Adoeh, niet zo dan BIJLAGE VAN HET INDISCH TIJDSCHRIFT MOESSON NOVEMBER 1990 Wapen Telefoontjes, brieven, allemaal boos of geërgerd over de televisie-cursus "Selamat makan" door Sylvia Thielsch en Paula Patricio. Nu dient de laatste alleen als fraai decorum, voor de won derlijke kookavonturen is alleen me vrouw Thielsch verantwoordelijk. Er klopt geen snars van die receptuur, de bereidingswijze en de presentatie. Omdat ik zaterdag werk, kan ik de kookles zo vroeg in de middag niet volgen. Een keer ben ik naar huis gerend om nog net het staartje van de uitzending te kunnen meemaken. Kwee pisang als toetje. Een doodeen voudig recept, dat een kind kan maken. Bleek dat mevrouw Thielsch het ver schil niet weet tussen deeg en be slag. Wie een pisang in een bal rijste- meeldeeg rolt en dat in een pisangblad stoomt, krijgt een keiharde tennisbal. Bovendien: hoeveel dames in Nederland kunnen naar een winkel gaan die pisang bladeren verkoopt? Wat een nonsens, folie kan ook en anders gewoon een schaal waarin de kweepisang hard kan worden. Maar dan wel een beslag maken van Hoenkweemeel, santen, sui ker en vanille. Ook bij rijstemeel eerst het mengsel dik koken. Kan men een blok santen raspen? Neen. Bij de eerste schrap zijn alle gaatjes van de rasp potdicht. Gewoon met een mes afschrappen mevrouw Thielsch of een stukje santen afsnijden en dat in de sajoer/sambel goreng meekoken. In goelee komt geen seré voor, zeiden veel dames. De verhouding ketoembar- djinten moet niet zijn 1:1, zelfs niet 2:1, maar 3:1. Djinten heeft namelijk een zeer sterke smaak die het gerecht totaal kan beheersen. Bij de laatste aflevering (ook weer naar huis gesneld) zag ik nog net "sambel goreng tempé kering" lekker pruttelen. Ben benieuwd wanneer die ooit "kering" is geworden. Na de onzin die een zekere tante Wies in de tante Lien show (ook Vara) op het scherm demonstreerde, krijgen we dit weer. Nu zou ik voor eens en voor al een eind willen maken aan de ergernissen over deze valse voorlichting. Zojuist ontving ik een brief van een lieve sobat Corrievan Rijn uit Ede (89), die zich ook alweer kwaad heeft gemaakt om een recept van "Javaanse smoor" in een of ander krantje. Er kwamen trassi, bruine suiker en lombok in voor. Nou èn? Als die schrijfster dat nu lekker vindt. Voor mijn part doet ze er nog een kuipje smeerkaas bij. Waar we ons aan storen is, dat Javaans. Dat associëren we met onze Indische smoor, daar wringt 'm de schoen. Wat ons doorlopend in het verkeerde keelgat schiet is eigenlijk de eigenwijze betweterige, bemoeizuchtige manier waaropONDESKUNDIGEN onze recep ten veranderen. De oorspronkelijke smaak door toevoeging van de verkeerde ingrediënten, totaal vervormen. Indisch is het niet meer. Aan u de raad I e e s die recepten dan niet. Ze zijn niet voor u bedoeld, maar voor degenen die het gerecht totaal niet kennen, en misschien deze smaak juist lekker vinden. Er bestaat geen verbod op het verkankelemienen van een recept, vrijheid van pers, meningsuiting en smaak. We moeten ons gewoon niet meer ergeren. Maar wel proberen onze eigen mooie eetcultuur bewaren, beschermen door ZELF goed te koken, het onze kinderen te leren. Onze Indische keuken kent veel variaties. In Midden-Java eten ze zoeter en heter, in West-Java houden ze van zuur, in Oost-Java van kruidig en heet. In Suma tra van heel erg heet en ga zo maar door. Elke Indische heeft haar eigen "takarans". We moeten alleen op de barricade sprin gen als men een gerecht authentiek Indisch noemt, terwijl het uit een Sche- veningse of Giethoornse duim gezogen is. Een duim die vastzit aan een z.g. "bekende Nederlander". Wat die uit kramen wordt altijd als het evangelie aangenomen. Voor een ding vraag ik excuus: ik heb van het kookboek dat bij het TV-pakket Selamat Makan behoorde gezegd dat het "heel goed" was. Rieka Wattimena heeft destijds het bekende Groot Indisch Kookboek van Catenius v.d. Meyden bewerkt en in gangbare taal omgezet. Hij heeft er ook eigen recepten bij gedaan, NIET allemaal prima blijkt nu. Had ik die recepten uitgezocht en na gelezen dan zou ik er mijn bedenkingen bij hebben vermeld. Catenius geeft bijvoorbeeld niet dat idiote kwee pisang en goelee recept en die zitten wel in het TV-pakket boek. Enfin, ik raad u aan: ergert u zich niet teveel aan de z.g. kookrubrieken en kooklessen. Weet voor uzelf hoe het wél moet, onthoudt de recepten zoals u ze van uw moeder, uw grootmoeder leerde en geef uw kennis door. Serieuze leergierigen zullen er altijd zijn, maar daarnaast ook een massa betweters en dommerikken. Over smaak valt niet te twisten over goede smaak wel. Maar dat moeten we maar met mildheid afdoen met een "Adoeh, niet zo dan!" Argumenteren helpt niet. LD De Indische gemeenschap wordt hierbij gewaarschuwd dat er een nieuw wapen uitgevonden is dat helaas juist in die gemeenschap gemakkelijk voor de hand ligt. Dat wapen is sateh. Het blijkt, volgens de N RC, dat er op een carnavalsfeest in Rotterdam in het ge duw en gedrang een ruzietje tussen twee mannen uitbrak. Een van de twee greep toen "een pot sateh" en gooide die naar zijn tegenstander. Die werd bijgestaan door zijn neef die de sateh- gooier maar meteen doodschoot. Sateh is dus, zelfs met de pot erbij, geen effectief wapen, alleen provocerend. De vraag komt wel op: wat is een pot sateh? Sateh ligt geroosterd op het bord van de sateh-eter. Hoe komt die pot eraan te pas? Conclusie: met "een pot sateh" wordt een pot saté SAUS bedoeld en reken maar dat die lekker in de hand ligt om te smijten. Met saté-stokjes kan effectief worden geprikt, maar dan moeten ze wel van metaal zijn! (Red.) T-1

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 13