Toen kreeg ik er weer ambitie in en be sloot om de zaken goed aan te pakken. Ik had de beschikking over een goede car, namelijk een 31 /2 P.K. Rudge, T. T. Replica en ik kende de weg Batavia-Soerabaja als het ware op mijn duimpje. Toch ben ik systematisch begonnen in trajecten de weg Soerabaja-Batavia af te rijden en de ge maakte tijden zorgvuldig op te nemen. Zo ben ik bijvoorbeeld drie weken geleden nog een week in Bandoeng geweest en heb toen tweemaal heen en terug de weg van Batavia naar Bandoeng gereden, omdat dat traject ons Soerabajanen toch nog altijd wat vreemd is. De langste tijd welke ik op die ritten maakte was 2 uur 20 minuten, de kortste 2 uur I I minuten, terwijl de re cordtijd van Gall over deze afstand van 180 kilometer was 2 uur 35 minuten, zodat ik op dit traject alleen al een aanzienlijke voorsprong zou kunnen boeken. Enfin, we werkten de verdere plannen uit en op Vrijdag 12 Augustus vertrok ik per motorfiets naar Batavia, omdat ik het ei genlijke record wilde maken van Batavia naar Soerabaja rijdende. Oorspronkelijk was het mijn plan om al op Dinsdag de 16de mijn recordpoging te wagen, maar op mijn heenrit naar Bandoeng, welke ik ook reeds in record-snelheid reed, schuurden mijn handen door, zodat ik grote blaren kreeg en die eerst moesten genezen. Donderdagmorgen was echter alles O. K. en besloot ik 's morgens om zes uur te starten van de grens van Batavia en Meester Cornelis (op de hoek van de Matraman- laan). Om zes uur was 't echter nog sche merdonker daarom stelde ik het vertrek nog tien minuten uit, teneinde te wachten tot het goed licht was. Het traject Batavia- Bandoeng reed ik in recordtijd, namelijk twee uur en negen minuten. In Bandoeng was ik dus al een goed eind voor op het bestaande automobielrecord. In Bandoeng moest ik voor het eerst brandstof innemen, waarmee twee minuten verloren gingen, zodat ik om 8 uur 21 weer vertrok in de richting Cheribon. Bandoeng- Cheribon viel niet mee. Men had daar over grote gedeelten van de weg zand gestrooid in de bochten. Bij één zo'n bocht maakte ik een gemene schuiver... en tja, dan zit de schrik er in en ben je wel wat voorzichtiger. Om 2 minuten over 10 was ik in Cheribon, waar weer brandstof werd ingenomen en drie minuten later weer weg. Ik had nu het ernstigste bochtenterrein achter de rug en kwam op de magnifieke weg Cheribon-Tegal-Pekalongan-Sema- rang. Op dit traject heeft de Rudge hele afstanden met een snelheid van ruim honderddertig kilometer per uurgedraaid. Ik zat overigens een tikje te piekeren, omdat ik de indruk had, dat de bijvulling van brandstof in Cheribon niet voldoende was geweest en ik had zo'n idee, dat ik Semarang niet zou halen. Tot Pekalongan maakte ik een behoorlijke tijd. In Pekalongan stopte ik maar en liet er wat benzine bij mikken.... enfin.... Mijn eerste narrow escape had ik even voor Tegal, toen een troepje karbouwen, zoals deze beesten dat met voorliefde doen, onverwacht en doodgemoedereerd, de weg kwam oversteken. Ik zag geen kans mijn car nog tot staan te brengen en ben met een tachtig kilometer gangetje tussen deze gezellige sawahwandelaars door ge zwaaid. Dat ik er geen eentje raakte, was meer geluk dan wijsheid. Even na Pekalongan het eerste oponthoud: een lange lorrietrein met riet beladen tufte over de weg en ik kon rustig vier minuten wachten. 7 Kilometer voor Semarang de De enige foto die aan de start werd gemaakt. 28

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 28