Een klassiek
reisboek
1A: HET BOEK BLIJFT
J.G. Yssel de Schepper
Hans
Vervoort lp
Vanonder -
de koperen I*»*.
ploert
Niemand die Indonesië
kent of wil leren
kennen, mag zich Hans
Vervoorts reisboek
over dit land laten
ontgaan.
Hans Vervoort
Vanonder de
koperen ploert
3e druk!/
f 29,90/598 BF
Alg. Assurantiebedrijf "Argo"
ALLE
VERZEKERINGEN
Wie deel 11A van dr. De Jong heeft
gelezen en onlangs de "Indische af
leveringen" van de serie "De Bezetting"
heeft gezien, kan tot geen andere con
clusie zijn gekomen dan dat Lou de
Jong zich heeft ingespannen om in
genoemde televisieserie een zo objec
tief mogelijk beeld te schetsen van Indië
voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Met deel 11A in het voor- en achterhoofd
rolde je soms zelfs bijna van de stoel om
de verschillende positieve opsommin
gen die hij Pier Tania liet uitspreken.
Geen reden voor verontwaardiging dus,
maar dat wil niet zeggen dat er enkel
met voldoening werd gekeken. Want,
hoe is het mogelijk dat de rijksge
schiedschrijver in deel 1 1A (dat eind
1 984 verscheen) nauwelijks een spaan
heel laat van het vooroorlogse Indië en
een paar jaar later Indië toch redelijk
weet te schetsen. De verleiding is groot
om hier te suggereren dat de inspan
ningen van het Comité Geschiedkundig
Eerherstel Nederlands-lndië niet voor
niets zijn geweest. En ongetwijfeld is
dat voor een deel waar.
Maar wat zou voor dr. De Jong de
doorslag hebben gegeven om zijn In
dische geschiedschrijving toch radicaal
te wijzigen? Heeft hij in de tussentijd
(andere) boeken ook werkelijk gelezen?
Heeft hij met mensen gepraat? Heeft hij
zijn rode anti-koloniale bril afgezet?
Is hij er zelf achter gekomen dat hij
inderdaad nogal eenzijdig bezig is ge
weest? We weten het niet en nemen
daarom maar aan dat het een combinatie
van factoren is geweest. Nu kunnen we
zeggen: eind goed, al goed maar dat
zou te simpel zijn. Immers, televisie
gaat voorbij, een boek blijft. En boek
deel 11A is bovendien nog altijd officië
le rijksgeschiedschrijving dat nog door
velen geraadpleegd zal worden als bron
voor nieuwe boeken en studies. Over
deel 11A, het is bekend, is ruim 5 hele
jaren een proces gevoerd met als eis dat
dit deel door objectieve deskundigen
herschreven moet worden. Hoe terecht
deze eis is, is inmiddels eens te meer
bewezen met de toonzetting van ge
noemde televisieserie. Echter, ook het
Gerechtshof Den Haag heeft op 10 april
jl. in hoger beroep deze eis afgewezen.
Het waarom is nog niet bekend. Bij het
ter perse gaan van dit nummer was het
arrest (=vonnis) met daarin de overwe
ging van het Hof nog niet vrijgegeven.
De enige werkelijke conclusie is dan
ook dat de officiële geschiedschrijving
van Nederland blijft luiden dat (Indische)
Nederlanders in Indië veel hebben ge
daan om de Indonesiër te onderdrukken
en heel weinig hebben gedaan om land
en volk op te bouwen.
Het proces over deel 1 1A werd gevoerd
tegen de Staat. De Staat die gedurende
de gehele procesvoering geen krimp
gaf en met nog geen komma blijk wilde
geven van tenminste begrip voor de
gegriefdheid. Nu is "de Staat" niet iets
abstracts maar iets heel concreet. De
Staat wordt gevormd door een stukje
land met daarop alle ingezetenen met
aan het hoofd de regering, zijnde de
Koningin en haar ministers. De eerste
minister, premier Lubbers, zal tijdens
de komende 1 5 augustus-herdenking
in Den Haag de aanwezigen toespreken.
Ongetwijfeld zal hij dan nog eens
erkennen dat ook in Zuid-Oost Azië is
gestreden en geleden en dat dit nooit
vergeten zal en mag worden. Een warm
applaus zal zijn deel worden. Want het
zou toch onindisch zijn om na zijn
toespraak stil te blijven als luid protest
tegen een historische veroordeling door
de Staat van het leven en werken van
hen die ook vóór de oorlog het beste
gaven voor Koningin en Vaderland.
R.B.
TT
Kantoor en woonhuis Corn, de Witt-
laan 83, Den Haag, tel. 070-35571 72
mengerti cara hidup orang-orang desa
ini. De enkele Moesson-lezer die deze
paar woorden Bahasa Indonesia niet
verstaat bevindt zich in goed gezelschap,
want op 3 na van mijn gezelschap
begreep ook niemand er iets van. Bijna
al deze oudere heren spreken nog uit
sluitend Javaans. Mijn woorden moes
ten dus aldoor vertaald worden.
Na de officiële speeches begon het
vragenuurtje, en dat was heel interes
sant vanwege de veelal intelligente
vragen. Die werden gesteld door mensen
die geen voorstelling hebben van de
Westerse samenleving in koude landen.
B.v. de vraag: Wat gebeurt er met de
groente op het land als er sneeuw valt?
Gaat dan alle groente dood? Soms is het
verklaren van onze omstandigheden
moeilijk, maar dit kon ik gemakkelijk
vergelijken met hun droge tijd. Immers
de overeenkomst is groot: in hun droge
tijd en in onze winter groeit er niets (ik
heb ze maar niet verteld dat de boeren
kool bij vorst juist lekkerder wordt, want
dan moet je weer uitleggen wat boeren
kool is). Behalve mijn vrouw zaten alle
vrouwen op de achtergrond in het don
ker, hun aanwezigheid was bijna niet
merkbaar, behalve als de voorraad thee
of manisan werd aangevuld. Ook siga
retten werden ruimschoots gepresen
teerd, er wordt daar nog stevig gerookt.
Deze achteraf zeer nuttig gebleken
bijeenkomst werd tegen elven opge
broken. Van nu af aan kenden wij de
belangrijkste mensen van het dorp en
iedereen wist dat wij niet kwamen om
een schat op te graven. De boodschap
was kennelijk goed doorgegeven. Men
weet dat wij er zijn en dat we wandelen
om te kijken. Men groet ons in het
Javaans en gelukkig kenden wij al gauw
de paar woorden om terug te groeten.
Er valt natuurlijk heel veel te vertellen
over het dorpsleven zoals wij dat heb
ben meegemaakt, maar ik zal me voor
nu beperken omdat ik anders bang ben
dat het de lezer gaat vervelen. Het is
uiteindelijk een rustig leven daar, er
gebeurt weinig spannends. Wij, mijn
vrouw en ik waren het spannende daar:
zoiets spannends hadden ze na het
krijgen van de dorpspomp jaren lang
niet meer gehad.
(wordt vervolgd)
7