BRIEVEN OVER... Opzegging Sambiloto Na de dood van mijn Indische moeder, vorig jaar, nam ik het abonnement op Moesson over en geniet er heel erg van! Mijn moeder heeft 42 jaar in Indië gewoond, ikzelf ben er geboren (Madoera), kamptijd Sumatra en met 9 jaar naar Nederland. Door het verliezen van mijn moeder heb ik óók mijn "navelstreng" verloren. /V\uZI€k.K.OrpS Daarom is Moesson voor mij belangrijk! SACHA VON BOSE In 't nummer van 1 mei ook nog de hersenspinsels van een Indovidu, van René Schafer, een zeer doordachte kritiek op 't boek van Jan Feith. Nostalgisch gezeur, geen sprake van. Gewoon doorgaan dus. META VAN Hl EN Het grieft mij dat U abonnees die hun abonnement op Moesson opzeggen een schop na geeft. Zie o.a. Moesson 1 mei '90 onder "Brieven Over". U maakt daarmede onnodig gebruik van Uw publiciteitsmacht, hetgeen kwaad bloed zet. Beter is alléén abonnees die zich positief uitlaten over de inhoud van Uw blad te "Strelen". Ik hoop dat de Redactie zich wil instellen op een meer bezadigde inhoud van redactionele artikelen. C.W.E. VAN VOORST VAN BEEST Even u een hart onder de riem steken, naar aanleiding van een onbeschofte manier van abonnement opzegging van mevrouw E.T.S.-A. Ikzelf ben geboren en niet lang getogen in Indonesië van na de oorlog. Ik heb geen enkele binding met dat land. Maar. Wat, vooral mijn moeder over van alles en nog wat in N.O.I. weet te vertellen, gooi ik niet zo maar overboord. N. BOYER Als antwoord op "het gezeur" van E.T. S.-A., meld ik, dat ik als volslagen totok steeds weer geniet van de Indische sfeer in Moesson. Mijn man had in Indië zijn jeugd doorgebracht. Het land heeft mij altijd gefascineerd en zal dat blijven doen. B. KASSEN-DE WOLF Het doet mij denken aan het gevoelloos omhakken van een oerboom, eens geplant door een oervader! Houdt u Moesson zoals het altijd ge weest is: het tijdschrift over ons oude Indië. Indië, dat voortleeft in onze her inneringen. Ook ik ben daar geboren en heb er bijna 21 jaar gewoond. Naarmate de jaren verstrijken, denk ik des te vaker en intenser aan mijn geboorteland terug. De artikelen in Moesson zijn leuk, ge zellig, boeiend en leerzaam. En de foto's of andere illustraties in zwart-wit horen bij Tempo Doeloe. Houwen zo! Een tijdschrift over Indonesia baru is geïl lustreerd in kleuren. Modern en kleuren horen ook bij elkaar. Er bestaat een lied over Indië waarvan het refrein begint met: "Indië, wij weten samen zoveelNu, via Moesson kom ik regelmatig er steeds meer over te weten. Ik hoop van harte dat u Moesson in dezelfde trant blijft redige ren en dat ik dit goede tijdschrift nog heel lang mag blijven lezen. C. VAN ZIJP Ik ben 't niet altijd eens met je ziens wijze, maar wat de persoon E.T.S.-A. schrijft in Moesson van 1 mei is wel wat al te overdreven. Er staat absoluut geen nostalgisch gezeur in Moesson. In tegendeel. Ik vind dat 't blad hoe langer hoe inte ressanter wordt met de reisbeschrijvin gen, ook de reizen van toen vroeger. Verder de artikelen over de planten die beschreven worden, geneeskrachtig of niet. Wat verheugde het mij, toen ik die foto van de cavalerie uit Salatiga zag en wel het muziekkorps (Moesson 1 meijl.) In het jaar 1914 woonden wij daar aan de Toentangseweg. Op het kerkplein stond een muziektent. Daar werd door die Harmonie-Kapel muziek gemaakt en daarna taptoe! De fakkels werden aan gestoken en daargingen wij er achteraan. Die linkse grote hoornblazer noemde ik Nappi en het is