BIJGELOOF
OF SABOTAGE?
MemoiteA. uaa een9ueUbch meiije
Wie kent in Indonesië het bijgeloof niet. Dit is taboe, dat is niet goed. Ik
wist nog heel goed dat mijn grootmoeder, zij was een Javaanse uit Solo,
mij vaak verbood tegen de avond niet voor de deuropening te zitten, 's
Avonds geld uitgeven was ook taboe. Als de rijst begint te ruiken was het
ook geen goed teken, Nou ja, zo zijn er nog vele andere dingen die taboe
zijn. Te veel om op te noemen. Als kind volg je gedwee wat er gezegd werd,
ofschoon je in feite niet goed wist of het werkelijk zo was.
door ELAINE
In Jakarta woonde ik in Cilandak, vlak bij
het marine gebied, niet ver weg was
Ragunan, waar de dierentuin ligt. 's Nachts
wanneer het heel stil was kon je de vogels
horen roepen of de leeuwen brullen. Een
buurt waar je nog veel groen kunt vinden
en het daarom nogal koel wonen was.
Medio juli 1984 brak er in het marine
gebied een kleine brand uit, gevolgd door
enkele ontploffingen. Door die harde
knallen was iedereen geschrokken na
tuurlijk. We maakten dat we uit onze
huizen kwamen en renden gezamelijk naar
het grote open veld aan de autoweg. Van
daaruit zag je de mariniers in rep en roer.
Iedere marinier was stand-by, pantserwa
gens blokkeerden de weg, gevolgd door de
tanks en grote trucks Enfin, na een uur of
twee was alles weer rustig, Gelukkig maar.
Een paar dagen daarna deed het myste
rieuze verhaal de ronde dat de "Djaga" van
dat gebied, het marine gebied, kwaad was,
(Vervolg: "Indonesië tijdens de "Prang
Teluk")
Op het apparaat in de spreekcel ziet men
ook in duidelijke quartzcijfers het bedrag
dat men schuldig is en dat steeds hoger
wordt naarmate men langer spreekt; de
prijs hoeft dus geen verrassing te worden.
Na afloop rekent men bij de juffrouw af en
krijgt ook een kassabon met daarop alle
uitleg omtrent stad en nummer waarmee
men heeft gesproken en met de spreektijd
tot in seconden nauwkeurig. Iedere wartel
heeft ook een wachtruimte waar klanten
netjes op stoelen kunnen zitten wanneer
alle spreekcellen bezet zijn. Er komen
steeds meer wartels bij, vertelde men ons.
Een geweldige en practische service van de
Indonesische PTT die op zijn beurt luistert
De "Djaga" moest een grote witte tijger
zijn, Door zijn toorn ontstonden die ont
ploffingen, met het grote vuur. Ofhetwaar
was?! Dat was moeilijk te zeggen of te
bewijzen. Deze "Djaga" was gewend dat
aan hem bepaalde sadjens (offers) werden
gegeven. De vorige commandant gaf er
wel gehoor aan, maar zijn opvolger vond
het maar niets. Hij beweerde nuchter dat
de brand ontstond door "human error",
Men hoefde niets te vrezen. Maar geruchten
in de buurt suggereerden dat de brand een
waarschuwing van de "Djaga" was geweest,
Waarschijnlijk kon er iets ergers gebeuren
wanneer men aan zijn eisen niet voldeed.
Vooral waar de tegenwoordige comman
dant geen gehoor aan die sadjens wou
geven.
Ik wist niet of ik zulke verhaaltjes moest
geloven of niet, Tenslotte was het marine
gebied. Er kunnen altijd kleine ongelukjes
gebeuren. Een paar mariniers beweerden
dat wanneer er wederom ontploffingen
zouden ontstaan de ramp niet te overzien
naar de naam PERUMTEL: ook alweer zo'n
heerlijk acronym!
