De Indische herinneringen
van Arend Hagedoorn (I)
nemen,
Het vertrek
Ik kan mij van de voorgeschiedenis van het vertrek na 70 jaar niet veel meer
herinneren. Wel van het rijtuig, dat ons naar de pont bracht, van de grote rivier, die
ik al wel eens eerder bij een reis naar Amsterdam gezien had. Maar nu zie ik de
scheepjes weer voor mij die door een grote kabel loodrecht op de pont daarmee
verbonden waren. De schipper die mij vertelde dat ze dienden om de pont voort te
stuwen. Mijn kennis van de mechanica was onvoldoende, mogelijk begreep ik er
iets van, in ieder geval vond ik het erg knap dat dit maar zo vanzelf ging. Ik herinner
mij de bloeiende meidoorns langs de weg naar Amerongen. Het leek een geweldig
avontuur, al zal de stemming bij vaderen moederwel ernstig geweest zijn, waar ik
me niets van herinner. Daarna de trein!
Het huis aan de Herengracht.
Hier was een nerveuze stemming - er
werd gehuild, ik snapte er niet veel van.
Er was een binnenplaatsje met een kuip
waarin de tantes scheepjes voor me
lieten varen, hetgeen ik erg mooi vond.
Toen kwam het avondeten. Het was erg
plechtig, gebed van mijn vader. Daarna
las hij de "reispsalmDankzegging van
mijn vader, het was blijkbaar droevig. Ik
had het gevoel dat het veel ernstiger
was dan een kerkgang.
Maar daarna gingen we met een paarde-
tram, een onvergetelijke herinnering,
en later met een rijtuig naar een grote
kade waar een geweldig stoomschip
lag. Het was fantastisch - ik geloof dat ik
me weinig aantrok van de ernst en het
alleen machtig interessant vond.
Nooit zal ik vergeten het plotselinge
sonore geluid van de stoomfluit, die het
vertrek aankondigde en de bezoekers
waarschuwde dat zij het schip moesten
verlaten. Het is een g root verlies voor de
romantiek van de scheepvaart, dat de
goede oude stoomfluit verloren ging,
nu is het een modern alarmsignaal. Het
was warm, vol, krachtig, een aankondi
ging van avontuur, een sonore wat hese
stem die aankondigde dat er iets ge
weldigs stond te gebeuren. Dan begon
het langzame rhytmische stampen van
de scheepsstoommachine, hoe veel
belevender dan het getril van de moder
ne diesel. Het was alsof het de groot
heid van het gebeuren begeleidde. Wat
óók in de herinnering bleef, was de
eigenaardige lucht, atmosfeer, die er
heerste van de rubberbekleding der
trappen. Ik geloof dat ik daarna al gauw
in slaap gevallen ben.
Want het eerste dat ik mij daarna herin
ner, is dat ik met een jonge stuurman bij
het hengelen in de Noordzee een haring
ving. Ik was geweldig trots, maar merkte
al gauw dat het een zoute haring was,
door een grappenmaker via een patrijs
poort aan de hengel gedaan! Ik geloofde
dat ik hiermede voor het eerst leerde op
mijn hoede te zijn en niet beetgenomen
te worden.
Port Said: kolen laden. Donkere men
sen, die afschuwelijk stoffig werk moes
ten doen. In lange rijen kwamen ze
langs een loopplank aan boord met
grote zakken op de rug en overal kolen
stof en overal kolen.
Merkwaardige mensen aan boord die
Het gezin Hagedoorn.
van alles te koop aanboden, de bruine
jongens die doken naar een klein
muntje. Maar het vreemdst van alles
waren de tovenaars, die een kuiken in
hun handen in tweeën braken en er dan
twee hadden.
En daarna dan de woestijn - de woestijn
waar de Joden eens doorheen trokken -
de kamelen aan de kant. Het was ook
heel erg warm. Maar van de reis herinner
me weinig anders meer dan bruinvissen
en vliegende vissen en het gevoel dat
we naar het grote onbekende land
gingen.
Java - Batavia
We kwamen aan de kade in Priok en
reden naar een hotel in Batavia. Achter
het hotel was een grote ruimte met een
trapje van steen naar de rivier. Ik wilde
er natuurlijk een kijkje nemen, maar het
trapje was spiegelglad en ik viel in het
10