POIRRIE'S PERIKELEN" KVr#' Johan voöKJ 1/1 KLOOFKAMPREIZEN NIEUW-GUINEA SPECIALIST Verzorgt en begeleidt U op de door uzelf samengestelde reis. Dit geldt eveneens voor de andere eilanden van de Indonesische archipel. Groepsgrootte maximaal acht personen. Info: Ruit van der Stoep 05120 - 1 63 44 In tegenstelling tot de algemene post vatting, dat saté-ajam met pindasaus onze belangrijste bijdrage is geweest in het totstandkomen van een gemengde oost-west cultuur, moet worden vast gesteld, dat deze eer veel eerder toe komt aan onze vreemde-klanken-rijke en met nog veel meer vreemde gebaren en grimassen opgesmukte verteltrant. Sinds onze komst in dit koude land, heeft het nagebootste geluid van rem mende auto's, omvallende wandmeu- bels en andere dagelijkse calamiteiten zich in combinatie met alles verdui delijkende gelaatsuitdrukkingen en lichaamsbewegingen zich zo populair weten te maken, dat van het oorspron kelijke, gortdroge taalgebruik weinig meer te bespeuren valt. Tot in de verste uithoeken des lands kan men nu vergast worden op de prachtigste klank- en gebaarrijke vertellingen. Vroeger hadden alleen Italianen en andere zuiderlingen de naam, maar tegenwoordig mept ook de gemiddelde Nederlander dankzij onze inbreng letter lijk alle glazen van tafel als hij figuurlijk wil aantonen hoe hij een probleem van de tafel heeft geveegd. Zelfs TV-weer- profeten bedienen zich van (eigenlijk) overbodige, maar toch kijk- en luister cijfers verhogende grimassen en hand bewegingen om hun misselijkmakende voorspellingen aannemelijk en aanvaard baar te maken. Daar schieten wij geen barst mee op, maar bewijst wel de hoge waarde van het door ons geïmporteerde communicatie-fenomeen. Kortelings mocht ik mee aanzitten tij dens een gesprek, dat zich vrijwel uit sluitend op bedoelde wijze ontspon en tamelijk tumultueus eindigde. Hoofd spreker was Johan, de stevige zoon van een kippenboer. Op zich geen bijzonder heid, want de kippenboeren tieren hier in de buurt van Beekbergen welig. Wel bijzonder was, dat de anders altijd op geruimde Johan in een peststemming aan de stamtafel van ons recreatie centrum zat en al ruim een kwartier tegen een glas verschaald bier aankeek. Een veeg teken, want Johan kan gewoon lijk goed met het gerstenat overweg. Daarom voegden wij ons bij hem en begonnen een praatje. Na enig aandringen kwam de aap, of liever gezegd de kip uit de mouw. De stakker bleek te worstelen met een afschuwelijke ervaring die hij bij het dagelijkse om hals brengen en plukken van kippen in het bedrijf van zijn vader had opgedaan. Die slacht- en plukbe- zigheid noemt hij trouwens steevast mollen en jasje uittrekken. Voor de outsider nare termen, maar in die wereld is men nu eenmaal niet zo kinderachtig. Naar Johan ons na nog wat aandringen met een grafgezicht en griezelig echte hak- en rukbewegingen toevertrouwde, had hij die dag al een heel leger export- kippen zonder jas naar de eeuwige consumptievelden geholpen, toen er ineens iets mis ging met zijn eigen lopende band ritme. Hij zuchtte diep, schoof afwezig het glas verschaald bier van zich af en wees vervolgens met een trillende vinger naar de lange rijen flessen achter de bar: "Allemaal kippen...", verder kwam hij niet. Door emoties overmand liet hij zich van de houten bank glijden en keerde ons de rug toe. Met in de zakken gestoken handen en in de nek geworpen hoofd bleef hij minutenlang naar de TL- buizen staren, toen vermande hij zich en nam weer plaats, ledereen zweeg en keek nieuwsgierig naar de rijen flessen toen hij daar weer naar wees en met verstikte stem zei: "die ene kip..." Hij maakte zijn zin weer niet af, maar streek met dezelfde vinger als een mes langs zijn keel en trok daarna in een snelle, vloeiende beweging zijn jas uit. Eigen lijk was het meer een windjack. Wij wisten nog niet waar hij naar toe wilde, want mollen en jasje uittrekken was zo'n beetje Johan's tweede natuur ge worden, dus drongen wij nog een keer tje aanen vroegen benieuwd: "Entoen?" Johan keek ons even verwijtend aan alsof wij hem op de pijnbank legden. Indroevig boog hij het hoofd en bekende, dat hij door een kortsluiting in zijn bovenkamer de volgorde van werken had omgedraaid en die arme kip eerst de jas had uitgetrokken. "En toen teköök- teköök, natuurlijk. Alsof de duvel ermee speelde, kwam net toen wij bezig waren ons een beeld te scheppen van dat akelige voorval Jacqueline, het keukenhulpje, om de hoek kijken. Zij had Johan horen kakelen en dacht dat hij een bestlling wilde plaatsen. "Moetje een snee brood bij de kip-saté Johan?" Het heeft ons toen allemachtig veel overredingskracht gekost om de recreatie-ruimte van algehele sloop te vrijwaren, want Johan is ook nog ver schrikkelijk sterk. Jacqueline snapte niks van alle stampij, maar nadat men haar het hele verhaal had verteld, moest ze wèl worden weg gedragen. Die culturele inbreng van ons is beslist waardevol, maar onder bepaalde om standigheden kunnen de plastische bij verschijnselen verstrekkende gevolgen hebben. Van toen af werd tenminste geen enkele portie kip-saté met pinda saus meer verkocht als ook maar één kerel een kakelende kip nadeed. Echt waar deze. Gebeurd in De Boerderij in Beekbergen. 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 15