V Double exposure VOOR INDISCHE GOUDEN SIERADEN ouden-a^ G. MERKLE B.V. OPRUIMING VAN GOUD, ZILVER EN JUWELEN. KORTINGEN TOT 50%. SPUI 167a- DEN HAAG Telefoon 070 - 360 48 85 Indische Tehuizen DR. LEENDERT VAN DER PIJL BU DE VOORPLAAT (Foto: archief H. Bongers) naar GEOPEND VAN 9.30-17.00 uur ZATERDAGS geopend tot 16.00 uur WOENSDAGS de gehele dag GESLOTEN "Als ik jou was, zou ik nu maar gaan", zegt mijn moeder. "Er komt een onweer van jewelste en de treinen lopen niet, vanwege de staking". "De SS staakt nooit", zegt mijn vader. "De NS wel, heb je de krant niet gelezen? Ze moeten meer loon", zegt Ma. "Toen ik 1 5 jaar was, werkte ik bij de spoorwegen. Ik verdiende f 25,- per maand". "Nu verdienen ze dat per uur", zeg ik, "daarom staken ze juist, het is veel te weinig!" Ik sta buiten op het platje. Voor me ligt het braakliggende stuk grond dat het "Insulinde park" moet worden. Zwarte regenwolken hangen als een half op getrokken toneelgordijn over het veld. Dadelijk valt het helemaal, dan breekt de storm los over Malang. Ik loop de straat op, kijk nog even achterom, maar Pa en Ma zijn verdwenen, ook het huis. Ik loop op de Perakweg, ik moet om 1 2 uur bij de haven zijn voor de "Boisse- vain", die met Mariniers aankomt. En een schip met vrouwen uit de kampen in Singapore. "Mag ik je pasje even zien?" De wacht is een Indische jongen, waar heb ik hem toch eerder gezien? Ik laat hem mijn perskaart zien. "Niet genoeg eigenlijk", zegt hij, maar laat me door. Er ligt nog een heel stuk Perakweg voor me. Donker, erg donker, er loopt en rijdt niemand. Een ontzielde wereld. Stroo- hoeden Veem, vroeger moest ik lachen om die naam, nu niet, hier hebben toen POW-ers gewerkt. Hoe lang geleden is toen? De eerste druppels vallen, klets, kletsklets, klets, kletsEn dan worden de kranen losgedraaid, brand- kranen, zo hevig stort het water neer. De havenloodsen zijn dood, er is nie mand, waar is de "Boissevain", aan wie kan ik wat vragen? Voor een van de loodsen aan de kade staat een wachthuisje. Er staat een Japanse wacht voor. Als ik hem was, zou ik me in het huisje terugtrekken, maar hij schijnt niets te merken van al het water. O hemel, ik moet doorlopen, als ik me omdraai zal hij meterugroepen en als ik niet luister, schiet hij op me. Als ik doorloop, zal hij me hoogstens slaan en me dan wegsturen. Dus loop ik naar hem toe. Wat moet ik zeggen? "Het beste wat we kunnen doen, is Japans te leren en vlug ook. Je reinste flauwekul om stoer te zeggen: ik spreek de taal van de vijand niet. Die vijand slaat je dood als je hem niet verstaat!" Pa gaf ons een schrift met woordjes en een voudige zinnen. Die had hij met zijn mooie calligrafische handschrift voor ons opgeschreven, stilletjes. Lieve, ver standige Pa."Watasi no ijè" of iets dat daarop leek, als ik naar huis wilde en de wacht die bij de ingang van de straat mij tegenhield. "Daar is mijn huis", en dat hielp. Maar op een keer vergat ik het en hij trok me van mijn fiets af. Op een dag kwam onze buurvrouw hysterisch gillend binnen. "Ze willen mijn Jootje, ze willen haar verkrachten". Pa liep direkt met haar mee. Twee Japanners met bloot bovenlijf stonden in de voorgalerij. Pa vroeg wat ze wilden. Ze vroegen toestemming om water te halen omdat hun waterleiding gerepa reerd werd. Of ze een slang naar de kraan in de badkamer mochten aan sluiten, dat gaf minder geloop en smerigheid dan emmers. Jootje lag met haar hoofd tegen de muur te snikken. Jootje was helemaal niet mooi. De vol gende dag kwamen de Japanners met een zak rijst, die ze in de keuken van de buurvrouw legden zonder een woord te zeggen. Buurvrouw bedankte Pa, even hysterisch als toen ze hem om hulp kwam vragen. Pa haalde zijn schouders op. Was Pa er maar. Hij zou aan de wacht uitleggen waarvoor ik kwam. Maar Pa is overleden. Ma ook. De wacht is weg. U it een van de loodsen klinken stemmen, het neergooien van kisten, het rollen van de lorrie op de kade. "Pasje!" Een militair aan een tafeltje houdt me tegen. Ik graai de kaart uit mijn bovenzak. De man heeft een breed gezicht met lichte vriendelijke ogen. "Ben jij Frits Muzerie?" De trekken zijn ouder geworden, maar zijn gezicht is hetzelfde. "Ik ken jou niet", zegt hij. "Ik zat twee banken voor je op de Christelijke Lagere School bij de Brantas, naast jou zat Johan de Weert, achter jou Eddie Stuffers en Willy Stok. En Hans Lasuut en Frans Puyt, weet je nog?" Ja hij wist het weer, maar had het te druk, luisterde met een half oor. "Ik zie je straks wel". Ik loop de kade op. Dit is geen Perak, dit is Priok. Het regent nog. De kade is verlaten, er liggen ook geen schepen, geen enkel. Er loopt een vreemd weg getje dat ik nooit eerder gezien heb, langs de loodsen, langs het Veem. Daar isde visafslag van Pasar Ikan. Het is hier zo vertrouwd, ik ken de stalletjes, de kraampjes, hier heb ik zo vaak met Tjalie geslenterd. Buiten de pasar ligt het water met de prauwen. Het grimist nog wat, maar er hangt nog veel water in de lucht, ik kan het voelen. Ik zie een bootje met twee vissers. Ze zijn bezig een net in te halen. Het onweer heeft ze onbe roerd gelaten, ze doen zo rustig wat ze moeten doen Ik wil terug. Waarheen terug? Er is geen weg terug, overal is water om me heen. ik sta op een zandbank. Waarom droom ik altijd van water? Ik droom dus, ik droom dit alles, ik wil nu wakker worden, ik moet naar kantoor Schrijf jij deze keer de voorplaat, zegt Ralph. Welke voorplaat, vraag ik. Zoek er zelf maar een uit. Ik koos deze. LD In Nederland bestaan 4 verzor gingstehuizen voor Indische be jaarden: Sint Jan Baptist te Den Bosch, Dennenrust te Wagenin- gen, Patria te Baarn en De Leeu werik te Laag Soeren. Wie uitgebreide informatie wenst over huisvesting en verzorging in deze tehuizen, kan contact op nemen met het secretariaat van de Samenwerkende Zorginstel lingenvoor Indische Nederlanders (S.Z.I.N.), Hartenseweg 50,6704 PZ Wageningen, tel. 08373- 1 90 02. Op 86-jarige leeftijd overleed mijn man, onze vader, grootvader, zwager, oom en goede vriend Emeritus hoogleraar Oud-leraar en rector Chr. Lyceum te Bandoeng Ridder in de Orde van de Nederlandse Hij heeft veel voor ons betekend. Uit aller naam: F. P. van der Pijl-Witte 's-Gravenhage, 16 april 1990 Sportlaan 236, 2566 LJ De crematie heeft plaats gehad in Nieuw Eyk en Duynen te Den Haag. 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 2