ren slingers voor de huizen hangen, iets
wat toch ook al op Bali traditie is. Het
keurig knippen van papier is in Portugal
een toegepaste kunst: ik zag er eens
een expositie van met verbluffende
resultaten.
Een overeenkomstig verschijnsel van
geheel andere aard wordt veroorzaakt
door de bromfietsen. Als deze langs je
heen schieten met een snerpend geluid
en bemand door jongelui die natuurlijk
niet zijn voorzien van beschermende
helm, is de vergelijking met Indonesië
pas helemaal raak. En je gaat helemaal
twijfelen waar je bent, indien er in een
Portugees dorpje een driewielfiets
voorbij komt, met passagier er in, precies
als met een becak.
En denkt u toch vooral niet dat ik
fantaseer. Ikhebditallemaal in Portugal
met eigen ogen geconstateerd en verder
met een notitieboekje en balpen in de
hand, om gauw iets op te schrijven en
niet aanstonds te vergeten. Je moet het
wel even gaan noteren, juist ómdat het
allemaal van die "vanzelfsprekendhe
den" zijn.
Nog meer van die frappante vergelij
kingen? Waarachtig. Ergens voel ik dat
die Portugezen in de tijd dat zij in vele
delen van de Indische archipel (vóór de
tijd dat de Hollanders daar kwamen)
waren, een geduchte invloed hebben
gehad (en gehouden). In Timor bleven
ze tot in 1975, dus langer dan wij
Nederlanders in de rest van de archipel.
Neem nu het feit dat ik in Portugal (en
het was niet in de winter) babies zag,
gedragen door hun moeder, met een
ijsmuts over het bolletje. Zo'n beeld
zagen we ook in Indië en zelfs nu nog in
het moderne Indonesië. Voor dit ver
schijnsel heb ik geen verklaring. Want
persoonlijk geloof ik niet in het courante
koloniale soosverhaal van die partij
Nederlandse ijsmutsen bestemd voor
Archangel in Noord-Rusland, doch die
per abuis door de Borsumij naar Indië
waren verscheept. En die toen toch
maar aan de man werden gebracht
omdat terug verschepen te duur zou
worden; en't werd nog een succes
ook
Dat de Portugese vrouw op het land ook
niet in alle geledingen volledig (net
zoals haar Indonesische zuster) ge
ëmancipeerd is, dat merk je aan meer
dan één ding. Men ziet doorgaans veel
vrouwen hard werken op het land, ook
in de blubber van de natte rijstvelden;
vaak zomaar op blote kaki's; en net als
op de sawahs aan de evenaar met een
strooien hoedje op en verder met de
zelfde attributen, dus met arit en patjol,
of sikkel en hak.
En verder nam ik het fenomeen waar
dat in Portugal ook vrouwen en kinderen
van de politiemensen in politie-kazernes
waren gehuisvest, net zoals destijds bij
het leger en bij de politie in ons Indiê het
geval was. Het zelfde ziet men overigens
nog bij de Guarda Civil in het aangren
zende Spanje. Maar in Portugal is de
agent veel vriendelijker; hij gaat daar
erg op de Indische "masoppas" lijken.
En evenals in Indië, zie je 's morgens
vroeg tegen schooltijd ook vader-agent
in uniform, zijn kinderen naar school
brengen.
Nog iets over geüniformeerde dienaars:
weer is de vergelijking met I ndië op zijn
plaats. Want net als in de dromerige
garnizoensplaatsjes in het binnenland
van Java in de jaren twintig van deze
eeuw, hoor je opeens hoefgekletter van
veel paarden. Komt op de weg plotseling
een groep militairen je tegemoet. Ruiters
in nogal ouderwetse tunieken. En hoog
gezeten op sloom dravende paarden
die opgewekt hinniken.
Als in Portugal tegen het schemeruur
de grootste warmte voorbij is, gaat
ieder rechtgeaard dorpsbewoner tevre
den en netjes en waarschijnlijk ook
zojuist gemandied in een schoon shirt
of frisse jurk langzaam in de dorpsstraat
of-plein flaneren, echt melantjong. Met
de netjes geklede kinderen er bij. De
tieners echter apart; ook netjes en de
jongens met kort haar. Een lach, een
sigaret: een babbel en naar mekaar
kijken. De dames vaak lekker geurend,
soms wat overdreven geparfumeerd en
ruikend naar lekkere zeep. Ik zag en
rook dat in de Oost ook zo.
Hé, zeep heet hier saboa, dus lijkt op
saboen. Vorige keer haalde ik massa's
woorden aan die ik al kende uit het
Maleis of de Bahasa maardieeen Portu
gese stam hebben. Soep is hier sopa en
dat lijkt op "sop" uit Indië. En onder
mijn Samsonite koffer ontdekten Portu
gese kinderen wieltjes die zij "roda'
noemden, net zoals de katjongs in de
Oost.
Maak je in Portugal zomaar wandel
tochten op het platteland en kom je
volslagen onbekende mensen uit de
streek tegen, dan is er altijd een groet
bij in de geest van slamat djalan. En
vaak ook- net als in Indonesië-de vraag
van "waar ga je heen" en "uit welk land
kom je?" Men wijst je er graag de weg
en snap je hun (moeilijk verstaanbare)
taal niet dadelijk, dan nemen ze je onder
de arm en leiden ze je naar een punt
vanwaar ze je de weg kunnen aanwijzen.
Het zelfde maakte ik meermalen in
Indonesië op het platteland en in de
desa mee.
Als je op het land in Portugal helemaal
alleen als vreemdeling rondwandelt 's
middags om een uur of één en de
mensen van de streek aan een tafeltje in
de schaduw in hun tuin ziet eten, dan
gebaren ze in de geest van, kom er bij
zitten en eet met ons mee. De gastvrij
heid van het Oosten. Je bedankt vrien
delijk, zegt iets van smakelijk eten, dank
u en loopt maar opgewekt verder.
Zit je zelf aan de picknick aan je klap
tafeltje in de natuur, dan doe je 't ook
maar met passanten. De Portugees zal
je dan ook smakelijk eten toewensen.
Deze wederzijdse gewoonten zijn ook
Natuurlijk zijn in Portugal de huisjes niet van bamboe en gedèk. Hier wandelt de
vrouw van de auteur (zelf een meisje uit Bandoeng) in een Portugees dorpje in het
binnenland. Men ziet de dorps-bron nog uit de Middeleeuwen; 's morgens doen de
vrouwtjes daar de was. Geheel rechts ziet men twee van hen met emmers vol water
naar huis lopen. Op de voorgrond vrolijke en schone kindertjes, zittend gewoon op
straat. En ze spelen met heel eenvoudig speelgoed, net als kindertjes in de
kampong in Indië/lndonesië.
16