BEELD UIT BATAVIA
ANNO 1890
Dr. Christiaan Eijkman bevecht Beriberi
Honderd jaar geleden deed Dr. Christiaan Eijkman op Java een zorgvuldig
onderzoek naar beriberi. Het zou hem in 1929 de Nobelprijs brengen. Het
eeuwfeest van zijn succesvolle werk wordt binnenkort in Utrecht herdacht.
Beriberi was een geselende ziekte in landen waar rijst hoofdvoedsel is. Het
Nederlands Indische Gouvernement had daarenboven nog twee problemen:
1De gestraften in 's Lands gevangenissen leden frequent aan de ziekte.
2. De Atjeh oorlog verliep moeilijk, niet alleen vanwege de onbuigzame Atjehers.
De militairen zowel als de "strappans", dat zijn gestraften die met de troepen
meetrekken als dragers, hadden zwaar te lijden van de ziekte. De ermee gepaard
gaande verlammingsverschijnselen, soms gevolgd door de dood, kwamen maar al
te vaak voor in de kampementen; het Militair Hospitaal in Medan had honderden
beriberi patiënten.
gehoord dat iemand in de Molukken
beriberi meende te hebben gezien in
kippen en vogels, voegde Eijkman
hoenderen toe aan de lijst van proef
dieren; dit bleek een beslissing van
monumentaal belang. Maar er gebeurde
nóg een toeval om Eijkman verder te
helpen. Onder zijn kippen brak plotseling
een ziekte uit die naar zijn mening veel
overeenkomst had met beriberi bij de
mens. Nu begon het experimentele werk
pas goed.
Nieuwe kippen spoot hij in met bloed
van beriberi patiënten en met bloed,
stukjes darm en darminhoud van zieke
kippen. Bloed van zieke mensen en
dieren werd bacteriologisch gekweekt
en de zo verkregen bacillen ook inge
spoten in gezonde hoenders. Weliswaar
werden de hoenders ziek, maar - onbe
grijpelijkerwijs - ook de 'controlekippen
die géén bloed of ander mogelijk besmet
materiaal hadden gehad.
Hoe kregen de controledieren de ziek
te?? Vond hun besmetting plaats via de
lucht, omdat zieke en controledieren in
één kippenren bijeen waren? De kippen
werden nu in individuele kooien ge
plaatst, maar wéér werden ook contro
ledieren ziek. Was misschien de grond
besmet? Dan moest verhuisd worden
naar een nieuw terrein! Maar de ziekte
verdween opeens van het oude terrein,
even raadselachtig en abrupt als zij was
gekomen. Waarom? Eijkman was
nieuwsgierig naar de reden en vast-
De Nederlandse Regering greep in en
de Kroon benoemde een Commissie
waarin zitting hadden een Hoogleraar
en een Lector van de Utrechtse Univer
siteit. Aan deze Commissie werd als
Secretaris toegevoegd de 26-jarige Of
ficier van Gezondheid Dr. Christiaan
Eijkman.
Eijkman had met bijzonder succes medi
cijnen gestudeerd; hij haalde alle aca
demische examens cum laude en hij
kreeg dit predicaat ook voor zijn proef
schrift. Na een kort verblijf in Indiëwerd
hij wegens malaria met Europees verlof
gestuurd. Hij maakte van het verlof
gebruik om bij de beroemde Robert
Koch in Berlijn zich in Bacteriologie te
bekwamen. Dit vak was onder andere
door het werk van Pasteur toen in hoog
aanzien gekomen.
De Hooggeleerden in de Commissie
bleven niet lang in Batavia en droegen
Eijkman op naar de verwekker van beri
beri te zoeken langs twee onderzoeks
lijnen: bacteriën en toxinen. Eijkman
kreeg een laboratorium bestaande uit
twee kleine kamertjes, een nauw gang
pad en een erfje voor proefdieren. Het
droeg de imposante naam: "Laborato
rium voor Experimenten in Pathologi
sche Anatomie en Bacteriologie", maar
de uitrusting was primitief. Eijkman
sprak schertsenderwijs van het "Lab
met de lange naam". De gebruikelijke
laboratorium-dieren waren muizen,
cavia's en konijnen. Omdat Eijkman had
Het Eijkman-instituut aan de Oranje
Boulevard te Batavia.
besloten die te vinden; hij had de twee
eigenschappen die een goede speurder
hebben moet.
Hij boog zich over alle lab-aantekeningen,
inspecteerde alle kooien, ging alles na
wat aan personeel of materiaal in of uit
het lab was gegaan. En toen deed hij de
ontdekking die hem wereldberoemd
zou maken. Er was wat veranderd aan
het kippevoer en wel, op ogenblikken
die in verband konden worden gebracht
met zowel het begin als het einde van
de epidemie. Eijkman's amanuensis had
op zeker ogenblik de kok van het nabij
gelegen Militair Hospitaal ertoe bewo
gen aan zijn kippen gekookte witte rijst,
overgebleven van vorige dagen, gratis
af te staan. Dit was begonnen op 10
juni. Op 20 november echter kwam een
andere kok en die wenste geen militaire
rijst te verschaffen voor burger-kippen.
De amanuensis kocht toen goedkope,
rode rijst op de pasar.
Welnu op 10 juli werd de eerste kip
ziek; na ongeveer een maand op dure
militaire rijst te hebben gedineerd. De
andere kippen werden ook allemaal ziek
na eenzelfde incubatieperiode. Na 22
november daarentegen, dus na een paar
dagen goedkoop voer, werden geen
hoenders meer ziek en die al ziek waren,
werden beter!
Nóg was Eijkman er niet. Hij moest
aantonen dat op de gekookte militaire
rijst geen bacterie groeide of zich toxinen
ontwikkelden. Dit bleek niet zo en boven
dien was witte rijst uit zijn eigen keuken
ook slecht voor de kippen. N iet gepelde
rijst - gabah - of gepelde maar ongesle
pen rijst, voorkwamen de ziekte en de al
zieke dieren werden beter. Eijkman kon
toen concluderen dat er een bescher
mende factor was in het zilvervlies van
de rijst.
Om gezondheidsredenen moest Eijkman
in 1 896 terug naar Holland en hij werd
kort daarop Hoogleraar in Utrecht.
Intussen had de Geneeskundig Inspec
teur Vorderman, gestimuleerd door Eijk
man's bevindingen, een onderzoek ge
daan naar het vóórkomen van beriberi
in gevangenissen. Van 63 instituten die
gepelde, dure rijst verschaften, kwam
in 34 beriberi bij gestraften voor. Daar
entegen werd in 27 gevangenissen
waar rode rijst werd verstrekt, beriberi
gezien in 1
Eijkman's opvolger Grijns bevestigde
Eijkman's bevindingen en bovendien
toonde hij aan dat katjang idjoe (Phase-
olus radiatus) ook een beschermende
werking had. Het idee dat bacteriën of
toxinen oorzaak van de ziekte waren
zette hij definitief overboord. De bij
wijlen razende ziekte was getemd.
Het Bataviase succes van de 1 890-er
jaren vond een vervolg toen in 1926
(lees verder volgende pagina)
14