Rantepao, Sulawesi
RestenKnallen en Kerken
Eerst even iets vertellen hoe het ons verging sindswemetde"dag"busom 5 uur's
ochtends in het hotelletje Maria aankwamen (let op: er is buiten Rantepao nog
een hotel Maria, Maria nr. II, groter, luxueuzer, duurder en ongezelliger en te ver
om lopende in het centrum van Rantepao te komen).
Nou, het verging ons geweldig. Wij waren nog nooit eerder op Sulawesi geweest,
laat staan Tana Toraja. Het was dus een gok, want waarvoor kwamen wij? Ik kwam
eigenlijk voor twee dingen: Het ene was er niet, en het andere is wel interessant,
maar na 5 minuten heb je het wel gezien. Je kan dan bevestigen dat het er precies
zo uitziet als op de plaatjes. Ik bedoel de Tau-Tau. Als je er nog nooit van gehoord
had, zou je wel even raar staan kijken van zo'n verzameling poppen aan de
rotswand. Maar je kan geen boek over Indonesië tegenkomen of je ziet er foto's
van, en veel mooier dan de werkelijkheid. Als u overigens toch deorigineleTau-Tau
in werkelijkheid wilt zien, moet u wel opschieten, want de meeste poppen waren
eind '87 al verdwenen; geroofd om aan toeristen te verkopen.
Wat ook niet op de meeste foto's te zien
is, en waarover ook niet te veel wordt
geschreven, maar wat in feite nog het
interessantste was, heeft iets lugubers.
Ik zal hier niet ingaan op de uitgebreide
en vaak zeer kostbare begrafenis cere
monie. ledereen heeft er op z'n minst
wel wat van gelezen; uiteindelijk blijft
het lijk achter in een houten kist (soms
prachtig bewerkt); als hij rijk was in een
gebeiteld gat hoog in de rotsen, waar
dus niemand bij kan, maar wie niet rijk
is geweest, eindigt in zijn kist aan de
voet van de rots. Nu is het logisch dat er
niemand meer naar taalt hoe het gaat
daar hoog in de rots met die kist en wat
erin ligt. Het gat is trouwens afgesloten.
Maar ook niemand geeft er om wat er
met die stapel kisten onderaan de rots
gebeurt. Deze "arme" begrafenis is
mogelijk van latere datum en was men
al gewend om zich niette bekommeren
om wat er met kist en inhoud gebeurt.
Maar ja, dood hout in de openlucht
heeft een eindig bestaan. Regen, wind
en zon zorgen voor het verval. Bijgevolg
is het daar knekelland, daar rondom die
kisten waarvan vele oud en ten dele
vergaan. Maar menselijk bot is taaier.
Overal langs het pad onderaan de rots
liggen de restanten. Schedels vallen
natuurlijk het meest op, maar daar tus
sen vele botten en botjes in het gras en
tussen de bush. Geen autochtoner die
zich hierom bekommert en enige piëteit
kan opbrengen voor deze dode materie.
Eigenlijk hebben ze nog gelijk ook,
maar toch, ons doet dat luguber aan.
Mijn vrouw die altijd oog heeft voor het
kleine, ontdekte op een gegeven mo
ment langs het pad losse kiezen. En
even verderop kiezen in kaakfragmenten
waarbij je zelfs nog kon zien hoe de
wortel in het been zat. Anatomische les.
Kijk, dat lees je nu niet in de folders.
En daarom is het juist interessant; het
onverwachte.