En dan nog iets: zelfs de naam van de
dienstdoende jongedame staat op de
kassabon vermeld. Zo telefoneerden wij
eens op de welbekende Dagoweg te
Bandung bij de wartel die de eigennaam
van "Merdeka" droeg. Dat stond op de
kassabon die wij na afloop ontvingen. Het
was er erg rustig; geen enkele andere
klant.Was dat vanwege de Prang-Teluk?
Wij waren dus meteen aan de beurt en we
spraken met connecties in Jakarta en
Purwokerto. Bij het afrekenen kregen wij
de kassabon. Links onderaan, na het bedrag
stond de gedrukte tekst "Terima kasih -
kasir - DIANA".
We hebben kassier Diana bij het weg
gaan hartelijk gegroet.
Was, Toch hielden ze het op mogelijke
sabotages van bepaalde infiltranten.
Ik begon te twijfelen, sabotage of niet, het
kon dus toch wel eens echt gebeuren. Wat
dan? In ieder geval gaf ik mijn meid de
opdracht een week-end tas met wat kle
ren te pakken met mijn belangrijke docu
menten. Je weet maar nooit wat er kan
gebeuren. Of het nou bijgeloof was of een
sabotage, ik ben op alles voor bereid.
En ja hoorEind oktober 1984 kwam de
ramp op z'n hevigst, Het was precies 21.15.
Ik lag reeds in bed. Het was een ver
moeiende dag geweest met die eindeloze
files. Je hoorde eerst een reeks kleine
knallen gevolgd door een grote vlam, Kort
daarop kwam de brandweer aanrukken
met loeiende sirenes. Zwaardere ontplof
fingen volgden. De huizen trilden op hun
grondvesten, deuren en ramen rammel
den vreselijk met het geluid van brekend
glas. Auto's en motorfietsen snelden
voorbij. Mensen schreeuwden of huilden
hysterisch.
"Mevrouw, vluchten!" riep mijn meid mij
toe, "Het wordt erger". Ze kwam al met
mijn weekend tas aanrennen en nog een
klein bundeltje. Snel trok ik een vest over
mijn duster en schoot mijn sloffen in. Ik
probeerde mij rustig te houden. Vluchten,
waarheen? ging het door mijn hoofd. Welk
deel van Jakarta was gevrijwaard? Op de
weg was het reeds een chaos, ledereen zat
tegen elkaar te gillen, schreeuwen en
roepen. Auto's probeerden tussen de
menigte een weg te banen. Half slapende
kinderen werden door de ouders meege
trokken. Weg, weg, zo gauw mogelijk weg
uit dit gebied. Mortieren, kogels, projec
tielen e.d. vlogen al gierend en knallend
boven ons hoofd. De ammunitie opslag
plaats van de marine was de lucht in ge
vlogen.
"Ik heb mijn kip nog niet bij mij", jengelde
een klein jongetje. "Hou je kop dicht", riep
de moeder geheel over haar zenuwen.
"Liggen!" werd er geroepen, gevolgd door
een fluitend geluid van een of ander pro
jectiel dat elders met een zware ontplof
fing terecht kwam. Door het elke keer
liggen, rennen en liggen, dan weer rennen
kwamen er een paar mensen in de vieze
sloot terecht. Stinken natuurlijk. "Ga
minstens elf mijl uit de omtrek weg!" werd
er door de microfoon geroepen. Makke
lijker gezegd dan gedaan. Hoe wil je je
verplaatsen. In zo'n menigte hysterisch
schreeuwende mensen kun je zelfs niet
eens goed meer denken. Het was net als in
de oorlog.
Uitgeput plofte ik op een klein grasveldje
neer. Een paar mensen zetten zich ook
neer om tegelijkertijd languit te liggen,
want ik weet niet hoeveel mortieren, ko
gels e.d. over ons heen floten. De laatste
raakte een moskee, nog geen drie meter
van ons vandaan. Onmiddellijk was de
38