O Te koop gevraagd SCHILDERIJEN bruiloftspartij ten huize van een aanzienlijke familie in Batavia tussen 1779 en 1786. (Aquarel van Jan Brandes) Het einde van de V.O.C.-Indie onder bestuur van de Nederlandse Staat De naar Engeland uitgeweken stad houder Willem V had als opper-bewind- hebber van de V.O.C vanuit zijn verban- ninsgsoord Kew brieven "de Brieven van Kew") rondgezonden met de op dracht aan de bevelhebbers en gouver neurs van de Compagnie om de Neder landse bezittingen over te dragen aan de Engelsen. Dezen zouden ze dan "be waren", totdat in Nederland weer nor male verhoudingen zouden zijn terug gekeerd. Vele bezittingen gingen zo doende zonder slag of stoot in Engelse handen over. Alleen Java en enkele andere plaatsen hielden zich staande. In Nederland, waarin 1 795 de Bataafse Republiek was uit geroepen, kwam in 1 798 de eerste Staatsregeling van deze nieuwe staat tot stand. Dit betekende het einde van de roemruchte V.O.C. Bepaald werd, dat haar octrooi op 31 december 1 799 afliep, en dat de staat alle baten (tien miljoen) en schulden (126 miljoen) zou overnemen. Van Overstraten 1 796-1 801was de laatste Gouverneur-Generaal in dienst van de V.O.C. en de eerste die dit ambt ook in dienst van de Nederlandse Staat vervulde. Hij was een eerlijk man en een hard werker, die de knevelarij van de inheemse bevolking, zowel door haar eigen hoofden als door de Europese ambtenaren krachtig bestreed. Om dit doel te bereiken, deed hij onder andere een verbod uitgaan van het aannemen van geschenken door ambtenaren. Na de opheffing van de V.O.C. werd een "Raad der Aziatische Bezittingen" be staande uit negen leden, opgericht. Deze raad werd tijdens het bewind van Koning Lodewijk Napoleon weer opgeheven en in 1808 werd een Ministerie van Marine en Koloniën ingesteld. De eerste minister van koloniën werd Mr. P. van der Heim. Ter vervanging van het laatste octrooi van de V.O.C. door een nieuw te ontwer pen Charter, werd in 1 802 een staats commissie ingesteld. De zeven leden waaruit deze commissie bestond, waren zeer uiteenlopende persoonlijkheden. Zo maakte de conservatieve Nederburgh en de hervormingsgezinde, liberale Dirk van Hogendorp broer van de befaamde Gijsbert Karei) er deel van uit. Dirk van Hogendorp en Nederburgh waren aarts vijanden. De laatste had hem, toen hij als gezaghebber van Soerabaia een voor het Compagniesbestuur vernietigend rapport had geschreven, laten arres teren. Hij wist evenwel op een Deens schip te ontvluchten en bereikte na veel avontuurlijke omzwervingen Nederland. Het in 1803 gereedgekomen Charter (dat bekend staat als het Charter van Nederburgh) is hoofdzakelijk de neer slag van de ideëen van Nederburgh en slechts enkele denkbeelden van Van Hogendorp werden erin overgenomen. Veel van het oude Compgniesstelsel werd gehandhaafd: verplichte leverin gen, herendiensten, monopolies. Wel werd in het Charter het bestuur opge dragen aan de landvoogd alleen, maar het wetgevend gezag werd uitgeoefend door de G.G. met de Raad van Indië, een toepassing van het beginsel van de scheiding der machten van Montes quieu. Het Charter werd in 1804 goedge keurd, maar werd nooit ingevoerd. Het bleef echter de grondslag voor de vol gende regeringsregelementen voor Nederlands-lndië. Nadat de commissie haar taak had vol bracht, werd Nederburgh in 1 804 be noemd tot lid van de Raad der Aziatische Bezittingen en vervolgens in 1 806 tot Staatsraad in buitengewone dienst. Hij overleed 3 augustus 1811 opzijn land goed Oostduin bij 's Gravenzane. Een bekende naam in Indië. De naam Nederburgh bleef ook na zijn dood in Indië een bekende klank houden. Zo was een kleinzoon, Mr. Sebastiaan Cornelis Herman Nederburgh resident van Cheribon en Jogjakarta en zag zijn ambtelijke loopbaan in 1878 bekroond met een benoeming tot lid van de Raad van Indië. Andere leden van de familie Nederburgh waren werkzaam in de cultures in het Cheribonse, of hadden belangrijke func ties bij de rechterlijke macht. Mr. Izak Alexander Nederburgh was Directeur van het Departement van Justitie en president van het Hooggerechtshof, Mr. Cornelis Bastiaan Nederburgh was Algemeen Secretaris. Prof. Mr. I.A. Nederburgh was staats rechtgeleerde en maakte deel uit van de commissie, die na de Grondwetswijzi ging van 1922 een ontwerp moest voorbereiden voor een nieuw regerings- regelement (een soort grondwet) voor Nederlands-lndië, zodoende het voor beeld van zijn voorvader volgend, die in 1 802 dezelfde rol speelde. v.d. volgende schilders: R. Bonnet, Ernst Dezentje, W.G. Hoffker, A. J. Le Mayeur, F. Holleman, G. Adolfs, Raden Saleh, A. Sonnega enz. Reacties met foto en afmeting naar P. LEIMENA, Michelangelostraat 107-11, 1077 CA Amsterdam, tel. 020 - 79 08 80. Het wapen van de familie Neder burgh: in blauw een keper, ver gezeld van twee sterren en een burcht, alles van goud. Helm teken; een groene boom. Dek kleden: goud en blauw. Wapenspreuk: Virtus pretium sibi. 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 7