Het andere waarvoor ik naar Sulawesi
ging, of liever gezegd; het ene dat er
niet was, zijn zichtbare verschijnselen
dat de natuur zich hier bevindt op het
Ik bekijk de botjes op de grond en
ontdek kiezen en kaakfragmenten.
grensvlak van de Aziatische en Austra
lische flora/fauna. N u ben ik geen expert,
maar ik heb er naar gezocht doch niets
kunnen vinden. Nu had ik niet verwacht
een babirussa tegen te komen, maar
toch wel iets in boom of blad. Niets
daarvan. Het landschap kon Java zijn, of
Sumatra, behalve dan de vorm van de
bergen, heuvels. Dat is anders, grillig en
rond; geen spitse vulkaan toppen. Maar
verder wel ontzettend mooi. Misschien
hebben wij wel de prachtigste natuur
in Toraja gezien. Geen echt oerwoud,
maar toch groots en afwisselend. Hier
voor kwamen wij eigenlijk niet, maar dit
maakte alles goed. En wat daar bij
hoorde, en zeker niet in het minst bij
droeg tot ons besluit langer te blijven,
waren de mogelijkheden om daar te
wandelen. Je kon daaralle kanten uiten
overal was het even mooi, of nog
mooier. En als je de nabije omgeving
had verkend waren er nog legio moge
lijkheden om met een openbaar busje 5
tot 25 km mee te rijden tot een of
andere desa, en dan van daar door te
steken naar een andere desa waar je
weer een ander busje kon pakken terug
naar Rantepao.Je liep dan over voet
paden door de vrije natuur, zo nu en dan
een huisje met een ladang of een enkele
voetganger die je tegen kwamen verder
niemand. Nergens hebben we zo kun
nen wandelen en van de natuur kunnen
genieten als in de omgeving van Rante
pao. E n ook zonder het geringste gevoel
van onveiligheid. Wie je ook tegen
kwam, iedereen was even vriendelijk.
Bijzonder waren de knallen die je daar
tegen eind december hoort. Ik dacht de
eerste avonden dat het leger schiet
oefeningen hield, met kanonnen. De
derde avond zijn we eens gaan kijken
waar die enorme knallen vandaan
kwamen. Onder een prachtige sterren
hemel maar geen maan, dus pikdonker,
zijn we op het geluid af gegaan en
kwamen we tenslotte op een alun alun,
niet zo ver van ons vandaan. Het bleek
niets met het leger te maken te hebben.
Daar waren een stelletje particuliere
knallers bezig, ter ere van het aanstaande
nieuwjaar. Maar ze hadden wel heel
origineel "vuurwerk". Dat bestond uit
een dikke bambu van wel 1 5 cm door
snede en bijna 2 m lang, iets schuin
omhoog op de grond liggend. Aan de
uiterste lage kantzat hettussenschoter
nog in, de andere waren verwijderd.
Aan die lage kant zat een gaatje van een
paar cm doorsnee aan de bovenkant en
bovendien zat er olie in de bambu. Met
een soort kleine flambouw werd de olie
door dat gaatje aangestoken. Zodra die
olie goed warm was werd de vlam
uitgeblazen. De olie was heet, dus ver
dampte; met de mond werd door dat
gaatje nog wat lucht (zuurstof) naar
binnen geblazen zodat er een explosief
mengsel ontstond wat dan weer met de
flambouw werd aangestoken. Dat gaf
een oerknal, wat ver in de omtrek te
horen was als een soort kanonschot. En
als dit proces eenmaal op gang was
hoefden ze steeds alleen maar wat lucht
in te blazen (want de olie was al warm),
de flambouw er bij te houden en boem!
daar ging die weer. Ik heb er nog over
gedacht om dat met Oud enNieuw thuis
ook te doen, dat had wat bekijks ge
geven! Maar ik kon hier niet zo'n dikke
bambu vinden.
Deze knallen zijn de inleiding tot de
Kerst, want alhoewel ze zijn bedoeld
voor het Nieuwe jaar, beginnen de
kanonschoten al voor de Kerstdagen.
Niet ver van ons huis in een soort parkje
hadden wij een allerliefst kerkje gezien
(wij hadden wel tientallen kerken gezien
en allemaal wit, maar dit kerkje trok ons
bijzonder aan). We hadden twee dagen
tevoren aan de buitenkant van de kerk
een aankondiging gezien met de mede
deling dat er vrijdag 25 december om
half acht 's avonds een Kerstdienst zou
zijn. Wij dus om 7 uur op pad. Het was
niet eens zo donker want er brandden
ineens lantaarns (vanwege de Kerst? of
16