LET'S GO
ARCHIPELAGO
O
Een stimulerende kreetvoorhetToeristenjaar 1 991 waarvoor
Indonesië alle krachten inspant. Die slogan troffen we aan op
de omslag van "Orion", een tijdschrift dat zich al jaren (met
succes) inspant om Nederland en Indonesië cultureel en
economisch bij elkaar te brengen. Nu is toerisme het aan
gewezen middel - het makkelijkste middel bovendien - om de
welvaart in een land te bevorderen. Handel en cultuur,
betalen en ontvangen en een fijne tijd doorbrengen in een
land dat befaamd is om zijn prachtige natuur, gastvrijheid,
vriendelijkheid, beschaving. Indonesië staat met 13.677
eilanden gereed om iedereen die het zich kan veroorloven
naar behoren te ontvangen. Met goed transport, luxe in dure
hotels, comfort in royale guesthouses, vriendelijkheid in
particuliere logeergelegenheden en overal lekker eten, lekker
drinken en lekkerwarm. Elk dierbaar plekje grond in Indonesië
ontdekt door de toerist, alles gezien, betast, gehoord, geroken,
gevoeld. En beoordeeld of veroordeeld.
Wat veroordeelt hij, hoe beoordeelt hij? Dat komt hij pas te
weten als hij (de toerist) weer thuis is en zijn foto's en dia's en
video's bekijkt. Mooie herinneringen, interessante ontdek
kingen. Indonesië heeft gegeven, Indonesië heeft ontvangen.
Zo is het goed. Of niet altijd?
Vraag het de kalongs in de speciale kalong-boom in Bogor.
Daar hangen ze overdag te slapen, honderden aan een tak.
Als de duisternis valt vliegen ze uit om voedsel te zoeken,
maar als het licht is willen ze graag met rust worden gelaten.
Rust? Wie heeft het over rust?
Een groep toeristen komt eraan. De gids vertelt over de
kalongs, vleermuizen, hun gewoonten, hoe ze vliegen. Kijk
zo: er wordt aan de boom geschud, geslagen met een stok,
wakker worden jongens, laat zien hoe een vliegende vleermuis
eruit ziet. Kalongs vliegen op, camera'tje gericht, foto gemaakt.
Mooi plaatje. Toeristen wandelen verder, kalongs klemmen
zich weer slaperig vast aan precies hetzelfde plekje op
dezelfde tak.
Slapen. Tot de volgende groep toeristen zich aandient. Zien
hoe de kalong vliegt? Schudden, slaan, de kalongs fladderen
weer op, camera'tje gericht, foto gemaakt. Mooi plaatje.
Volgende groep. Vliegen, plaatje
Vleermuizen, kalongs, vliegende honden. Toeristen. Toeris
tenjaar. Let's go, let's fly I
LD
kreeg drie dagen om na te denken.
Toen de drie dagen om waren vertelde
Goenawan de koning wat hij gedroomd
had. Uit het oosten was een brandende
vuurbal gekomen die, toen hij al heel
dicht bij het paleis van de koning
genaderd was, door een sterke bediende
tot stilstand was gebracht. Anders zou
het stellig in vlammen zijn opgegaan.
De koning knikte.Zo was de droom
inderdaad geweest. Maar wat beteken
de deze?
Goenawan vertelde daarop dat het land
van de koning aangevallen zou worden
door een vijand die zou dreigen het
paleis van de koning in brand te steken.
Een sterke man die de koning zeer
toegedaan was zou de vijand echter
dwingen terug te keren.
De koning was tevreden met deze uit
leg, al zou natuurlijk nog moeten blijken
of hij juist was. Hij herstelde Goenawan
in ere en gaf hem zelfs een nog hogere
functie dan hij voorheen bekleed had.
Kort daarna verschenen erdrie afgezan
ten van een rijk ten oosten van dat van
de koning die eisten dat hij al zijn
rijkdommen zou afgeven, omdat zijn
land anders aangevallen zou worden
door een leger uit het oosten waaraan
hij zeker geen weerstand zou kunnen
bieden.
De drie mannen, die er erg groot en
sterk uitzagen, zeiden dat als de koning
niet wilde toegeven het niet tot een
volledige oorlog hoefde te komen. Zij
zouden met zijn drieën hun land kun
nen vertegenwoordigen. Als de koning
iemand had die hen in een tweegevecht
kon verslaan, zouden ze van hun eisen
afzien.
De koning aarzelde wat te doen, maar
hij herinnerde zich zijn droom en de
uitleg ervan. Daarom riep hij de sterke
mannen van zijn land op om zich met de
drie afgezanten te meten, leder die hon
zag werd echter meteen bang en nie
mand verklaarde zich bereid tegen hen
te vechten. Tenslotte verscheen er
evenwel toch een jongeman, die dat wel
aandurfde. Dat was Soerawan.
Toen de dag van de strijd aanbrak wist
Soerawan de drie mannen met gemak
te verslaan. Het land was gered. De
koning toonde zich zeer dankbaar voor
wat hij gedaan had en maakte hem tot
een van zijn naaste medewerkers.
Ook Goenawan, die had bijgedragen tot
deze gunstige uitslag, werd gëeerd.
Zowel Goenawan als Soerawan be
kleedden nu hoge posities aan het hof.
Op een goede dag wilde de koning
trouwen met de dochter van de naburige
vorst. Deze vroeg echter een bruids
schat die zou bestaan uit sieraden die
elk minstens honderd kati, dat is twee
ënzestig en een halve kilogram, moesten
wegen. Waar moest hij die vandaan
halen? Dit keer kwam Hartawan zijn
vorst weer te hulp. Hij gaf hem het geld
voor de gevraagde bruidsschat, zodat
het huwelijk kon doorgaan. Als beloning
gaf de koning ook Hartawan toen een
hoge post aan het hof.
Niet lang daarna zaten Hartawan, Goe
nawan en Soerawan bij elkaar en elk van
hen vertelde zijn levensgeschiedenis.
Toen kwamen ze tot de ontdekking dat
ze eikaars broers waren. Al die jaren
hadden ze niets meer van elkaar ge
hoord, maar nu bleek dat elk van hen
datgene wat hij zich ten doel had ge
steld had kunnen bereiken. En tenslotte
waren ze dan eervol herenigd.
(Uit: "Indische Volks-verhalen" Uitg.
W. van Hoeve, Den Haag, 1948)
19