O
Ergens staat nog een goederen
wagon
gehuil. Tranen stromen langs mijn wangen.
Ik val op mijn knieen en beuk mijn hoofd
tegen de aarde.
Het mannetje knielt naast mij neer.
"Het is toch al zolang geleden, mijnheer!"
Langzaam richt ik mijn bovenlichaam op.
"Ja, oud mannetje, maar het zal je nooit
loslaten".
Behulpzaam helpt hij mij op de been. Zwij
gend lopen wij door de desa. Een paar
oude goederenwagons staan er nog op de
rails. Desawoninkjes en hekjes zijn gebouwd
over de rails die nu naar nergens leiden.
Niemand heeft de moeite genomen ze te
verwijderen. Deze rails zijn gelegd in een
oorlog en nooit gebruikt in vredestijd.
Duizenden en duizenden Nederlanders,
Ambonezen, Engelsen, Australiërs, New
Zealanders en Amerikanen hebben hun
leven gelaten voor de aanleg van een
spoorbaan die in het waanzinnige brein van
de Japanners een waardevol bestaan zou
moeten genieten.
Niets van dat al.
Oud mannetje, wanneer ik per schip over
de Indische Oceaan vaar kan ik me alleen
indenken waar de plaats is dat de Junyo
Maru onderging op 18 september 1944 -
meer dan 5000 man meenemend naar de
bodem van de zee.
Ik ben nu een van de weinige overlevenden
van dat drama die met jou hier kan wande
len langs de verlaten en verroeste rails die
ik 45 jaar geleden heb geholpen neer te
spijkeren op de bielsen.
Doordrenkt met het bloed het zweet en
de tranen van zovele medegevangenen,
zijn deze rails mijn monument, mijn tast
baar monument.
Ja, oud mannetje, laat ze maar gerust lig
gen. Wie weet hoe lang dit monument nog
zal bestaan. Wellicht nog vele jaren. Nie
mand zal er dan meer komen om daar te
staan lachen en huilen, zoals deze witte
mijnheer.
Niemand zal er dan meer zijn voor wie
deze plaats een onvergetelijke levenserva
ring was. Een levenservaring die diep in
mijn ziel en brein zijn gegraveerd omdat de
emoties die er mee verbonden zijn zo
enorm sterk waren: wanhoop, angst, hoop,
verdriet, humor, haat, liefde, levensdrang.
Daarom zal het mij nooit loslaten.
WILLEM F. WANROOY
I
Het station "Muaro" - 1988
(vervolg: "Ned. oorlogsverkl. aan Japan")
den omvat het grondgebied van Neder
land, Ned.- Indië, Suriname en Curasao",
vormde Ned.-Indië een onderdeel van het
Koninkrijk, en had het Ned.-Indische
gouvernement niet de volkenrechtelijke
bevoegdheid oorlog te verklaren. Daartoe
was volgens artikel 59 de Koning
(^staatsrechtelijk Koning (in) ministers)
bevoegd, die volgens de tweede zin van dit
artikel "geen oorlog verklaart dan na voor
afgaande toestemming van de Staten-
Generaal". Dit laatste was toen uiteraard
niet mogelijk, gezien de bezetting van het
moederland en dus de feitelijke onmoge
lijkheid van overleg met de volksvertegen
woordiging. Op grond van het staats-
noodrecht kon de regering echter tot de
oorlogsverklaring overgaan.
Ch. MANDERS
Noten.
IGespeculeerd kan worden over wat de
loop der gebeurtenissen zou zijn geweest
als Nederland Japan niet de oorlog had
verklaard. Waarschijnlijk zou Ned. Indië
dan hetzelfde lot beschoren zijn geweest
als Frans Indo- China. Eind sept. 1940
bezetten de Japanners het noorden van
Frans Indo- China en in juli 1941 verkreeg
Japan na uitgeoefende druk op de Vichy-
regering het recht vliegvelden en marine
bases in het zuiden van Indo- China te
gebruiken. Op 17 juni 1941 wren de eco
nomische onderhandelingen tussen Ned -
Indië en Japan (dit land eiste jaarlijks leve
ranties van grote hoeveelheden aardolie
en bauxiet) afgebroken. Door de Ned.-
Indische delegatie, onder leiding van Dr.
van Mook, toen directeur van Economi
sche Zaken, werden deze vergaande eisen
afgewezen. Sedert 27 sept. 1940 was Japan
met de As-mogendheden Duitsland en
Italië (met welke twee landen Nederland
in 1940 in oorlog was geraakt) nauw ver
bonden door het Driemogendheden ver
drag. Sinds nov. 1940 vonden besprekin
gen plaats tussen vertegenwoordigers van
Engeland, Australië, Nieuw Zeeland en
later ook van Amerika over militaire sa
menwerking, en werden enige gezamenlijke
luchtmacht- en marine oefeningen gehou
den. In nov. 1941 werd afgesproken dat
Australische troepen reeds voor het uit
breken van vijandelijkheden op Timor en
Ambon zouden kunnen landen en tenslotte
kreeg Van Kleffens op 5 dec. 1941 van het
Foreign Office in Londen toezegging van
wederzijdse steun in geval van oorlog in
het Verre Oosten. 2) Op I5aug. 1941 had
het Nederlandse kabinet besloten, dat bij
het ontstaan van een oorlogstoestand in
de Pacific tussen Japan enerzijds en het
Britse Rijk en de V S. anderzijds, Neder
land Japan de oorlog zou verklaren. Dit
besluit werd nog dezelfde dag in een code
telegram aan de G.G. meegedeeld.
9