leuk dat die erop staat! Ook als de cavalerie op oefening ging en langs onze school kwam, hoorden wij ze in de verte aankomen, hard trompet geschal (de melodie weet ik nog van a tot z) en daarna speelde het muziek korps. Wij mochten in de klas op onze banken staan om het militaire paarden volk voorbij te zien trekken. Ik ben zeer blij met die foto (o ja, ik was toen 6 jaar en heb ongeveer 3 jaar in Salatiga gewoond). H. PITTERSEN Twijfelde Prof. van der Pijl nog over de geneeskracht van sambiloto voor zoveel verschillende ziekten, voor één ziekte heeft sambiloto zeker het bewijs ge leverd: suikerziekte. Als men er op tijd bij is, kan iemand bij wie suiker geconstateerd is, na een paar weken de (gal)bittere sambiloto-thee gedronken te hebben, suikervrij zijn. Dit kan ik uit eigen ervaring bevesti gen. (In Indonesië staat daon sambiloto bekend als een zeer goed middel tegen vergiftigingen en ontstekingen, red. M.) Mevr. BRUYN Omstreeks het einde van de jaren dertig kwam er een armoedig ogende manke katjong van een jaar of twaalf aan de deur van de achtergalerij vragen of er een tuinjongen nodig was. Meer dan dat hij Endon heette en uit een desa halverwege Buitenzorg kwam wist hij niet te vertellen. Hij kreeg een kamertje in de bijgebouwen en werkte tot tevre denheid van mijn ouders. Na ongeveer een half jaar vroeg Endon een paar dagen vrij af om naardeoediktegaan in verband met het overlijden van zijn moeder. Goed in de kleren en met wat extra geld vertrok hij en was prompt op de afgesproken dag terug. Een half jaar later kwam opnieuw het verzoek om voor enige dagen terug te mogen naar het ouderlijk huis en weer gaf hij als reden op het overlijden van zijn moeder. En toen voor de derde keer Endon wegging om dezelfde reden, meende een jongere broer van mij onze moeder te moeten wijzen op de leugen. "Endon", gaf moeder als antwoord, "kan niet zeggen dat hij naar zijn ouders verlangt, dat hij heimwee heeft. Hij is nauwelijks ouder dan jij maar wordt verondersteld al volwassen, zelfstandig te zijn, wil dat zelf ook wel wezen en kan daarom niet als kleine jongen vertellen dat hij naar zijn ouders verlangt. Hij gebruikt een leugen, die ik als een leugen herkennen moet en vertrouwt op begrip. Endon stelde met zijn handi cap waarschijnlijk niet veel voor in de oedik, daarom is hij daar weggegaan. Hier moet hij slagen. Hij voelt zich senang bij ons, werkt hard en met elke terugkeer naar de oedik toont hij daar zijn overwinning. Papa en ik zijn tevreden over hem en als hij een volgende keer weer voor de begrafenis van zijn moeder om een paar vrije dagen vraagt, dan weet nu ook jij waarom Endon "liegt". Het ontbreken van een warm hart voor land en volk is een euvel dat uit de boeken van menig auteur blijkt. Beslist onjuist is het om te denken dat alle totoks het vertrouwen van de Inheemse bevolking moesten ontberen en dat alle Indische mensen bij voorbaat dat ver trouwen geschonken werd. Auteurs die beslist geen liefde voor Indië konden opbrengen zijn onder anderen M.A.M. Renes Boldingh in haar boek "Adat" (IWI423) en B. Veth in zijn "Het leven in Nederlandsch-lndie (IWI 80). En als U bereid bent mijn teleur stelling over beide boeken te delen dan wil ik proberen mijn aantekeningen, gemaakt gedurende het lezen van die boeken, tot een leesbaar vervolg van dit door het I.W.I. geïnspireerd lees- en schrijfwerk te maken. RENÉ SCHAFER 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 15