OVERLEG MET DE REGERING Op maandag 26 augustus 1991 vond in een zaal van de Rijksvoorlichtingsdienst aan het Binnenhof te Den Haag van I 5.30 tot 18.00 uur een historisch gesprek plaats. Premier Lubbers had een brede vertegen woordiging van de Indische gemeenschap uitgenodigd voor een gesprek. Deze uit nodiging was het direkte gevolg van de heftige emoties die waren ontstaan na de weigering van dejapanse premier Kaifu om een petitie aan te nemen van de Stichting Japanse Ereschulden en de daarop vol gende uitspraken van premier Lubbers naar aanleiding van de spijtbetuiging van de Japanse premier voor al hetgeen Japan in de Tweede Wereldoorlog had aangericht. Die emoties waren zo hoog opgelaaid, dat een grote meerderheid van de bij de Stichting Herdenking 15 augustus 1945 aangesloten organisaties zich uitspraken tegen een kranslegging door Lubbers tij dens de 15 augustus-herdenking. De ge neraals b.d. Boekholt en Huyser lichtten de premier uitvoerig in over de heersende gevoelens, waarop de premier behoefte had aan een gesprek om de lucht te klaren en om tegelijkertijd de organisaties gele genheid te geven om alles wat ze dwars zat naar voren te brengen. Een historisch overleg was het, omdat het de allereerste keer was dat er een gesprek plaatsvond tussen de regering en Indische organisa ties. Van Indische zijde namen de volgende personen aan het overleg deel: mw. J.H. van Kempen (Stichting Ne derlandse Slachtoffers Japanse Vrouwen kampen) S.A. Lapré (Stichting Japanse Ereschul den) R. Boekholt (Stichting Herdenking 15 augustus 1945) L.J.H Willinge (Stichting Pelita) H.E. Toet (Stabelan) mw. M. Verschoor (Vereniging "Kinde ren uit dejapanse Bezetting en de Bersiap 1941-1949", KJ BB) P.S.J van de Ven (Censio) mw. H.M. de Pijper (Bond van ex- geïnterneerden en gerepatrieerden over zee, BEGO) G. Pipper (Groep ex-Glodok geïn terneerden) J.H. Beekman (Indische Pensioenbond) B. van de Hoef (Madjoe) mw. E.P.M. Stenger (afdeling Oost- Azie van de Nationale Federatieve Raad van het Voormalig Verzet Nederland) E.R. Schenkhuizen (Nazaten Indische Nederlanders en Sympathisanten, Nines) J.G. Bilderbeek en H. van Hoboken (Dienst van Scheepvaart, DVS) C.J. Stolk (Vereniging Indische Neder landers, VIN) J.Th.G. Vaessen (Indisch Nederlands Verbond, INV) Ralph Boekholt (Comité Geschiedkun dig Eerherstel Nederlands-lndië/lndisch Documentatie Centrum) Was deze vertegenwoordiging in aantal al niet gering, er waren nog vele organisaties die niet aan het overleg konden deelne men omdat als selectiecriterium gold dat de organisaties zich, min of meer, bezig moesten houden met Indische belangen behartiging. Dat, overigens reële, crite rium was niet aangelegd door de premier, maar door de intermediair van het overleg Ruud Boekholt. Van regeringszijde namen aan het overleg deel minister-president Lubbers, minister van Buitenlandse Zaken Van den Broek en minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur mw. d'Ancona, bijgestaan door verschillende topambtenaren. Het overleg kende een open agenda, maar vooral kwam natuurlijk de kwestie Kaifu en de persconferentie aan de orde. De minister-president bezwoer dat wat hem betrof er geen enkele opzet was geweest om de demonstranten voor het Catshuis te ontwijken, integendeel. En over zijn uitspraken tijdens de persbijeenkomst: "Ik betreur hoe dan ook dat uitspraken ver driet hebben veroorzaakt. Maar mijn uit spraken zijn in de pers wel uit verband gerukt en ook zijn uitspraken volledig doodgezwegen, onder meer dat ik gezegd heb bereid te zijn om een gesprek met de Stichting Japanse Ereschulden aan te gaan. De emoties betreur ik des te meer omdat ik verschillende keren de 15 augustus- herdenking heb mogen meemaken. Wat dat betreft ben ik geen vreemde in uw midden." Lubbers en Van den Broek verklaarden verder uitdrukkelijk dat de formeel juridi sche onmogelijkheid die nu eenmaal be staat om bij Japan de kwestie van de ere schulden officieel aan te kaarten niet in houdt dat de Nederlandse regering dus in morele zin afwijzend staat tegenover de eisen van de SJE. De bewindslieden zegden toe dat zij in voorkomende gevallen de Japanse overheden zullen blijven voorlich ten over de hier heersende gevoelens. In het gesprek kwamen verder ook zaken aan de orde als de trage uitvoering van verschillende uitkeringswetten, Indische bejaardenhuizen, subsidies en geschied schrijving. De conclusie van de minister president was dat hij genoeg gehoord en aangevoeld had om zich een beter beeld te kunnen vormen van hetgeen in de Indische gemeenschap leeft. Hij verklaarde vervolg- besprekingen op prijs te stellen, mede om daarin vanuit dat betere begrip dieper en concreter op de zaken in te kunnen gaan. Ruud Boekholt en minister Hedy d'Ancona staan na het over leg de pers te woord. Premier Lubbers: "Ik heb vandaag veel geleerd". 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 10