Het VOC-replica-schip "AMSTERDAM" Sinds begin september 1990 is de hoofdstad weer een publiekstrekker rijker geworden: het VOC-replicaschip "Amsterdam". De "Amsterdam", met een tonnage van 840 ton, ligt afgemeerd voor het Amsterdams Scheepvaartmuseum op het eiland Kattenburg. Het schip heeft een middenmast van 56 meter hoogte waardoor het aanzien van dit deel van de stad opvallend is veranderd. De reconstructie van een Oost-I ndië- vaarder is een zeer arbeidsintensieve bezigheid; aan de "Amsterdam" wordt nu alweer vijf jaar gewerkt en het moment van voltooiing is nog niet in zicht. Op dit moment wordt er tijdens werkdagen nog verder aan het schip gebouwd en ingericht, maar in het weekend is de Indië-vaarder voor het publiek opengesteld. Medio 1 991 zal het schip op alle werk dagen (uitgezonderd maandag wanneer het scheepvaartmuseum gesloten is), toegankelijk zijn voor museumbezoe kers. In de toekomst zal het schip zo worden ingerichtdat men het idee krijgt zich op een zojuist uit Indië terugge keerd VOC-schip te bevinden. Zo zullen er op het overloopdek hang matten worden gespannen en matras sen uitgelegd opdat de twintigste eeuwse toeschouwer enig idee krijgt van het primitieve leven van de oor spronkelijke bemanning. Verder zal het laadruim gevuld worden met koloniale handelswaren zoals peper, koffie, sui ker, foelie, zijde e.d. Met de uiteindelijke reconstructie zal ruim achtenhalf miljoen gulden gemoeid zijn. De bouw van het schip is een initiatief van de gemeente Amsterdam waartoe in 1 984 de Stichting Amster dam Bouwt Oostindiëvaarder (SABO) werd opgericht. De constructie van het replica-schip was primair bedoeld als werkgelegen heidsproject en voorts als een belang rijke toeristische trekker voor de ge meente. De "Amsterdam" geldt nu reeds als een van de meest succesvolle werk- lozenprojecten van de hoofdstad en als het paradepaardje van het Haagse Ministerie van Sociale Zaken en Werk gelegenheid. Het kan dan ook als een uitstekend arbeidservaringsproject worden be schouwd waar met groot enthousiasme aan wordt gewerkt. Nog steeds zijn er dagelijks meer dan dertig vrijwilligers bij betrokken. Personen die langer dan een jaar bij de bouw zijn betrokken geweest, kunnen na afloop een getuig schrift ontvangen van de SABO. Reeds meer dan 200 vrijwilligers heb ben, dankzij hun "Amsterdam" werk ervaring, een vaste baan gevonden. In tegenstelling tot de meeste 1 7de en 1 8de eeuwse handels- en oorlogssche pen is de romp van het schip niet van eikehout en grenen gemaakt, maar werd een Afrikaanse hardhoutsoort, Iroko, gebruikt dat zeer duurzaam is en goed bestand tegen zoet water. Voor de bin- nendekken is bankirai-hout uit Borneo gekozen wegens de grote slijtvastheid en brandveiligheid van dit materiaal. Het schip is in principe zeewaardig maar het is vrijwel uitgesloten dat er ooit mee zal worden gezeild. Vandaag de dag zijn er immers onvoldoende ervaren zeelieden die een zeilschip van een dergelijke omvang kunnen bevaren. Het werven en opleiden van zulke zee lieden zou bovendien onbetaalbaar worden. Ook is het maar de vraag of men voor een dergelijk project wel vol- Het VOC-replicaschip "Amsterdam" met links het marine-opleidingscen trum en rechts het scheepvaartmuseum (gebouwd in 1656 als pakhuis van de Amsterdamse Admiraliteit). doende personeel zou kunnen vinden daar het zeeliedenbestaan zwaar is en niet zonder risico's. I n de tijd van de Oostindië-vaarders was het minder moeilijk om ervaren zeelui te vinden en telde een zeemansleven min der zwaar dan nu. Overigens, over het leven van een gewoon bemanningslid van een Oostindie-vaarder is weinig meer bekend. We weten alleen wan neer iemand aan boord kwam en wan neer hij het schip, vaak via een zeeman sgraf weer verliet. Het leven aan boord was zwaar en het scheepsvoedsel was ongezond en eenzijdig. Er kwam vaak scheurbuik voor. Aan de bouw van het oorspronkelijke VOC-schip "Amsterdam" werd in april 1 748 begonnen en reeds in het zelfde jaar in de maand oktober kwam het schip van de helling; in november 1 748 kwam het al in de vaart. Een verrassend hoog bouwtempo! Helaas was de "Amsterdam" geen lang scheepvaartleven beschorenOp haar eerste Indiëvaart ging zij verloren! Hoewel het schip reeds in november voor Texel voor anker lag, gelukte het niet om in de Noordzee te komen wegens het slechte weer. Pas in januari 1 749 kon men eindelijk naar open zee uitvaren. Op het Kanaal waren de weersomstandigheden echter uiterst gevaarlijk en in de buurt van het Engelse Hastings liep het schip op Werken aan het dek van de "Amster dam". 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 6