Ereveld Ancol
■A J
Het Ereveld Ancol te Jakarta is de laatste rustplaats van een groot aantal
geëxecuteerden tijdens de Japanse bezetting. Er liggen hier 2.018 slachtof-
fers.
"INGETMATI" "AD PATRES"
Fa. Johs. Ouwejan Zn.
Het ereveld is aangelegd op de plaats waar
voor de oorlog een vloedbos was; in een
nauwelijks bewoonde zeer moerassige
omgeving aan de Baai van Batavia. In deze
toen tropische naargeestige wildernis
werden honderden mannen en vrouwen
door de vijand terechtgesteld, meestal
door middel van onthoofding.
Na de oorlog heeft men er de massagraven
gemarkeerd met kruistekens; het grootste
deel van de slachtoffers werd daar echter
naamloos herbegraven aangezien men niet
de identiteit van een ieder meer kon vast
stellen. Toen de souvereiniteit in eind
1949 in Indonesië was overgedragen, wer
den ook van buiten Java stoffelijke resten
Australische slachtoffers begraven; het zijn
meest militairen. Tot voor kort waren op
de kruisen van deze gealliëerde
geëxecuteerden echter niet de namen
vermeld, hoewel van hen de namen wel
degelijk bekend waren. Hoe dat kwam zal
hier zeer in het kort worden vermeld. De
Brits/Australische oorlogsgravendienst in
Indonesië kreeg naast het al voor haar
bestaande ereveld op Ambon, ook nog
een veld toegewezen dat grenst aan het
grote Nederlandse ereveld "Menteng
Pulo", ook in Jakarta gelegen. Omdat een
groot deel van de geëxecuteerden der
geallieerden op Ancol in massagraven lag,
kon men die stoffelijke resten niet naar het
Tijdens de toespraak van de Nederlandse ambassadeur in Indonesië, Baron de Vos
van Steenwijk. Naast hem in het wit de geestelijke die in het gebed voorging. Bij de
toeschouwers op het tegelpad ziet men prins Bernhard, rechts zijn adjudant en daar
weer naast de heer R. Smagge, directeur Oorlogsgravenstichting in Indonesië die
belast is met het toezicht op al onze erevelden in dat land.
van geëxecuteerden naar Ancol overge
bracht en wel vanuit West-Sumatra,
Banjarmasin, Mandor en Makassar. Op
Ancol staat nu ook het herdenkings
monument met de woorden "Hun geest
heeft overwonnen".
Niet ver van dit monument staat er nog
één: gewijd aan de slachtoffers uit de oor
log die op zee bij scheepsrampen zijn
omgekomen toen de Japanners hun ge
vangenen massaal per schip wegvoerden
naar verre Aziatische bestemmingen.
Naast Nederlanders en Nederlandse on
derdanen liggen er op Ancol ook Britse en
gestichte "eigen ereveld" overbrengen; dus
bleven die resten op Ancol liggen. Wel
vernoemde de Brits-Australische dienst
op dat War Cemetery nabij Menteng Pulo
op een "Memorial Entrance" de namen
der geëxecuteerden die op Ancol lagen.En
vanaf dit moment mochten deze slachtof
fers niet meer worden vernoemd (van die
dienst) op hun graftekens op het veld van
Ancol!
En zo was er, om administratieve redenen,
een bespottelijke situatie ontstaan die ja
ren heeft moeten voortduren. Allengs
kwamen er protesten. Er ontstond een
jarenlang touwtrekken waaromtrent hier
geen details passen. De Britse militaire
attaché ter plaatse heeft zich zeer inge
spannen om de graven met behulp van
onze experts terzake, alsnog te identifice
ren. Van Brits-Australische zijde werd de
absurde situatie uiteindelijk erkend. Van
de zijde van hun diplomatieke vertegen
woordigers is men gaan aandringen bij de
eigen gravendiensten met daarbij adviezen
van onze eigen gravenstichting (alwaar nog
administratieve gegevens voorhanden
waren). Men keerde terug van de eertijds
ingeslagen dwaalweg en uiteindelijk wer
den de namen weer teruggebracht naar de
plaatsen waar ze nimmer hadden moeten
worden weggehaald. Dus weer terug naar
de graftekens zelve op Ancol!
Die toestand was in het voorjaar van 1991
eindelijk bereikt en dit feit was de aanlei
ding dat van Brits-Australische diplomatie
ke zijde op 9 april jl. een sobere plechtig
heid op Ancol werd georganiseerd.Met
daarbij de ambassadeurs en hun militaire
attaché's. En waarbij een geestelijke van
hen zou voorgaan in het gebed.
Ook onze ambassadeur en onze defensie
attaché waren bij deze ceremonie uitgeno
digd.
Aangezien Ancol een Nederlands ereveld
is, was hierbij dus ook de directeur-lndo-
nesië van onze Oorlogsgravenstichting
aanwezig, de heer R. Smagge. Prins Bern
hard (met zijn adjudant) bevond zich in die
dagen toevallig in Jakarta, tijdens een van
zijn reizen voor een van zijn talrijke inter
nationale functies. Desgevraagd was de
prins gaarne bereid om niet alleen bij deze
zo zinvolle plechtigheid aanwezig te zijn,
doch ook om daarbij persoonlijk een krans
te leggen.
C.A. HESHUSIUS
Begrafenis-
en Crematie-Onderneming
Opgericht 1924
ROUWKAMERS
en ONTVANGKAMERS
AIRCONDITIONED
Kantoren:
Frederik Hendriklaan 7 - Den Haag
tel. 070 - 355 64 27 (drie lijnen)
10