Onder de Songsong Tunggul Naga Inhuldiging van een Sultan in Cirebon door F. M. J. VAN MAANEN Begin vorig jaar overlijdt Sultan Kanoman X of Sultan Anom Raja Haji Mohammad Nurus op 72 jarige leeftijd, na een regeringsperiode die in 1935 begon. Hij laat zes kinderen en vijftien kleinkinderen achter. Op 26 mei wordt hij begraven. Twee maanden na de begrafenis, wordt op 27 juli zijn zoon Pangeran Raja Haji Mohammad Djalaluddin (50) als de nieuwe Sultan Kanoman geïnstalleerd. De plechtigheid van de Jumengan 1) van de Kanjeng Gusti Sultan Kanoman XI in de Keraton Kanoman te Cirebon duurt slechts 35 minuten, de tijd van de Tari Topeng Cirebon 2) niet meegerekend. Tijdens de plechtigheid worden verschillende pusaka's, waaronder de lansTrisula 3), naar buiten gedragen. Als laatste verschijnt ook de Sultan, onder de Songsong4) Tunggul 5) Naga6). Het belangrijkste moment tijdens de plechtigheid, is het overhandigen van de pusaka keraton, de Keris Sarpa Naga, door een jongere broer van Sultan Kanoman X, de Pangeran Haji Nusun. Hiermee wordt de nieuwe Sultan volgens de traditie en adat van de keraton het hoofd van de tak Kanoman. Van overal komen vorstelijke vertegenwoordigers voor de plechtigheid. Onder hen bevinden zich onder andere afstammelingen van de Sultans van Banten. Van de Kasultanan Yogyakarta zijn een drietal jongere broers van Sultan Hamengku Buwana X gekomen, te weten G.B.P.H. Prabukusumo, G.B.P.H. Yudaningrat en G.B.P.H. Djayakusuma. Van de Pura Pakualaman is de Gusti Pangeran Angling- kusumo gekomen en van de Istana Mangkunegaran Sri Sedoyo. Van het hof van de Susuhunan van Surakarta is niemand gekomen. De nieuwe Sultan Kanoman is vader van zestien kinderen uit drie vrouwen. Hij houdt zich onder andere bezig met toerisme, en wil zich vooral inzetten om de cultuur van de keraton die al bijna verloren is, te behouden. Veel minder bekend dan de Midden-Javaanse vorstenlan den zijn de sultanaten van Cire bon in West-Java. Toch hebben ook zij een eeuwenoude en niet minder boeiende geschiedenis. Hoewel het sultans bestuur in het begin van de 19e eeuw werd afgeschaft, bleven in Cire bon traditionele ceremoniën, feesten en gebruiken, verbonden met de sultanshoven tot op de huidige dag bestaan. Dit kwam recentelijk tot uiting bij de inhuldiging van Sultan Kanoman XI op 27 juli van het vorige jaar. Van deze plechtigheid, alsmede van de bewogen geschiedenis van de Cirebonse sultanaten, wordt in bijgaand artikel ver slag gedaan. Historie van Cirebon's Sultanaten De geschiedenis van het Sultanaat Kanoman begint, evenals die van de andere Sultanaten van Cirebon, met de komst van Faletehan, de latere Sunan Gunung Jati. Nadat hij Mekka heeft bezocht, begint hij de Islam te prediken. Hij maakt hier zo veel opgang mee, dat de Sultan van Demak, Pangeran Treng- gana, hem zijn zuster tot vrouw geeft. Al kort hierna acht hij de tijd gekomen om zich ook van het wereldlijk gezag meester te maken. In 1 526 verovert hij Banten, gevolgd door Sunda Kelapa, waarbij de Hindoe koning zelf sneuvelt. Het landschap Cirebon voegt hij spoe dig aan zijn veroveringen toe. In 1 552 legt Faletehan de regering in Banten neer en wijst hij zijn oudste zoon, Hasanoeddin, tot opvolger aan. Deze komt alleen in Banten aan de regering, terwijl Cirebon later voor Faletehan's jongere zoon, Pangeran Pasarean, bestemd is. Faletehan vestigt zich in Cirebon, dat op dat moment nog een onbeduidend en openliggend dorp is. Hij schijnt zowel zijn zoon Pangeran Pasarean, die met een dochter van Sultan Trenggana van Demak is getrouwd, als zijn kleinzoon Pangeran Dipati Cirebon of Sawarga, overleefd te hebben. Geen van deze twee heeft namelijk de regering over Cirebon uitgeoefend. Pas de achter- De nieuwe Sultan, Kanoman XI beschut door de Songsong Tung gul Naga, leidt de processie. Tij dens de ceremonie van de troons bestijging kwamen verscheidene pusaka's van de kraton, waar onder de lans Trisula, naar buiten om meegevoerd te worden in de processie. kleinzoon, de latere Panembahan Ratu, in 1 550 geboren, is het die nog tijdens het leven van zijn overgrootvader in Cirebon aan het bewind komt. De band die tijdens Faletehan Cirebon en Banten verbindt, wordt na diens dood vanzelf losser, en hoewel Banten als de oorspronkelijke vorstenzetel, Cirebon graag als onderhorig rijk wil beschouwen, wijst Panembahan Ratu dergelijke aanspraken met beslistheid af. Faletehan sterft op hoge leeftijd om streeks 1 570 in Cirebon, en wordt op korte afstand van de hoofdstad op een heuvel, de Jatiberg, begraven. Hieraan wordt Faletehan's meest bekende naam, die van Sunan Gunung Jati, ontleend. Verdeling van het Sultanaat Omstreeks 1 662 bepaalt Panembahan Giri Laja, kleinzoon van Panembahan Ratu, bij uiterste wilsbeschikking, dat zijn beide zoons Martawijaya en Kertawijaya, samen het bewind zullen voeren, en dat aan een derde broer, Wangsakerta, duizend huisgezinnen als apanage worden toegekend. Men noemt sindsdien de oudste der beide vorsten Radja Syamsudin (Zon van de Godsdienst) of Radja Sepuh, de tweede Radja Kamarudin (Maan van de Gods dienst) of Radja Anom. Zo wordt in 1667 Pangeran Kertawijaya onder de naam Sultan Anom Mohammad Badrudin de eerste Sultan Kanoman. In 1 678 zet de sultan van Bantam, Ageng, een groot vijand van de Compagnie, de Cirebonse vorsten aan tot vijandelijk heden met de V.O.C. In 1 680 wordt de stad Cirebon zonder slag of stoot door Compagniestroepen onder bevel van kapitein Michielsz bezet. Daarop wordt op 4 jan. 1 681 te Batavia een verdrag van vriendschap en bondgenootschap gesloten tussen de V.O.C. en de drie prinsen. Zij moeten afstand doen van de door de Bantamse sultan aan hen verleende sultanstitel. 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 8