KERSTMIS 1945
KETJELIK
ZO TEGEN HET EIND
In het kerstnummer van Moesson 1989 stonden verschillende kerstvieringen
beschreven. Het waren kerstvieringen, die gehouden waren in kampen van
krijgsgevangenen of in andere oorlogsomstandigheden. Tussen de regels door
meende ik, dat de schrijver van die artikelen ook aanwezig was bij de kerstviering in
Balikpapan 1 945. Maar erg duidelijk kwam dat niet naar voren. Het is daarom dat
ik er graag op terug wil komen in het Kerstnummer van 1 990. Precies 45 jaar
geleden.
Op mij zelf heeft het een geweldige
indruk gemaakt en elk jaar moet ik er
aan terug denken.
Het was enkele maanden na de capitu
latie van Japan. Tarakan en Balikpapan
waren al bevrijd door de Australiërs. Er
waren heel veel Australische militairen
en een klein detachement van de Ame
rikaanse zeemacht. Maar behalve deze
militairen van bevriende mogendheden
kwamen er duizenden ex-krijgsgevan
genen en burgergeïnterneerden uit
Japan, uit Manilla, uit Singapore en
mogelijk ook nog van elders.
Ook kwamen er militairen uit Nederland.
Zij waren op weg naar Java of andere
delen van de Indische archipel. Maar
van de Engelsen en Brits-Indiërs moch
ten deze laatsten niet naar Java. Over
het waarom zullen we niet oordelen.
Ook waren er vele vrouwen uit de vrou
wenkampen. Van waar die kwamen
weet ik niet precies meer, maar ze
waren er en dat in grote getale.
Hoe dan ook. We waren met vele duizen
den. En het was de eerste KERSTMIS
die we in vrijheid mochten meemaken.
Hoe primitief ook. Het kerkje op Klan-
dasan was in de oorlog verwoest. Het
zou ook veel te klein zijn geweest. En
daarom zouden we de dienst houden in
de open lucht en wel op de Goenoeng
Pipa in Kampong Baroe.
Er waren een paar zusters, op weg naar
Menado, gestrand in Balikpapan. Op
een stuk karton hebben ze een kerststal
getekend. En eerlijk gezegd zeer mooi.
We hebben ergens een piano gechar
terd voor de begeleiding van de zang.
De paramenten hadden in de kampen
veel te lijden gehad, maar vlak voor de
kerst werd ons een mooi rood kazuifel
uit Batavia gestuurd. Zangboekjes waren
er niet en het werden oude en vertrouw
de kerstliederen, die we nog van buiten
kenden. Het was een geweldige dienst.
Althans zo zag het er uit en zeer velen
hebben het als zodanig ervaren. Met
vele, vele honderden en mogelijk dui
zenden mochten we Kerstmis in vrijheid
vieren. VREDE OP AARDE EN IN DE
MENSEN EEN WELBEHAGEN.
Maar er was ook oneindig veel verdriet.
Want velen wisten niets van man, vrouw
of kinderen. Wie leefden er nog en waar
waren ze? En hoe waren ze? Ook berich
ten uit Nederland waren schaars en
vaak onduidelijk.
Maar we waren vrij. Maar achter blij
moet een vraagteken staan. En toch
kunnen we Kerstmis niet meer vieren
zonder terug te denken aan die ellende,
die we jaren haddden moeten onder
vinden. Voor de meesten van ons was
het 4 jaar, maar er zijn er die vele, vele
jaren in nog beroerder omstandigheden
Kerstmis moeten vieren.
In die 45 jaar na 1945 heb ik Kerstmis
mogen vieren in prachtige kerken en
die waren vol met mensen van goede
wille. Maar ondanks die pracht en praal
blijf je terug denken aan de velen, die
nog altijd Kerstmis moeten vieren in de
meest onmenselijke omstandigheden.
Anderen moeten het vieren in eenzaam
heid en met verdriet. Ze weten vaak niet
eens hoe of waar hun dierbaren gestor
ven zijn. En dan kan het nooit meer
Kerstmis zijn, zoals we ons dat vroeger
hadden voorgesteld of zoals we dat met
dierbaren hebben mogen vieren.
