Nasi mèt. Djembrot Men dol MartabakMurtabak en Martabak-bami Paarse Oebi Een jaar of 10 geleden schreef Harryet Marsman (Plantersvrouw) op mijn ver zoek een kookboekje. Gerechten, kostjes die je eigenlijk alleen thuis at, dus geen restaurant-recepten. Eenvoudig, sma kelijk en door en door Indonesisch. Voor Harryetdus echt Javaans want Java, en Oost-Java vooral is haar moederland geweest. "Nasi mètnoemden we het boekje dat al jaren uitverkocht is. Er is nu een herdruk in voorbereiding, een kleine oplaag want we drukken liever wat bij dan met boeken te blijven zitten. Het aantal kookboeken, ook Indische dat tegenwoordig verschijnt maakt de con currentie groot. Maar zo echt, zo levendig als Harryet haar kokerijtjes opdient, zo kan niemand het. Mocht u het boekje nog niet hebben en niet kennen, hieronder een korte kennismaking. Ginem maakte djembrot van het blad van de siemboehan, het "poepjesblad". Hè, wat ordinair! En waarmee doen we 't hier? Natuurlijk! Boerenkool of spruitjes. En straks in 't voorjaar ook met brandnetel topjes. Hak of maal de even opgekookte groen ten. De tempeh die er in wordt verwerkt mag een paar dagen oud zijn en wordt eveneens fijn gekruimeld of geprakt met een beetje water. Er moet evenveel tempeh zijn als groenten. De boemboe: een paar groene lomboks, rawits, een eetlepel gesneden ui, 1 teentje knoflook, 2 kemiri's, stukje trassi en wat asem, zout en een beetje suiker. De boemboe oeleken of malen en met twee lepels geraspte kokos, vochtig gemaakt, goed vermengen met de groenten en de tempeh. Een snufje kentjoerpoeder is voor de djembrot de "finishing touch", maar laat de sterke smaak vooral niet over heersen. In Indië kwam er weer pisangblad aan te pas. Hier nemen we onze toevlucht tot aluminium folie. Maak in folie, rol letjes van de massa die met wat water samenhangend is gemaakt. Van zo'n 1 5 cm lang. De uiteinden omslaan en de djembrots in de oven gaar laten worden. Of op een rooster boven gloei ende kooltjes. Van het restant tempeh maken we De tempeh oeleken of stampen tot puree. Daar een prutje door mengen van groene pepers en/of rawits, 1 teen knoflook, stukje trassi, wat asem en alweer 't snufje kentjoer. Er mogen ook een paar djeroek poeroetblaadjes mee geoelekt worden. Zout en ietsje suiker. De massa moet zó stevig zijn, dat er platte koekjes van gevormd kunnen worden. De mendols worden in olie bruin gebakken. Ook wel geroosterd gegeten. Martabak kent u natuurlijk allemaal. Dat is nu een van die typische straat-gerech ten die men niet ter plekke nuttigt, maar mee naar huis neemt. Een avond-ge- recht van Arabische origine. Een pannekoek, met spectaculair lucht- acrobatiek bereid en gevuld met sterk gekruid vlees, dichtgevouwen en in hapklare stukken gesneden voor die keurig wordt ingepakt met een draag- touwtje aan de klant wordt overhandigd. Wel snel naar huis, want de martabak moet warm worden verorberd. Gestolde minjak samin (waarmee de bakplaat is ingesmeerd) smaakt heel vies! Nu bestaat er ook nog Murtabak (met de u van suiker). Dezelfde pannekoek maar dan een dikke laag jam, zoete melk en zelfs hagelslag besmeerd. Neen, dan lijkt me de Martabak-bami het eenvoudigst en toch erg lekker. Het recept kreeg ik van Elaine Goedbloed- Beer. De hoeveelheden moet u zelf maar uitproberen. Voor een stevige omelet hebt u nodig: bami (halfgekookt onge veer een diepbord vol) 3 eieren, een prei, sjalotjes en desgewenst stukjes ham, spek of gehakt. Maar u kunt het ook vegetarisch houden. De eieren klut sen met peper en zout, fijngesneden prei en sjalotjes toevoegen en de in stukken gesneden bami. Die moet be slist maar half gekookt zijn anders wordt ze papperig. Van alle ingrediënten in boter een omelet bakken. Elke hete saus smaakt er goed bij. Voor een lichte lunch of avond-honger een lekkere hap. Netty Selder schreef indertijd (Moesson van 1 5 februari '89), dat de ketella knollen wit, geel, roodachtig of oranje van kleur moeten zijn. Ja, want van jongs af aan werd ons geleerd om voorzichtig te zijn met het eten van knollen waar een paarse tint in was (blauwzuur) en vooral bij de ketella pohon. De OEBI OKINAWA, ook wel OKINAWA SWEET POTATO genoemd hier in Hawaii, werd destijds door de Okina- wans ingevoerd en thans ook hier ver bouwd. Deze knollensoort is namelijk paars (purple) in zowel rauwe als gekookte toestand en geldt hier als een bijzondere lekkernij. In het begin is het wennen om deze paarse te eten! Maar ik moet eerlijk bekennen, dat deze oebi niet alleen ongevaarlijk is, maar uitstekend van smaak en zeer voed zaam is. Ook een goede vervanger van de aardappel bij de Hollandse pot! R. A. VAN ROUVEROY Honolulu Paarse Oebi in rauwe. en gekookte staat. T-3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 23