STILLE HELDEN UIT DE OORLOG
Kruisverbindingen
Toen de Japanners Java bezetten, kregen
ze na korte tijd nogal moeilijkheden met de
telefoonverbindingen. Wanneer er sto
ringen optraden probeerden de Neder
landse PTT-ers hen zo weinig mogelijk
behulpzaam te zijn, maar ja, ze konden er
natuurlijk lang niet altijd onderuit komen.
De heer Mannot was opzichter bij de
telefoondienst te Batavia. Voor de capitu
latie had hij opdracht ontvangen om de
belangrijke interlokale verbinding tussen
Batavia en Bandoeng onklaar te maken. Hij
had dit trouwens ook uitgevoerd. Samen
was hij met een paar inheemse helpers de
weg naar Buitenzorg op gegaan en had
daar de hoofdkabel opgegraven en gewoon
doorgezaagd.
De Japanners hadden toen natuurlijk geen
enkele verbinding meer op die lijn. Maar
het duurde niet lang of ze hadden Mannot
te pakken, die zich kalm van de domme
hield. Niettemin kreeg hij de dringende
opdracht om de fout in de lijn op te sporen,
of andersEr zat voor hem dus niets
anders op dan zogenaamd vol ijver naar de
fout te gaan zoeken. Na lang treuzelen
begaf hij zich op weg om samen met een
helper de kabel weer op te graven en alle
draden weer met elkaar door te verbinden,
daarna bleek er weer verbinding te zijn.
Maar de Japanners waren helemaal niet blij
met deze herstelling; ze waren achter
dochtig dat Mannot de fout zo snel had
kunnen vinden en sleepten hem voor de
Kempeitai. Maar daar was het geluk met
hem. Hij had namelijk opgemerkt dat er
vlak bij de doorgezaagde plek een japanse
vliegtuigbom was ingeslagen en daar een
flinke krater had gemaakt. Weliswaar was
toen de lijn niet geraakt, maar de bom kon
als schuldige worden aangewezen. De
Jappen namen hem mee en gingen kijken
en waren gelukkig overtuigd.
Op zulke lange stukken kabel lopen de
aders vlak naast elkaar en dat gaf onder
linge beïnvloeding; dat noemen ze "induc
tie" zodat de gesprekken van de ene lijn
ook op andere lijnen waren te horen. Om
dat te voorkomen had de PTT een hulp
middel, men maakte om de zoveel kilo
meter een kruisverbinding waardoor de
inductie werd opgeheven. Maar bij zijn
snelle noodreparatie had Mannot natuur
lijk niet op de kruisverbindingen kunnen
letten, zodat de lijn Batavia-Bandoeng nog
lange tijd een en al "overspraak" behield.
Vis in de broek
In het Noda-kamp moesten de Neder
landse krijgsgevangenen een inham van het
grote Biwa-meer droogleggen. Eerst werd
er een dam gebouwd en daarna werd het
afgesloten gedeelte leeggepompt. Toen de
kom droog begon te vallen, kregen de
aanwezige vissen natuurlijk te weinig ruimte
en werden naar de diepere plekken gedre
ven. Daar waren ze makkelijk te vangen.
De voedselsituatie in ons kamp was bijzon
der nijpend, zodat de Japanse comman
dant besloot om een van de krijgsgevange
nen als "visser" aan te stellen. Op die
manier zou het menu wat kunnen worden
aangevuld. Daarbij dacht hij natuurlijk in de
eerste plaats aan zijn eigen staf.
Maar hoe dan ook, onze soldaat Portier
werd visser, niet omdat hij zo goed kon
vissen, maar omdat iedereen, de Japanse
commandant incluis, hem aardig vond. Hij
had altijd grappen en dat is een mooie
eigenschap in een kamp.
Elke ochtend ging hij, met zijn mand, op
stap om vissen te vangen. Hij kamde met
zorg alle diepe plekken uit en bracht wer
kelijk nog heel wat vis binnen, vooral een
paar grote karpers, die de Japanners "Koi"
noemden. Maar een ding was jammer, alle
grote vissen werden door de bewakers
ingepikt en slechts de hele kleintjes kwa
men in onze kampkeuken terecht.
Portier probeerde daar iets aan te doen.
Hij kreeg op een dag een heel grote karper
te pakken, die hij met een stok buiten
westen sloeg. "Toch sajang, dacht hij,
moeten de Jappen die nou ook weer op
eten?" En hij bedacht het volgende:
Toen hij er zeker van was, dat niemand
naar hem keek, liet hij de grote vis in zijn
broekspijp glijden en zo kwam hij het kamp
binnen. Het was wel even moeilijk lopen
voor hem.
Hij hield halt voor de wachten boog model
voor de Japanse soldaat, maar toen hij
weer verder wilde lopen, riep de Japanner
hem terug. Hij had toch iets gemerkt. Ja....
en toen kwam natuurlijk de vis uit de
broek. Portier kreeg een paar flinke klap
pen om de oren, maar daar waren we
immers al lang aan gewend. De Japanse
soldaat bedacht nog iets anders. Portier
werd midden op het voorplein opgesteld
en moest daar in de houding blijven staan
en wel met de staart van de grote vis
tussen zijn tanden, zodat het beest voor
zijn borst bengelde.
Of je wilde of niet, je moest er toch om
lachen. En zo heeft onze brave visser uren
lang gestaan.
En de vis? O ja, die waren we mooi kwijt
hoor.
Toiletpapier met karakter
Toen we in Japan zaten, waren we geheel
verstoken van nieuwsberichten. Dejapanse
bewakers spraken alleen maar over grote
overwinningen en daar dachten wij het
onze van; burger-arbeiders mochten he
lemaal niet met ons praten. Dus hoe kwa
men wij nu achter het ware verloop van de
oorlog? Heel belangrijk om de moed niet
te verliezen immers?
We kwamen er wel achter en daarvoor
zorgde een bijzonder mens, onze kamp
genoot Hans Kohn, die niet alleen over
een groot organisatietalent beschikte, maar
ook over een grote intelligentie, want die
beiden waren nodig naast, maar dat ver
moedde U reeds, veel durf en moed.
Hans zou de Japanse kranten gaan ontcij
feren, maar had nooit Japans gestudeerd.
En wie kende nou die duizenden verschil
lende karakters?
Een goed begin waren de kleine schets
kaarten bij de nieuwsberichten, want
daaruit was op te maken, waar de acties
zich voltrokken en natuurlijk werd het
duidelijk, dat die acties steeds dichterbij
Japan kwamen.
Daarna de krantekoppen en de koppen
van de berichten, want die bevatten de
essentie van het nieuws. Hans trachtte de
tekens van de koppen in te prenten en,
wanneer hij in de buurt van een Japanse
arbeider zat te rusten, achter de betekenis
te komen. Hij tekende het karakter met
een stokje in 't zand, waarna de Japanner
hem meestal de uitspraak leverde. Die
moest Hans dan ook weer onthouden om
het later, als er even een gelegenheid was,
op te zoeken in het Japanse woorden
boekje, waarna de betekenis duidelijk werd.
Erg moeilijk en omslachtig maar 't lukte.
Hans leerde steeds nieuwe karakters bij en
kon op den duur steeds beter zelfs hele
12