Als ik voor de Kerst bladzijden van
kranten vol zie staan met dure en vaak
onbetaalbare menu's, dan stuit me dat
tegen de borst. Ik weet wel, dat velen
zullen zeggen: dat is voorbij en daar
moet je niet over blijven zeuren, maar ik
voor mij kan dat niet en mogelijk zeer
velen met mij ook niet. Mogelijk is het
een kampsyndroom.
Zo is 1 5 augustus geen feestdag, maar
een verdrietige dag. Ben ik dat alleen?
De zeer velen, die na jaren weer eens
een reis maken naar Indonesië zijn erg
enthousiast en dat doet mij goed. Ook ik
denk met dankbaarheid terug aan de
tijd, die ik op Kalimantan (Borneo) heb
mogen doorbrengen en het werk, dat ik
daar heb mogen verrichten.
Maar ook denk ik met dankbaarheid
terug aan het goede en hartelijke, dat
we van elkaar mochten ondervinden
in de kampen. We waren voor el
kaar dikwijls een goede steun. Maar
het blijft je pijn doen en verdriet, dat ook
nu nog hele volken en vele mensen
elkaar leed en verdriet aandoen.
En daarom:
Moge KERSTMIS 1990 VREDE
brengen aan alle volkeren, alle gezin
nen en aan ieder mens van goede wil.
P. J. v. ETTEN
Zoals elk jaar stonden ze er weer, de
heilsoldaten bij hun kerstpotje. Op de
hoeken van grote winkels. Zo ook in de
ruimte tussen A.H. en Nieuwe Weme.
Daar stond een klein heilsoldaatje te
hippen van 't ene been op 't andere.
Kennelijk had ze 't erg koud, want er
blies een gure wind.
Toen ik langs kwam en mijn gave in 't
potje deed, sprak ze me aan: "Koud
hè?". "Schrikkelijk" zei ik. Ik bleef nog
even bij haar praten, had heel erg met
haar te doen en wenste wel, dat ik een
kop warme soep voor haar kon toveren.
Toen bedacht ik, dat ik wèl iets voor
haar bij A.H. kon kopen. Zo deed ik mijn
boodschappen in recordtijd en rende
met een heel dik stuk chocolade, de
dikste die ik vinden kon, naar de plaats
waar ze stond. Maar o schrik! Ze was
afgelost! In haar plaats stond haar col
lega, een boomlange man met een snor
als een fietsstuur. Ik durfde die snor
voor geen miljoen een chocoladereep
aan te bieden en zo ging ik dus een
beetje gedesillusioneerd naar huis.
Thuis at ik uit louter balorigheid de hele
reep bijna achter elkaar op, en werd zo
misselijk, dat ik de hele dag geen eten
meer lustte.
Dit was toch een gekke reactie van een
over-oma!
Mw. A.M.C.T. WOLTERBEEK
Het is gewoon dat we, als de wijzers van
de klok de laatste minuten van het oude
jaar wegtikken, met goed gevulde maag
en vrolijke gedachten het Nieuwe Jaar
begroeten. Het is ook gewoon dat we
even daarvoor, nog voor we het glas
heffen een zwaar gevoel in onze hart
streek hebben als we denken aan
hen die ons het afgelopen jaar verlaten
hebben. Plotseling of na lange ziekte,
heengegaan, uit ons leven verdwenen,
maar nooit uit onze gevoelens van liefde,
vriendschap, genegenheid.
Het leven gaat door, zeker, wie beweert
van niet. Maar verdriet gaat ook door,
heel lang soms. Daarom deze poëtische
troostwoorden van Theo Lith. Misschien
helpen ze als 1 991 ondanks alle goede
wensen toch te "berat" wordt.
Sta niet bij mijn graf te treuren.
Ik ben daar niet. Ik slaap ook niet.
Ik ben het zonlicht op het wuivend riet
Ik ben de tere herfstkleuren
Ik ben de kracht die
door je lichaam vloeit
Ik ben de wind die door je haren stoeit
Ik ben de stille sterrenpracht
Sta niet bij mijn graf en schrei
Ik ben daar niet. Ik ben nabij
Ik ben dicht bij je, dag en nacht.
THEO LITH
8