijf bezaten waren toen al een jaar of veertig en vaak weduwe. Zij zullen ongetwijfeld in hun jeugd wel al gebatikt hebben en uit eindelijk door omstandigheden ge dwongen er hun brood van hebben gemaakt. Verspreiding der Batikkerijen Uit verschillende bronnen blijkt dat tus sen 1880 en 1890 het batikken op grotere schaal beoefend gaat worden, met name in Banjoemas, Soerabaja, Pekalongan, Djokjakarta en Soerakarta worden door voornamelijk vrouwen bedrijven opgericht met meerdere werk nemers in dienst. Op deze pagina vindt u een lijst van batiksters en enkele batikkers waarvan bekend is dat zij het batikken als bedrijf uitoefenden. Ver moedelijk zijn de batikkerijen in Djokja en Banjoemas de oudste ondernemin gen. Het aandeel in de totale produktie was naar men kan aannemen toen niet onbelangrijk. De namen van de batiksters uit Peka longan waren grotendeels al bekend omdat zij hun werk signeerden. Doorde heer H. Veldhuisen is hierover veel gepubliceerd in de tentoonstellings catalogus "Blauw en Bont", in 1980 uitgegeven door Museum Nusantara in Delft. Het signeren van batiks kwam buiten Pekalongan nauwelijks voor waardoor het moeilijk is om aan te geven welke batiks in de verschillende batikkerijen werden vervaardigd. Uit gesprekken met een aantal nakomelin gen blijkt dat veelal de klassieke Ja vaanse patronen werden toegepast. Aangezien juist in Pekalongan geheel nieuwe patronen en versieringsmotie ven werden ontwikkeld, heeft men zich door middel van een signatuurtrachten te wapenen tegen het nabootsen van de vernieuwingen. Later werd dit soort batiks zelfs met signatuur en al door anderen nagemaakt. Opvallend in de lijst is dat er familiebanden blijken te bestaan per regio. Niet aangetoond kon worden dat er migratie van de Vorsten landen naar Pekalongan of andersom heeft plaatsgevonden, waardoor de sterke regionale verschillen wel begrij pelijk zijn geworden. De hierna volgende tabel, overgenomen uit het Batikrapport (1930), toont aan dat het aantal Indo-Europese batikke rijen omstreeks 1 929 aanzienlijk was verminderd. Aantal batikkerijen op Java en Madoera Europ. Jav. Arab. Chin. West-Java -1472 285 Midden-Java 12 1804 418 113 Oost-Java - 239 24 17 De Javaanse batikkerijen waren voor namelijk gevestigd in Pekalongan 1107), Soerakarta (236) en Djokjakarta (1 78). De Chinese batikkerijen waren iets meer verspreid maar kwamen voor al in Lasem (120) en Banjoemas (77) voor. Europese batikkerijen waren er in Banjoemas (3), Soerakarta (3), Djokja karta (3) en in Pekalongan (3). BANJOEMAS Hulsthoff, Jan Pieter Bemardus Lyon, Martin Hendrik Albert de Oosterom, Mw. van Willems-Willems, Mw. A. L. Pieplenboseh-Zimmerman, Mw. Rosalina W. DJOKJAKARTA Berg, Mw. van den Bernet, Wed. Doppert, Vreede Wilhelm Graca-Pruijssenaere d.l. W„ Magdalena Constatina A. de Heur-Leraschi, Louisa Israel-Voorneman, Mw. Klaring, Mj. F. Klaring-Reuter, Mw. A. Kriegenbergh-Voorneman, Mw. C. von Lawick van Pabst, Mj. W. F. Lichte Jr., Wed. Lichte, Mj. W. Lichte, Wed. M. A., geb. Marks Marks, Mj. F. Mouthaan, Wed. R. M. C., geb. Reynaers Pijma-van Hensbeek, Henriette Carolina Poublon, Mw. P. Smit, Carel Jacob Barend Smith-Begeman, Carolina Louise Terbeek, Wed. B., geb. van Gent Verwoord, Wed. PEKALONGAN Abell, Mw. J., geb. J. Th. A. Poublon Ardenne, Mw. J. C. van, geb. Simonet Beer, Wed. de Berg, Mw. van den Berg, Wed. L. van den, geb. Smith Carp-Kapila, Maria Paulina Croix, Mw. de la Drinkhuijzen, Mw. J. G., geb. D. Ch. Fredriksz Drinkhuijzen, Th. Ferns-Gregory, Mw. S. W. Feunum, S. B. Fischer, Mw. B. Fisser, Mw. H. G, geb. R. B. van der Werff Frederiks, L. Guldenaar, Mw. M., geb. Flores Haighton, Mw. Heijerdahl, Mj. E. Th. Jans, Wed. Th. J., geb. A. J. P. Veenstra Leverkuhn, Mj. Leverkuhn-Heijerdahl, Laura Meijer, Mw. C. H. Meijer-de Batz, Carolina Maria Metzelaar, Wed. L., geb. H. C. de Stoop Meulenhoff-de Haan, Wed. Johanna Lucia Niepoth, Mw. J„ geb. L. Th. Hoff Ruyter-Niepoth, Maartje de Scharff van Dop, R. Simonet, Mw. Simons-Loye, Mw. Anna H. M. L. Tessers, Mw. J. E., geb. J. W. Slootman Toorop, J. W. Toorop, Mj. D. Toorop, Mj. J. Toorop, Mj. J. I. Toorop, P. A. Topp, H. Wiler, Mw. Williams, J. Witt-Meijer, Josephine Antoinette de Wollweber, Mw. A. Zuijlen Mw. Alphons van, geb. E. Ch. Niessen (Eliza) Zuijlen, Wed. J. van, geb. C. J. Niessen (Tina) POERBOLINGGO Berg-Langras, Catherina van den POERWOREDJO Rijfkogel, Mw. C. W„ geb. Schouten SOERABAJA Meijboom-Schuurman, Mw. L. C. (te Gemblongan) Muller Josef en Co. Pasar Besar Charpentier-Kiliaan, Cornelia Coenraad, E. Flohr, Wed. A. S., geb. Samuelsz Flohr, Wed. H. C., geb. Mischke Haubner, Mj. F. W. C. L. Heijde, Mw. Ch. G. van der, geb. van Gijen Jensen, Mw. E. Kussij-Mischke, Leontina Leonora Lucardie, Mw. M„ geb. Schmidgall Portier-Kiliaan, Johanna Anthonetha Roggen Mw. L. F. van, geb. Mischke Ruempol-Schomers, Maria Francina Smith-Kiliaan, Wed. Christina Wilhelmina Stoelman, Mw. L., geb. Veerman Tielman, Wed. J. A., geb. Coenraad Wijnhamer, Wed. J. M., geb. Mischke 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 24